4. Antwoorden op Kamervragen van Leijten over het averechtse effect
dat de marktwerking heeft op klantvriendelijkheid en kwaliteit
Antwoorden op Kamervragen van Leijten over het averechtse effect dat de
marktwerking heeft op klantvriendelijkheid en kwaliteit
Kamerstuk, 22 december 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
22 december 2008
MC-K-U-2898532
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het
Kamerlid Leijten R.M. over het averechtse effect dat de marktwerking
heeft op klantvriendelijkheid en kwaliteit (2080906550).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitspraken van directeuren van Friese
thuiszorginstellingen over de marktwerking?
(http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=420101)
Antwoord 1
U verwijst naar een artikel in het Friesch Dagblad. Kern van het
artikel is de stelling dat thuiszorginstellingen worden geacht te
concurreren op kwaliteit, maar dat daarvan weinig terecht komt omdat
de financiering van de thuiszorg onder de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ) tekort schiet om alle geleverde zorg te dekken.
Een belangrijk vraagstuk in het kader van de uitvoering van de AWBZ
betreft de vraag in relatie tot het beschikbaar budget. Mijn
uitgangspunt is dat alle cliënten die in de thuissituatie zorg en
ondersteuning nodig hebben deze ook krijgen. Vanuit dat oogpunt is in
het kader van de AWBZ een knelpuntenprocedure voorhanden indien
regionaal knelpunten ontstaan. Tot nog toe heb ik geen signalen van de
NZa ontvangen dat de beschikbare middelen in het kader van de AWBZ
ontoereikend zijn om aan de zorgvraag tegemoet te komen.
Vraag 2
Hoe wordt er in uw ogen op dit moment geconcurreerd op kwaliteit?
Antwoord 2
Zorgkantoren sluiten contracten met zorgaanbieders. In de
overeenkomsten worden onder andere afspraken gemaakt op het gebied van
kwaliteit. Met ingang van 1 januari 2009, bij de nieuwe
concessieverlening aan de zorgverzekeraars voor de uitvoering van de
AWBZ, heb ik als voorwaarde gesteld dat gebruik wordt gemaakt van
uniforme kwaliteitscriteria gebaseerd op het kwaliteitskader
verantwoorde zorg. Gemeenten sluiten contracten af met aanbieders voor
het leveren van hulp bij het huishouden. Bij het contracteren spelen
zowel prijs- als kwaliteitsoverwegingen een rol. Voor de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het Kwaliteitskader Wmo
ontwikkeld.
Vraag 3
Erkent u dat er weinig te kiezen valt indien mensen te horen krijgen
dat de aanbieder van keuze alleen zorg kan geven via een
persoonsgebonden budget (PGB) of doorverwijst naar een andere
regionale aanbieder omdat de aanbieder de zorg niet betaald krijgt? Zo
ja, hoe gaat u dit oplossen? Zo neen, welke keuze hebben mensen?
Antwoord 3
Voorop staat dat de geïndiceerde zorg moet worden geleverd. Om dit
mogelijk te maken sluit het zorgkantoor contracten af met meerdere
zorgaanbieders. Hierdoor hebben cliënten ook de mogelijkheid om te
kiezen uit verschillende zorgaanbieders. Ik waardeer het positief dat
cliënten de keuze hebben tussen meerdere aanbieders. Achtergrond
hierbij is niet alleen dat de structurele keuzemogelijkheden voor
cliënten worden vergroot, maar ook dat nieuwe concepten een kans
krijgen en nieuwe aanbieders vaak efficiënter opereren. Het is
mogelijk dat op een gegeven moment meer cliënten zorg wensen af te
nemen van aanbieders dan de productieafspraken van die aanbieders
toelaten. Indien andere zorgaanbieders deze zorg niet (kunnen) leveren
kan het zorgkantoor alsnog besluiten meer productie aan die aanbieders
toe te kennen. Het zorgkantoor zal hier echter voorzichtig mee om gaan
om te voorkomen dat een beperkt aantal aanbieders de regionale markt
gaat domineren. Hiermee voorkomt het zorgkantoor dat de
keuzemogelijkheden van de cliënt op de langere termijn beperkt zouden
worden. Het zorgkantoor maakt derhalve de afweging om in het lopende
jaar een lichte beperking toe te staan van de keuzevrijheid van de
cliënt ten gunste van de structurele handhaving van de
keuzemogelijkheden van de cliënt.
Vraag 4
Erkent u dat de zorgkantoren en gemeenten in eerste instantie
verantwoordelijk zijn voor een passend zorgaanbod, en dus met
voldoende aanbieders in de regio afspraken moeten? Zo ja, hoe
controleert u dat de zorgkantoren/gemeenten zorgdragen voor een
passend en kwalitatief goed aanbod van zorg? Zo neen, wie is daar dan
verantwoordelijk voor?
Antwoord 4
Binnen de AWBZ is een belangrijke rol weggelegd voor zorgkantoren en
zorgaanbieders. Zorgkantoren hebben de zorgplicht. Via de contracten
met de zorgaanbieders wordt voorzien in de zorgleverantie. Dit is geen
vrijblijvende taak. De NZa zal deze partijen dan ook aanspreken op hun
verantwoordelijkheid in het kader van de AWBZ.
De Wmo noemt het voeren van een huishouden als een van de vier
terreinen waarop gemeenten de plicht hebben om belemmeringen te
compenseren die mensen als gevolg van een beperking bij hun
participatie ondervinden. Gemeenten sluiten met meerdere aanbieders
contracten af voor het leveren van hulp bij het huishouden. In bestek
en contract nemen zij kwaliteitseisen op. Volgens de "Eerste
tussenrapportage Wmo-evaluatie" (SCP, 2008) staat kwaliteit van de
hulp bovenaan in de rangorde van aspecten die bij de aanbesteding van
hulp bij het huishouden een rol spelen. Bij 98% van de gemeenten was
dit het geval. Als het gaat om kwaliteit moeten aanbieders voldoen aan
meerdere wettelijke verplichtingen. Zo blijft de Kwaliteitswet
zorginstellingen van toepassing op de hulp bij het huishouden. Ook
zijn de Wet klachtrecht cliënten zorgsector en de Wet medezeggenschap
cliënten zorginstellingen van toepassing.
Vraag 5
Erkent u dat zorgkantoren/gemeenten er vervolgens voor moeten zorgen
dat mensen de zorg kunnen krijgen van de instelling/zorgaanbieder door
wie zij geholpen willen worden? Zo ja, waarom verwijzen zorgaanbieders
mensen dan toch door naar andere aanbieders? Zo neen, waarom niet? Wat
is uw mening over deze gang van zaken?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Erkent u dat deze praktijk klantonvriendelijk maar ook belastend is
voor mensen?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Welke maatregelen gaat u treffen, zodat de thuiszorg
klantvriendelijker wordt en dat mensen gegarandeerd zijn van de zorg
van de zorgaanbieder die zij willen, indien deze aanbieder voldoet aan
alle kwaliteitseisen die aan zorgaanbieders gesteld worden en er een
contract met een zorgkantoor/gemeente aanwezig is?
Antwoord 7
Naar mijn mening heb ik voldoende stappen gezet om de continuïteit van
de zorgverlening zoveel mogelijk en zo klantvriendelijk mogelijk te
kunnen garanderen. Vooralsnog zie ik dan ook geen aanleiding voor
verdere maatregelen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport