Reactie Dijsselbloem op discussie vastleggen etniciteit
22-12-2008 12:05
Op pvda.nl reageerden bezoekers afgelopen weken op de stelling Het is
een goed idee de etniciteit van criminelen te registeren, zodat er
voor een meer gerichte aanpak gekozen kan worden.
PvdA-kamerlid Dijsselbloem reageert: In bepaalde bevolkingsgroepen
doen zich specifieke problemen voor die alleen met behulp van
specifiek beleid opgelost kunnen worden.'
Reactie Jeroen Dijsselbloem: De discussie op de website laat zien zijn
er ongeveer evenveel mensen voor als tegen het registeren van de
etniciteit van criminelen zijn. Dit is niet zo vreemd, want door zowel
voorstanders als tegenstanders zijn er gewichtige argumenten te
noemen. Welke argumenten de doorslag geven in de algemene discussie
over het registeren op basis van etniciteit, hangt af van de
maatschappelijke werkelijkheid.
De huidige maatschappelijke werkelijkheid is, dat binnen bepaalde
bevolkingsgroepen specifieke problemen, zoals hoge werkloosheid, hoge
criminaliteit, psychische aandoeningen, of eerwraak, zich kunnen
voordoen. Het kan nodig zijn deze specifieke problemen aan te pakken
met specifiek beleid. Het speciale beleid voor Antilliaanse
risicojongeren zoals we dat al jaren kennen en het voornemen van het
kabinet om met gemeenten specifiek beleid gericht op Marokkaanse
risicojongeren op te zetten, zijn daar voorbeelden van.
Voor het formuleren van dit beleid is het nodig beter zicht te hebben
op omvang en oorzaken. Vervolgens moeten de specifieke maatregelen
(preventief en soms ook repressief) en de doelgroep bij elkaar worden
gebracht. In dat verband kan het dus van belang zijn te weten wat de
herkomst en afkomst van de jongeren is.
Gelet op de discussie op de website staan sommige leden uit de
Nederlandse samenleving huiverig tegenover het gebruik en registeren
van etniciteit. Tegenwoordig wordt echter bij verschillende instanties
de etniciteit geregistreerd en gebruikt. Zo kan in politiebestanden
geboorteplaats, geboorteland en signalement worden vastgelegd. In de
Gemeenschappelijke basisadministratie (GBA) wordt van iedereen in
Nederland herkomst (geboorteplaats), nationaliteit en afkomst
(herkomst en nationaliteit ouders) vastgelegd. De deelgemeenten in
Rotterdam hebben bijvoorbeeld een Deelgemeentelijke Organisatie
Sluitende Aanpak (DOSA). Deze gemeentelijke organisatie stemt hulp af
op basis van primaire gegevens, waaronder de geboorteplaats van de
risicojongere en diens ouders, die in de GBA staan. Dankzij de
gegevens over de afkomst van de jongere stuurt de DOSA een
hulpdienstzo als een Marokkaanse mentor naar een jongere van
Marokkaanse komaf en niet naar een Surinaamse jongere voor wie deze
specifieke hulp niet is afgestemd.'
Kortom in bepaalde bevolkingsgroepen doen zich specifieke problemen
voor die alleen met behulp van specifiek beleid opgelost kunnen
worden. De afkomst is van belang om dit specifieke beleid te kunnen
afstemmen op de hulpbehoevende. We zullen daar zorgvuldig mee om
moeten gaan.
Naar de discussie >
Partij van de Arbeid