Open plekken in tropisch regenbos
zijn niet 'besmettelijk'
23 dec 2008
Onderdeel: Wageningen Universiteit
Nummer: P089
Lichtgaten in het kronendak van tropisch regenbos zijn 'besmettelijk';
bomen rond bestaande open plekken vallen eerder om.. Klopt niet,
zeggen bosecologen van Wageningen Universiteit. Bomen rondom open
plekken vallen juist minder snel om, en ze veroorzaken ook relatief
kleine gaten in het kronendak, zo melden zij in het wetenschappelijke
tijdschrift Ecology van deze maand.
De Wageningse bosecologen volgden vijf jaar het lot van bijna 6000
bomen in het binnenland van Frans-Guyana. Ze brachten alle open
plekken in twaalf hectare bos in kaart. Vervolgens gingen zij na of
rond die open plekken de bomen een grotere kans hadden om te vallen.
Ook keken ze of omvallende bomen rond open plekken meer schade â en
dus grotere gaten in het kronendak - veroorzaakten dan verder weg van
open plekken.
Op het eerste gezicht leken de open plekken inderdaad 'besmettelijk'.
De meeste bomen die vielen stonden namelijk in de buurt van een open
plek. Maar dat kwam puur doordat nu eenmaal een relatief groot deel
van het bosoppervlak nabij open plekken lag. Open plekken maakten 20%
van het bos uit, en veel van de bomen had daardoor wel een open plek
in de buurt. Dat rondom open plekken veel gaten in het kronendak
ontstaan is gezichtsbedrog.
Dikke bomen
Afzonderlijk bekeken hebben bomen die langs open plekken staan juist
een wat kleinere kans om te vallen. De beste voorspeller van het
omwaaien is de diameter van bomen. Hoe dikker (en ouder) de boom, hoe
groter de kans om spontaan om te vallen, ongeacht de standplaats.
Grote bomen veroorzaken ook veel meer schade en maken zo grotere
lichtgaten in het kronendak. Maar omdat er minder dikke dan dunne
bomen in een bos staan sneuvelen bij een storm in absolute zin minder
dikke bomen.
De bosecologen denken dat natuurlijke open plekken in ongerept
regenbos te kleinschalig zijn om 'windworp' te veroorzaken. Maar dat
kan veranderen als grotere open plekken ontstaan, bijvoorbeeld door
grootschaliger houtoogst of wegenbouw. Dat moet vervolgonderzoek
uitwijzen.
Eerder hadden Amerikaanse onderzoekers gevonden dat bomen die langs
open plekken stonden scheve kronen kregen doordat hun takken naar het
licht groeien, en ook dat bomen met scheve kronen sneller omvallen.
Volgens de Wageningers betekent dit niet automatisch dat bomen langs
open plekken ook sneller omvallen. Ze denken dat de groeivoordelen
door het extra licht opwegen tegen de risicoâs van het scheefgroeien.
Met deze resultaten is de open-plekken-theorie terug bij af.
Onderzoekers in de jaren vijftig redeneerden al dat elk plukje bos een
voorspelbare cyclus doormaakt van opgroeien, verouderen, instorten en
weer opgroeien. Volgens de Wageningse onderzoekers verklaart deze
cyclus waar in Frans-Guyana de open plekken ontstaan. Dat betekent dat
zaailingen dus de grootste kans hebben om ineens in een lichtgat te
staan als ze onder een dikke, oude boom groeien.
Wageningen Universiteit en Researchcentrum