nummer 244 / Ede, 23 december 2008
Naoorlogse kerkarchitectuur Ede in kaart gebracht
De kerkbouw in de gemeente Ede beleefde in de jaren vijftig en zestig
een bloeiperiode. In deze twee decennia werden maar liefst twintig
nieuwe kerken gebouwd. Dat is gemiddeld één per jaar! Vanwege de snel
groeiende bevolking kwam de nieuwbouw vooral tot stand in de nieuwe
woonbuurten van Bennekom, Ede en Lunteren. Niet alleen het aantal
kerkgebouwen is indrukwekkend, maar ook de gebouwen uit de jaren
vijftig en zestig zelf zijn interessant.
Dat is althans de uitkomst van een inventariserend onderzoek naar het
religieuze erfgoed uit de periode van Oorlog & Wederopbouw
(1940-1965). Het onderzoek werd in opdracht van de gemeente Ede in
2008 uitgevoerd door het bureau 'Van Meijel - adviseurs in
cultuurhistorie', in samenwerking met het onderzoeks- en adviesbureau
'De Onderste Steen'. De onderzoeksresultaten kwamen tot stand in
samenspraak met het gemeentelijke bureau monumenten en de
Monumentencommissie Ede.
Architecten
Na de oorlog bouwden de Nederlands Hervormden de meeste kerken,
gevolgd door de Gereformeerden en de Rooms-katholieken, de Vrijzinnige
Geloofsgemeenschap NPB, de Oud-gereformeerden en de Hersteld
Apostolische Zendingsgemeente. De helft hiervan werd ontworpen door
lokale architecten als J. van den Top, Th. Dekker en B.W. Zijfers.
In afwijking van de landelijke trend heeft de ontzuiling en
ontkerkelijking geen noemenswaardige invloed gehad op de kerken in de
gemeente Ede. Ze hebben hun oorspronkelijke functie grotendeels
behouden. Sterker nog, ongeveer de helft van de kerken is gedurende de
afgelopen decennia één of meerdere malen verbouwd en/of uitgebreid om
de capaciteit te vergroten. Slechts drie kerkgebouwen zijn gesloopt
ten behoeve van nieuwbouw elders. De naoorlogse kerkgebouwen dragen
daarmee aanzienlijk bij aan de uitgesproken religieuze signatuur van
de gemeente, van oudsher al een belangrijke pijler voor de
cultuurhistorische identiteit.
Zware druk
Tot nu toe heeft het erfgoedbeleid van de gemeente zich voornamelijk
gericht op de resultaten van (steden)bouwkunst en landinrichting tot
circa 1940. Overal in Nederland komt de erfenis uit de
Wederopbouwperiode echter onder zware druk te staan om redenen als
technische en functionele veroudering, functieverlies, reorganisaties,
schaalvergroting en sloopplannen.
De gemeente Ede heeft het jaar 2008 - uitgeroepen tot het Jaar van het
Religieus Erfgoed - aangegrepen om van de Wederopbouwperiode als
eerste de kerkbouw preciezer te onderzoeken. Dankzij dit
kerkenonderzoek heeft de gemeente zicht gekregen op de specifieke
kenmerken en waarden van het naoorlogse religieuze erfgoed. Op basis
van de resultaten kan het gemeentebestuur in de toekomst afgewogen en
onderbouwde besluiten nemen over de beschermingswaardigheid van de
naoorlogse kerken binnen haar gemeentegrens.
Het college van burgemeester en wethouder heeft dinsdag 23 december
kennisgenomen van het onderzoeksrapport.
---
Gemeente Ede