Rapport
Datum: december 2008
scope en visie
goederenvervoer over de weg
Datum Pagina
2 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
Inhoudsopgave
Samenvatting 4
1 Doel en aanleiding nieuwe visie 6
1.1 Algemeen 6
1.2 Ontwikkellijnen 6
1.3 Toezichtarrangement 7
1.4 Leeswijzer 7
2 Het domein goederenvervoer over de weg 8
2.1 Wet- en regelgeving 8
2.1.1 Wet goederenvervoer over de weg 8
2.1.2 Wet vervoer gevaarlijke stoffen en het ADR 8
2.1.3 Arbeidstijdenbesluit vervoer: rij- en rusttijden 9
2.1.4 Wegenverkeerswetgeving 9
2.2 Domeinbeschrijving 9
2.2.1 De sector van het beroepsgoederenvervoer 9
2.2.2 Marktktobservaties 9
2.2.3 Samenwerkende toezichthouders 10
2.2.4 Onder toezicht gestelden 10
2.2.5 Tafel van elf 10
3 Trends en analyse van het domein: naar een vernieuwd
toezicht 12
3.1 Ontwikkelingen in het domein 12
3.1.1 Veiligheid en vrachtverkeer 12
3.1.2 Internationalisering van het wegvervoer 12
3.1.3 Naleving van wet- en regelgeving 12
3.2 Ontwikkelingen in het toezicht 13
3.2.1 Toegevoegde waarde voor de samenleving 13
3.2.2 Samenwerken en integreren 14
3.2.3 Uitgaan van verdiend vertrouwen: systeemtoezicht 14
3.2.4 Actief naar beleid: investeren in Europa 14
4 Nieuwe visie op het toezicht vertaald in aandachtsgebieden en
speerpunten 15
4.1 Investeren in resultaatgericht toezicht 15
4.1.1 Analytisch vermogen 15
4.1.2 Systeemtoezicht op het niveau van de bedrijven 15
4.1.3 Europa 16
4.1.4 Samenwerking: Inspectieloket Wegvervoer 17
4.1.5 Digitalisering 17
4.2 Prioriteiten 18
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
3 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
4.2.1 Algemeen: veiligheid en duurzaamheid 18
4.2.2 Drie ongewenste kwaliteiten 18
4.2.3 Gevaarlijke stoffen 20
4.2.4 Overbelading: Weigh in motion 20
4.2.5 Risico's gewogen 20
4.3 Profiel van de Inspectie 21
5 Van visie naar verandering 22
5.1 Randvoorwaarden 22
5.2 Implementatie 22
5.3 Planning 23
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
4 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
Samenvatting
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft haar keuzen op het gebied van
prioriteiten en van de inrichting van haar toezicht op het goederenvervoer over
de weg in voorliggend rapport neergelegd. Het is de verwoording van een
trendbreuk die overigens al gedurende de afgelopen twee jaren is ingezet. De
gekozen richting is in overeenstemming met de inzichten die in de sector zijn
gegroeid en waarover van de kant van de Inspectie met betrokkenen is
gecommuniceerd.
In overeenstemming met het kabinetsbeleid zal de Inspectie bevorderen dat
bedrijven kwaliteitssystemen ontwikkelen voor het borgen van de veiligheid en
de kwaliteit van het leefmilieu alsmede voor de naleving van voorschriften. Het
toezicht zal zich dan richten op de werking van die systemen en op de naleving
van procedures en voorschriften die er onderdeel van uitmaken. De introductie
van keurmerken kan hier een rol spelen. Bedrijven die in deze ontwikkeling
meegaan zullen zoveel mogelijk worden gevrijwaard van gerichte wegcontroles.
Deze kentering in de richting van systeemtoezicht is een van de speerpunten.
Voorts zal de Inspectie de inzet van digitale toezichtinstrumenten, zoals de
tachograaf en andere elektronische meetinstrumenten, gebruiken om controles
op de weg te automatiseren, maar ook om gegevens te genereren en te
verzamelen die nodig zijn voor de verbetering van de informatiepositie en de
versterking van het analytisch vermogen. Ook de samenwerking in het nieuw
opgerichte Inspectieloket Wegvervoer met andere toezichthouders zal leiden tot
een verhoogde efficiency en effectiviteit van het toezicht. Controlehandelingen
van de Inspectie kunnen worden `meegenomen' met die van andere
toezichthouders, en omgekeerd.
In lijn met de ontwikkeling zoals die over de breedte van de toezichtdomeinen
van de Inspectie is ingezet zullen gegevens die voortkomen uit de analyse van
ongevallen worden gebruikt voor het leggen van causale verbanden met
ongewenste maatschappelijke omstandigheden. Op die manier is de Inspectie
beter in staat risico's te benoemen en interventies te kiezen.
Bij alle vernieuwende initiatieven zal de aansluiting bij de Europese
ontwikkelingen op het gebied van het toezicht de nodige aandacht vragen. In
Brussel immers wordt de koers vooral bepaald door initiatieven gericht op de
intensivering van het controlerend toezicht op de weg. Om die reden, maar ook
omdat de verschuiving van het toezicht naar het niveau van de bedrijven de
nodige tijd zal vergen en de resultaten ervan moeten worden afgewacht, zal de
Inspectie Verkeer en Waterstaat de komende tijd nog onverminderd zichtbaar op
de weg controletaken uitvoeren.
Op basis van de uitkomst van risicoanalyses die binnen het domein zijn verricht
en op basis van eigen onderzoek zijn de inhoudelijke prioriteiten voor het
toezicht op het goederenvervoer over de weg gegroepeerd rond een aantal
onderwerpen. Deze liggen op het gebied van veiligheid en leefmilieu.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
5 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
Deze analyse moet worden gezien als de weergave van de huidige stand van
zaken. Voortgaand onderzoek en verdere analyses, die tot nieuwe inzichten
leiden, zullen nieuwe accenten en verschuivingen tot gevolg hebben.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
6 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
1 Doel en aanleiding nieuwe visie
1.1 Algemeen
De Inspectie Verkeer en Waterstaat werkt permanent aan de verbetering van de
uitvoering van haar toezichttaken. Tegen de achtergrond van belangrijke
ontwikkelingen in het toezichtdomein bestaat de behoefte de strategische
keuzen van de Inspectie in een document vast te leggen en om van daaruit te
formuleren waarop het toezicht zich de komende jaren zal richten. Daarbij wordt
aangehaakt bij een vernieuwingsprogramma voor de gehele Inspectie, zoals dit
thans wordt ontwikkeld. In de algemene visie van Verkeer en Waterstaat past het
`van buiten naar binnen' te werken. Het visiedocument is tijdens de
totstandkoming ervan onderwerp van bespreking geweest met het
Overlegorgaan Goederenvervoer en met de individuele deelnemers daarvan.
Opmerkingen en kanttekeningen die in dat verband zijn gemaakt hebben een
plaats gevonden in dit rapport. Een en ander betekent dat de keuzen die de
Inspectie heeft gemaakt in de buitenwereld worden herkend. Vanzelfsprekend
geldt hetzelfde voor het beleid dat door de beleidsdirecties van het departement
is uitgezet.
1.2 Ontwikkellijnen
Genoemd vernieuwingsprogramma bevat een viertal ontwikkellijnen die vorm
geven aan een verbreding van de primaire bewaking van de naleving van wet-
en regelgeving naar inspireren tot en stimuleren van de sector de veiligheid en de
duurzaamheid te bevorderen. Daarnaast ziet de Inspectie toe op de naleving van
regels die zijn geschreven ter bevordering van een deugdelijke marktwerking. De
ontwikkellijnen van de Inspectie Verkeer en waterstaat zijn als volgt omschreven.
1. `Toegevoegde waarde voor de samenleving' als ontwikkellijn houdt een
verschuiving in van oriëntatie op de sectoren naar behoeften van de
samenleving en het daarbij inspelen op belangen en perceptie van de
samenleving. Daaraan ligt de behoefte in de samenleving aan zicht op de
feitelijke situatie rond veiligheid en duurzaamheid en de verbetering
daarvan ten grondslag.
2. `Samenwerken en integreren' betekent het realiseren van goed
afgewogen, afgestemd en doelmatig ingericht toezicht. Hier gaat het om
een goed functionerend overheidsapparaat dat `waar voor het geld'
levert, dat wil zeggen efficiënt en effectief is. De Inspectie positioneert
zich nu eens als specialist van één of meerdere onderdelen van een
transport- of watersysteem en neemt dan weer een regiefunctie op zich,
gericht op de adequate inrichting van de zorg voor veiligheid en
duurzaamheid, voor zover deze is gerelateerd aan de
verantwoordelijkheid van de minister van VenW.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
7 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
3. 'Uitgaan van verdiend vertrouwen' ligt in het verlengde van het
kabinetsbeleid om minder vanuit wantrouwen en meer op basis van
vertrouwen te werken. Voor het toezicht is daarbij het uitgangspunt dat
de bedrijven het vertrouwen moeten verdienen en blijvend moeten
waarmaken. De Inspectie zal daartoe actief op zoek gaan naar de voor de
doelgroepen passende vorm van toezicht. Dit laat onverlet dat de
Inspectie waar het moet stevig zal optreden.
4. `Actief naar het beleid' houdt een tijdige en duidelijke inbreng van de
Inspectie in voor nationale én internationale beleidswijzigingen met
betrekking tot toezicht. Zij wil - waar dat effectief en nuttig is - meer
invloed organiseren in internationaal en met name EU-verband. Daarvoor
zoekt zij de afstemming met het beleidsdepartement, de Inspectieraad
(samenwerkingsverband van toezichthouders) en/of gelijkgestemde
zusterorganisaties in het buitenland.
1.3 Toezichtarrangement
Dit document is de opmaat voor een nieuw toezichtarrangement. Daarin wordt
beschreven welke bijdrage de Inspectie samen met andere toezichthouders zal
leveren aan de verbetering van veiligheid en duurzaamheid van het wegvervoer.
Dit toezichtarrangement zal in 2009 door de Minister van Verkeer en Waterstaat
worden vastgesteld.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt een beeld geschetst van het domein en in hoofdstuk 3 van
de ontwikkelingen van het toezicht op het goederenvervoer over de weg. In
hoofdstuk 4 wordt de visie op het toezicht beschreven. Tot slot staat in
hoofdstuk 5 het traject naar het nieuwe toezicht beschreven en een beschrijving
van de randvoorwaarden.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
8 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
2 Het domein goederenvervoer over de weg
2.1 Wet- en regelgeving
De minister van Verkeer en Waterstaat is verantwoordelijk voor de veiligheid en
duurzaamheid van het goederenvervoer over de weg. Daartoe is een stelsel van
wet- en regelgeving ingericht, op de naleving waarvan de Inspectie toeziet. Een
deel van deze wet- en regelgeving richt zich tot bedrijven en personen die
beroepsmatig betrokken zijn bij het goederenvervoer over de weg. Daarnaast is
op de sector direct of indirect Europese regelgeving van toepassing en is ons land
gebonden aan internationale verdragen en afspraken. Voor het vervoer van
gevaarlijke stoffen is voorts regelgeving afkomstig van de Verenigde Naties van
toepassing. De belangrijkste wetgeving wordt hieronder weergegeven.
2.1.1 Wet goederenvervoer over de weg
De belangrijkste wet die de sector reguleert is de Wet goederenvervoer over de
weg. Deze wet stelt voor het beroepsgoederenvervoer een vergunningplicht in
voor vrachtauto's met een laadvermogen van 500 kilo of meer.1 Deze
vergunningplicht geldt niet voor de zogeheten eigenvervoerders. Dat zijn
vervoerders die geen vervoer voor derden verrichten. De uitvoerende
werkzaamheden rond de vergunningverlening zijn ondergebracht bij de Stichting
Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO). Deze
vergunningverlenende instantie staat onder toezicht van het ministerie van
Verkeer en Waterstaat. Controle op de naleving van de wettelijke voorschriften
behoort tot de taak van de Inspectie. Daarnaast hebben de Douane en de politie
hier een taak.
2.1.2 Wet vervoer gevaarlijke stoffen en het ADR
De wetgeving op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen regelt onder
welke voorwaarden gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De Inspectie
ziet toe op de naleving van de voorschriften en verleent onder specifieke
omstandigheden vereiste ontheffingen. Het zogeheten Accord européen relatif
au transport international de marchandises Dangereuses par Route (ADR) is het
belangrijkste internationale verdrag waarop wordt toegezien. Naast de Inspectie
zijn de douane, de Koninklijke Marechaussee en de politie als toezichthouders
aangewezen.
De normeringen waarop wordt toegezien zijn uitgebreid en technisch van aard
en praktisch alle gebaseerd op internationale verdragen. Het toezicht op het
vervoer van gevaarlijke stoffen vindt plaats vanuit de ketenbenadering, dat wil
zeggen over de grenzen van vervoersmodaliteiten en verantwoordelijkheden
1 Deze wet zal worden vervangen door de Wet wegvervoer goederen. In dat verband is in bespreking om
de 500 kg grens te verhogen tot 3500 kg. Op die manier zou het onderscheid tussen een nationale en een
communautaire vergunning (voor grensoverschrijdend vervoer in Europa) wegvallen. De besluitvorming
hierover is nog niet afgerond, maar de verwachting is dat de grens bij 500 kg, welke grens dus kan worden
gezien als een top op de Europese regelgeving, zal blijven bestaan.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
9 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
binnen de overheid heen. Het toezicht vindt zoveel mogelijk plaats aan de bron
van het vervoer en zelfs van de productie, van de verwerking en van opslag.
2.1.3 Arbeidstijdenbesluit vervoer: rij- en rusttijden
Het Arbeidstijdenbesluit vervoer is een wettelijke regeling waarop door de
Inspectie wordt toegezien. Het gaat dan vooral om de rij- en rusttijden. Alle
vrachtauto's waarvan het kentekenbewijs een laadvermogen van meer dan 500
kilo vermeldt, vallen onder het arbeidstijdenbesluit vervoer. Voertuigen met een
toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg zijn in principe
tachograafplichtig.2 Wegcontroles in het beroepsgoederenvervoer worden
verzorgd door de Inspectie Verkeer en Waterstaat, terwijl de Arbeidsinspectie de
bedrijfsinspecties bij eigenvervoerders verzorgt. Ook de politie is op dit gebied
actief.
2.1.4 Wegenverkeerswetgeving
De Inspectie heeft een bescheiden taak in de handhaving van de
wegenverkeerswetgeving. De wet verbiedt overbelading van vrachtauto's. Het
maatschappelijk belang hiervan is naast de veiligheid vooral verbonden aan het
onderhoud van de infrastructuur (kosten, verkeershinder) en aan een goede
marktwerking zonder valse concurrentie.
2.2 Domeinbeschrijving
2.2.1 De sector van het beroepsgoederenvervoer
De Inspectie richt zich primair op de ongeveer 12.000 bedrijven actief in het
beroepsgoederenverkeer. Ongeveer 10.000 daarvan zijn actief in het
grensoverschrijdend vrachtverkeer. Deze aantallen zijn sinds 2001 stabiel.
Daarnaast zijn er zo'n 60.000 eigenvervoerders (bron: EVO).3
De genoemde primaire oriëntatie op de vergunningplichtige beroepsvervoerders
laat onverlet dat de Inspectie bevoegd is en taken heeft ten aanzien van regels
die ook voor andere vervoerders en/of weggebruikers gelden.
2.2.2 Marktktobservaties
Het is hier niet de plaats uitgebreid in te gaan op het functioneren van de markt
van het goederenvervoer over de weg. Niettemin wordt hier een tweetal voor
het toezicht van de Inspectie relevante waarnemingen neergelegd.
De eerste is dat de markt sterk competitief is en dat de vervoerder dan ook
voortdurend op is zoek naar kostenreductie. Daarbij kan de naleving van regels
2 Echter: eigenvervoerders zijn, wanneer ze minder dan 12 uur per week rijden op een voertuig van minder
dan 7500 kilo, vrijgesteld van het gebruik van de tachograaf (Brief van minister VenW aan EVO, met
nummer VenW/DGTL-2007/10.284). Beroepsvervoerders met een voertuig met een toegestane maximum
massa van minder dan 7500 kilo maar meer dan 3500 kg vallen dus wél onder de tachograafplicht.
3 Tot voor kort waren de eigenvervoerders verplicht geregistreerd bij de Stichting Inschrijving Eigen
Vervoer (SIEV). Vooruitlopend op de nieuwe Wet wegvervoer goederen wordt deze verplichting niet meer
gehandhaafd en is de SIEV gestopt met haar registratie.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
10 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
zeker bezien over de korte termijn in het gedrang komen. De toezichthouder
moet hier rekening mee houden.
De tweede observatie is dat de markt divers is. Van een eenduidige sector van
het goederenvervoer is geen sprake. Er zijn grote ondernemingen met een
uitgebreid wagenpark. Maar er zijn ook kleine bedrijfjes die met een paar
voertuigen actief zijn. De dynamiek van de markt verschilt ook sterk naar soorten
transport. Er zijn pakketpostondernemingen naast bedrijven die zich toeleggen
op het gekoelde transport per container. Er zijn gespecialiseerde vervoerders naar
soort goederen, variërend van pluimvee tot LPG. Over het algemeen is de
organisatiegraad relatief laag. Bovendien zijn er vaak per soort transport aparte
brancheverenigingen. Bevordering van het zelfregulerend vermogen van de
sector is tegen deze achtergrond moeilijker dan in andere sectoren. Sectorbrede
afspraken met vertegenwoordigende organisaties vergen maatwerk en kosten
meer aandacht en tijd dan in andere domeinen. Het contact met individuele
bedrijven zal ook in de toekomst centraal blijven staan.
2.2.3 Samenwerkende toezichthouders
De Inspectie `ontmoet' in het domein een groot aantal andere toezichthouders:
- Korps landelijke politiediensten en de regionale politiekorpsen
- Algemene Inspectie Dienst
- Voedsel en Warenautoriteit
- Belastingdienst/Douane
- VROM-Inspectie
- Arbeidsinspectie
- Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst
- Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst
- Koninklijke Marechaussee
- Gemeenten/Provincies
- Brandweer
- Waterschappen
- Rijksdienst voor het Wegverkeer
- Inspectie Vervoer Planten, Bloemen, Groente en Fruit
Ter bevordering van de samenwerking en het terugdringen van de toezichtlasten
is het Inspectieloket Wegvervoer actief. Dit wordt verderop besproken.
2.2.4 Onder toezicht gestelden
De wet onderscheidt de volgende categorieën van onder toezicht gestelden, de
objecten van toezicht:
- beroepsvervoerder van goederen
- eigen vervoerder van goederen
- afzender van gevaarlijke stoffen
- geadresseerde van gevaarlijke stoffen
- bestuurder van een vrachtauto.
2.2.5 Tafel van elf
In de toezichtontwikkeling wordt wel gebruik gemaakt van de zogeheten tafel
van elf. Dat is een opsomming van elf punten die de weergave zijn van de
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
11 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
motieven voor (niet) naleven. In het goederenvervoer levert een beschouwing
van deze elf punten het volgende op. Deze beschouwing is gebaseerd op de
analyse van inspectiegegevens en van `expert judgement' van de inspecteurs.
1. Kennis van de regels
Dit punt levert een gevarieerd beeld op. De belangrijke regels worden goed
gekend. Bij de grote bedrijven is er een betere kennis van de regelgeving dan bij
de kleine. De kennis van de regelgeving op het gebied van de gevaarlijke stoffen
is over het algemeen goed.
2. Kosten/baten
De kosten- batenanalyse voor bedrijven ten aanzien van de naleving van de
voorschriften valt in een aantal gevallen negatief uit voor de naleving.
3. Mate van acceptatie
Ook hier een gevarieerd beeld. Van de rij- en rusttijden bijvoorbeeld is bekend
dat in de sector de opvatting bestaat dat de regelgeving is doorgeschoten. Bij het
vervoer van gevaarlijke stoffen ligt dat anders.
4. Normgetrouwheid
De branche werd vroeger wel vereenzelvigd met de sfeer van de vrije jongens.
Tegenwoordig is dat anders.
5. Maatschappelijke controle en 6. Meldingskans
Zoals met alle zaken die met het wegvervoer te maken hebben is er een hoge
maatschappelijke aandacht voor het wegvervoer. Deze leidt echter niet zo snel
tot maatschappelijke controle. Immers, een rijdende chauffeur van een
vrachtwagen is niet zo eenvoudig tot verantwoording te roepen. Maar bedrijven
die gevaarlijke stoffen vervoeren voelen de maatschappelijke controle beter.
7. Controlekans en 8. Detectiekans
Zoals reeds eerder verwoord is de kans op een controle op de naleving van de
regels voor de sector niet altijd groot. Vergeleken met de omvang van het
goederenvervoer is het aantal toezichthouders gering. Dit wordt anders wanneer
de samenwerking in het Inspectieloket wegvervoer goed van de grond komt.
Digitalisering draagt bij aan een hogere controlekans.
9. Selectiviteit
Op dit moment wordt met een zekere mate van selectiviteit gewerkt die vooral
het resultaat is van de expert judgement van de inspecteur. De Inspectie werkt
hard aan de verbetering van haar selectiemethoden met behulp van
risicoanalyses.
10. Sanctiekans en 11. Sanctie-ernst
De sanctiekans is in geval van een vastgestelde overtreding hoog als het gaat om
het opleggen van een boete. De ultieme sanctie van de intrekking van de
vergunning is vrij laag. Dat heeft ook te maken met het feit dat de intrekking van
vergunningen niet aan de Inspectie is gemandateerd. De procedure die tot
intrekking leidt is dan ook omslachtig te noemen.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
12 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
3 Trends en analyse van het domein: naar een
vernieuwd toezicht
De Inspectie plaatst haar nieuwe visie tegen de achtergrond van ontwikkelingen
of trends die enerzijds te maken hebben met wat zich in het domein zelf afspeelt
en anderzijds in het verlengde liggen van het kabinetsbeleid over toezicht.
3.1 Ontwikkelingen in het domein
3.1.1 Veiligheid en vrachtverkeer
In 2006 is door het ministerie een onderzoek gedaan naar ongevallen met
vrachtauto's op rijkswegen over de periode 2000-2005. Het slachtofferschap op
rijkswegen als gevolg van ongevallen waarbij vrachtwagens zijn betrokken
vertoont een stabiel beeld. Van het totaal aantal dodelijke slachtoffers is het
aandeel ongeveer 15%. Van het aantal ziekenhuisopnames van gewonden 6%.
Dat is een belangrijke daling vergeleken met de periode van vóór 2000. Het
aandeel van vrachtauto's betrokken bij ongevallen van het totaal aantal vertoont
een constant beeld (28%).
3.1.2 Internationalisering van het wegvervoer
De internationalisering schrijdt voort in het goederenvervoer. De
vervoersmarkten in Europa worden meer open. Buitenlandse vervoerders zijn in
ons land actief en ook de chauffeurs op Nederlandse vrachtauto's hebben in
toenemende mate een buitenlands paspoort. De uitbreiding van de Europese
Unie met landen uit het voormalige Oostblok heeft een belangrijke impuls
gegeven aan deze trend. De internationalisering heeft ook invloed op ons
toezicht:
- Regelgeving is in toenemende mate afkomstig van de Europese Unie.
- Er ontstaan problemen als gevolg van taalbarrières.
- De handhaving van voorschriften vindt ook in het buitenland plaats, waarbij de
sector te maken krijgt met strengere regimes dan zij in Nederland gewend zijn.
De harmonisatie van het handhavingsbeleid in Europees verband is dus erg
belangrijk.
- Er zijn zorgen over het aantal ongevallen dat door buitenlandse chauffeurs
wordt veroorzaakt.
3.1.3 Naleving van wet- en regelgeving
De naleving van wet- en regelgeving vertoont een gevarieerd beeld. Over het
algemeen kan worden gezegd dat het effect van het toezicht van de Inspectie op
de nalevingcijfers beter moet worden geanalyseerd en vervolgens verbeterd. De
volgende meer specifieke aandachtpunten zijn:
- Als gevolg van slechte naleving van de regels over overbelading treedt een te
hoge slijtage van de Nederlandse wegen aan het daglicht.
- De naleving van de voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is te
laag. Aan de andere kant is het transport van gevaarlijke stoffen over de weg
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
13 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
veilig te noemen, in die zin dat er weinig ongevallen of incidenten plaatsvinden
waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen.
- De invoering van de digitale tachograaf heeft een hoge impact voor de sector.
Er zijn feitelijke problemen gesignaleerd met de naleving van de voorschriften op
het gebied van rij- en rusttijden. In het bijzonder gaat het dan om hoge
cumulatieve boetes opgelegd in het buitenland voor op zichzelf geringe
overtredingen.
3.2 Ontwikkelingen in het toezicht
Het toezicht zoals dat door de Inspectie wordt verricht maakt de volgende
ontwikkelingen door. Deze zullen worden besproken aan de hand van de
ontwikkellijnen van 1.2.
3.2.1 Toegevoegde waarde voor de samenleving
De Inspectie brengt haar activiteiten in een directer verband met
maatschappelijke effecten die men wil bereiken. Dit betekent dat de focus niet
meer alleen ligt bij de bevordering van de naleving door het opleggen van
sancties. Regels die geen effect hebben, verdienen minder aandacht dan de
beïnvloeding van omstandigheden die in een rechtstreeks verband staan met een
maatschappelijk effect.
Ten aanzien van het goederenvervoer over de weg is nog een aantal specifieke
punten te noemen:
· Het interventiespectrum is thans bij het toezicht op het goederenvervoer
niet echt breed. De wet kent naast het opleggen van boetes weinig
instrumenten.
· Een verband tussen toezichtactiviteiten en resultaten op het gebied van
de naleving is nauwelijks te leggen. Bovendien ontbreekt over het
algemeen het kader voor het doen van kwalitatieve uitspraken over de
naleving. Het verband tussen beoogde effecten van het toezicht, bij
voorbeeld uitgedrukt in slachtofferschap, en toezichtactiviteiten kan nog
onvoldoende worden gelegd.
De Inspectie moet goed in staat zijn haar prioriteiten te stellen tegen de
achtergrond van wat de samenleving van haar mag verwachten. Ongewenste
risico's moeten in beeld zijn en van een antwoord worden voorzien. Daarom
moeten de risico's in hun aard en omvang worden gekend en moeten er causale
verbanden worden gelegd met feiten en omstandigheden die daarbij een rol
spelen, inclusief de impact van het toezicht en de instrumenten die de
toezichthouder in handen heeft of moet krijgen. Het toezicht moet worden
verbreed in de richting van een proactieve benadering met een zwaardere inzet
op kennisontwikkeling. Dit vergt een risicogeoriënteerde kijk op het domein en
vraagt om investeringen op het gebied van kennis en informatievoorziening. Een
complicerende factor hierbij is de geringe samenhang in de markt van het
goederenvervoer.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
14 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
3.2.2 Samenwerken en integreren
Deze trend in het toezicht krijgt voor de Inspectie vooral vorm in de activiteiten
rond het Inspectieloket Wegvervoer.
3.2.3 Uitgaan van verdiend vertrouwen: systeemtoezicht
Deze trend in het toezicht is belangrijk voor de Inspectie. Het toezicht wordt
meer toegesneden op de objecten van toezicht. Daar waar mogelijk zullen
methoden van systeemtoezicht worden beproefd. Verderop wordt hierop
teruggekomen.
3.2.4 Actief naar beleid: investeren in Europa
Van de Inspectie wordt proactieve aanwezigheid bij de beleidsontwikkeling van
het ministerie verwacht. Dit geldt met name voor het vermogen van de Inspectie
op tijd en adequaat de belangen van het toezicht in de Europese context aan de
orde te stellen. Er moet meer worden afgestemd en samengewerkt tussen de
beleidsdirecties van het ministerie en de Inspectie.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
15 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
4 Nieuwe visie op het toezicht vertaald in
aandachtsgebieden en speerpunten
De hierboven beschreven ontwikkelingen en trends leiden tot een vernieuwd
toezichtprofiel dat in navolgende punten is uitgewerkt. Deze punten hebben
zowel betrekking op de keuzen rond de inhoud van het werk als op zaken die
intern moeten worden opgepakt.
4.1 Investeren in resultaatgericht toezicht
De hierboven genoemde oriëntatie op de maatschappelijke meerwaarde van het
toezicht leidt tot een aantal aandachtsvelden.
4.1.1 Analytisch vermogen
Een resultaatgericht toezicht veronderstelt kennis en inzicht in wat er zich
voordoet in de sector en in de effecten die mogen worden verwacht van onze
activiteiten. Bovendien moet goed worden onderbouwd waar de prioriteiten
moeten worden gelegd. Dat vereiste inzicht moet worden verbeterd. Uiteindelijk
moet worden bereikt dat de Inspectie in staat is de effecten van haar
werkzaamheden goed te voorspellen en kwantificeren en dat de causale
verbanden met veiligheid en duurzaamheid kunnen worden gelegd. De gegevens
die geanalyseerd moeten worden, dienen een hoge kwaliteit te hebben in termen
van eenduidigheid, accuraatheid en volledigheid. Dit stelt eisen aan de kwaliteit
van de informatiehuishouding.
De focus wordt voor een deel verscherpt doordat de Inspectie onderzoek zal
doen naar de achtergrond van ongevallen en incidenten in het goederenvervoer.
4.1.2 Systeemtoezicht op het niveau van de bedrijven
Het professionele goederenvervoer over de weg wordt gedaan door
ondernemingen. Chauffeurs worden aangestuurd door de bedrijfsleiding.
Beïnvloeding van de keuzen van die bedrijfsleiding werkt dus rechtstreeks door in
de gedraging van de chauffeur. Vanuit die notie ligt het voor de hand de
aandacht vooral op het niveau van de bedrijven te richten. Het toezicht moet zo
zijn ingericht dat naleving in elk geval op de lange termijn marktvoordelen biedt.
Dat kan door een hoge effectiviteit van het toezicht (grote pakkans en hoge
boetes), maar ook door reductie van toezichtlasten bij een hoge `compliance' in
combinatie met het ondersteunen van een publieke kenbaarheid daarvan. Maar
er is ook een praktische benadering die eveneens tot de conclusie leidt, dat het
toezicht moet verschuiven naar de bedrijven. In Nederland rijden meer dan
130.000 voertuigen met een laadvermogen van meer dan 3.500 kilo, exclusief de
buitenlandse auto's. Al deze vrachtwagens staan onder toezicht van de Inspectie.
Het is volstrekt illusoir het toezicht met de beschikbare capaciteit zo in te richten
dat er sprake is van een redelijk handhavingniveau. In de praktijk blijkt ook dat
handhaving slechts een beperkte invloed heeft op de naleving van de
voorschriften. Het moet anders. De Inspectie zal bevorderen dat
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
16 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
transportbedrijven bijvoorbeeld door een vorm van kwaliteitzorg kunnen
aantonen dat de veiligheid en de milieuzorg voldoende worden geborgd. Het
toezicht van de Inspectie kan zich dan richten op de wijze waarop die borging
plaatsvindt en op de veiligheidscultuur binnen een bedrijf. Deze beleidslijn wordt
zorgvuldig ingezet. Inspecties langs de weg hebben in een stelsel van
systeemtoezicht op de bedrijven de functie, dat kan worden beoordeeld of het
betreffende systeem ook daadwerkelijk functioneert. Dit doet de Inspectie door
de analyse van zogeheten reality checks. Het spreekt vanzelf dat systeemtoezicht
vooral een optie is voor bedrijven met een zekere omvang. Kleine bedrijven
zullen anders moeten worden benaderd. Bovendien zal de verschuiving in de
richting van systeemtoezicht zich vooralsnog moeten beperken tot de
Nederlandse ondernemingen. Een doortrekken van onze benadering naar
buitenlandse ondernemingen kan alleen voor zover de toezichthouders in andere
landen een zelfde beweging zullen maken. Van de kant van de sector is gewezen
op het risico van rechtsongelijkheid tussen Nederlandse en buitenlandse
chauffeurs en bedrijven.
In de sector worden aanzetten gedaan de kwaliteit van het goederenvervoer te
verbeteren door de introductie van keurmerken en certificering. Dit wordt gezien
als een welkome manier van zelfregulering en eigen verantwoordelijkheid.
Echter, de Inspectie zal zich steeds een oordeel hebben te vormen over de
effectiviteit van het ondersteunen van dergelijke initiatieven door het toezicht
ervan afhankelijk te maken.
Al met al zal de verschuiving van het toezicht naar het niveau van de bedrijven
vanuit een systeembenadering de noodzaak van wegcontroles vooralsnog niet
wegnemen. De Inspectie Verkeer en Waterstaat zal daarom de komende tijd
onverminderd zichtbaar op de weg aanwezig zijn.
4.1.3 Europa
Hierboven is reeds een aantal overwegingen opgeschreven over de betekenis
van de Europese context voor het toezicht van de Inspectie. Aan de ene kant
vormen de Europese regels niet echt een belemmering voor de plannen van de
Inspectie. Aan de andere kant zien we dat de keuzen die in andere lidstaten en in
Brussel worden gemaakt niet altijd overeenstemmen met de richting die de
Inspectie heeft gekozen. De bedoelde verschillen in oriëntatie betreft de
volgende punten. In algemene zin ligt in Brussel de nadruk meer op handhaving
en worden de Lidstaten gehouden aan prestaties op dat gebied, dan dat vanuit
een integrale blik wordt gekeken naar de bevordering van een gewenste
ontwikkeling. Daarnaast ligt voor de Europese Commissie meer de nadruk op de
werking van de markt (level playing field) dan op onderwerpen als
verkeersveiligheid en arbeidsomstandigheden. Voor de Inspectie ligt dat anders.
Het is dus zaak de vinger aan de pols te houden. De Inspectie zal de komende
tijd investeren in het Europese netwerk en zal haar invloed op de totstandkoming
van Europese regelgeving proberen te versterken. Dat betekent de Europese
Commissie actief benaderen teneinde de Nederlandse benadering beter over het
voetlicht te krijgen en het participeren in werkverbanden die vanwege de
Europese Commissie worden ingesteld. Maar ook de bilaterale contacten
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
17 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
opzoeken met lidstaten die op één lijn te brengen zijn met de Nederlandse
toezichtontwikkeling.
Naast deze focus op Brussel zal de Inspectie de samenwerking binnen Europa
tussen toezichthouders bevorderen en zal zij een actieve rol spelen in het
grensoverschrijdend toezicht.
4.1.4 Samenwerking: Inspectieloket Wegvervoer
Het kabinetsbeleid op het gebied van het toezicht trekt een belangrijke wissel op
het vermogen en de bereidheid van inspectiediensten tot samenwerking te
komen. Als het goed is worden langs die weg twee vliegen in één klap geslagen:
de toezichtlast voor de onder toezicht gestelden neemt af en de effectiviteit en
de efficiency van het toezicht verbeteren. Voor het domein wegvervoer is een
zogeheten Inspectieloket Wegvervoer actief. Een ideale situatie wordt in dat
verband als volgt beschreven: "Ieder bedrijf weet dan waar het aan toe is.
Bedrijven en instellingen hebben straks alleen nog te maken met gecoördineerde
afspraken en activiteiten tussen toezichthouders op basis van één geïntegreerd
toezichtprogramma. De toezichthouders organiseren de afstemming voor het
domein wegvervoer en maken daarbij gebruik van een frontoffice. Daarnaast zal
het Inspectieloket functioneren als het aanspreekpunt op het gebied van toezicht
voor bedrijven en instellingen. Door gebruik te maken van diverse
communicatiekanalen wordt door de samenwerkende toezichthouders met één
gezicht naar het domein getreden, zodat het voor een bedrijf lijkt alsof er sprake
is van één toezichthouder." De functies van het Inspectieloket omvatten
daarmee de bestanddelen van een strategieontwikkeling over de grenzen van de
eigen organisatie heen, het opstellen en coördineren van een gezamenlijk
programma, een eenduidige communicatie, één loket voor het bedrijfsleven en
kaders voor de regie van de uitvoering van taken.
De Inspectie geeft er de voorkeur aan het `eigen' toezichtarrangement te laten
opgaan in een toezichtarrangement van het Inspectieloket.
4.1.5 Digitalisering
Het toezicht wordt in toenemende mate op digitale leest geschoeid. De
achtergrond hiervan kan in een aantal punten worden gevat.
· Digitalisering ondersteunt de introductie van nieuwe moderne
toezichtinstrumenten. Het klassieke controlerende toezicht door inspecteurs
op de weg die vrachtauto's aanhouden voor een controle of een interventie is
arbeidsintensief. Met behulp van ICT toepassingen kan er veel worden
geautomatiseerd. Voorbeelden hiervan zijn het automatisch lezen van
nummerplaten en informatieborden voor de vervoerde lading, de tachograaf
en het project `Weigh in motion' met digitale waarneming van overbelading.
Op die manier kan er in de toekomst meer worden waargenomen zonder
tussenkomst van inspecteurs. Digitalisering is naast samenwerking tussen de
toezichthouders de enige methode de aantallen inspecties uit te breiden en de
pakkans voor slecht presterende bedrijven te vergroten.
· Digitalisering maakt het beter mogelijk de informatie uit te wisselen ten
behoeve van samenwerking en het analyseren van risico's, nationaal en
internationaal. Bovendien leveren de toezichtgegevens informatie op die van
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
18 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
nut kan zijn voor beleidsontwikkeling en voor het beheer van de
infrastructuur.
· Digitalisering is de manier om het toezicht op auto's en chauffeurs op de weg
zo in te richten dat er geen negatieve effecten zijn op de doorstroming van
het verkeer.
· Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen geldt bovendien dat alleen met
behulp van digitalisering toezicht kan worden gehouden op de naleving van
de voorschriften die zullen voortkomen uit de nota Vervoer gevaarlijke
stoffen, zoals verplichte routeringen en vervoersverboden.
De Inspectie zal de komende tijd investeren in projecten die het digitale toezicht
dichterbij zullen brengen.
4.2 Prioriteiten
4.2.1 Algemeen: veiligheid en duurzaamheid
In overeenstemming met de algemene lijn van de Inspectie zien we de veiligheid
als `core business'. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen interne en
externe veiligheid. De interne veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van
degenen die in het goederenvervoer werkzaam zijn, de externe veiligheid op die
van de omgeving. De aandacht is de laatste jaren verschoven in de richting van
de externe veiligheid.
Tweede prioriteit is de duurzaamheid en het leefmilieu. Het belang van een goed
functionerende markt wordt gediend als het toezicht op veiligheid en milieu de
concurrentievoordelen verbonden aan het niet naleven van voorschriften op non-
discriminatoire wijze elimineert.
Binnen deze keuze voor veiligheid en duurzaamheid als hoofdprioriteit past in
overeenstemming met het kabinetsbeleid aandacht voor security.
De Inspectie wil daarnaast een bijdrage leveren aan de bevordering van de
doorstroming van het wegverkeer. Dat is van groot belang voor de economische
ontwikkeling van ons land en voor ons profiel van distributieland. De Inspectie
kan dat doen door het helpen terugdringen van ongevallen en incidenten op de
weg. In elk geval zal worden ingezet op vormen van toezicht die de
doorstroming van het verkeer zo min mogelijk belemmeren. Dat kan door het
verschuiven van het toezicht naar het niveau van de bedrijven en door een
verdergaande digitalisering van het toezicht.
4.2.2 Drie ongewenste kwaliteiten
De Inspectie heeft met gebruikmaking van enkele wetenschappelijk
onderbouwde technieken en in een dialoog met de sector een keuze gemaakt ten
aanzien van drie `ongewenste kwaliteiten' van de sector.4 Deze drie kwaliteiten
zijn algemeen geformuleerd en zijn meer specifiek vertaald in een aantal risico's.
Ongewenste kwaliteit 1: onveilig goederenvervoer
De cijfers genoemd in 3.1.1 zijn niet zomaar in verband te brengen met de
specifieke wettelijke taken van de Inspectie en de effectiviteit van het toezicht.
4 Het betreft hier een opsomming naar de stand van begin 2008.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
19 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
Een verhoogde naleving van de voorschriften waarop de Inspectie toeziet is geen
garantie voor een vermindering van het slachtofferschap. Vanuit een brede
invalshoek is gezocht naar de risico's die tot ongevallen met slachtoffers,
materiële schade en verkeershinder (files) leiden, waarbij vrachtauto's betrokken
zijn. Binnen dit kwaliteitscluster is een zestal risico's benoemd.
1. Het onveilige gedrag in het verkeer van overige weggebruikers
Ongelukken met vrachtauto's gebeuren vaak doordat uitwijkmanoeuvres
noodzakelijk zijn als gevolg van onveilig rijden door personenauto's, bij
voorbeeld bij het invoegen of het veranderen van rijstrook.
2. Onverantwoordelijke aansturing van de chauffeurs ten aanzien van
arbeidstijden door de onderneming
De concurrentie binnen de vervoerssector is groot. De marges zijn klein.
De naleving van de voorschriften op het gebied van rij- en rusttijden is
een kostenpost voor de bedrijven. Om die reden worden chauffeurs er in
voorkomende gevallen toe aangezet de voorschriften te overtreden.
3. Gevaarlijk rijgedrag van de chauffeur
Een deel van de risico's die worden gelopen komt voor rekening van het
rijgedrag van de chauffeur.
4. Te lage pakkans en/of strafmaat bij het overtreden van voorschriften
Slechts in beperkte mate is de vrees voor de sanctie van invloed op de
bereidheid de voorschriften na te leven.
5. Onvoldoende aandacht voor veiligheidsaspecten in de bedrijfsvoering
De zogeheten `safety culture' laat nogal eens te wensen over.
6. Niet voldoende naleven van de voorschriften met betrekking tot
arbeidstijden door de chauffeur.
Ongewenste kwaliteit 2: niet-duurzaam goederenvervoer
De risico's die hier zijn geselecteerd hebben verband met de aantasting van het
leefmilieu.
1. Onvoldoende aandacht voor milieuaspecten in de bedrijfsvoering
Vaak is de zorg voor het leefmilieu de sluitpost van de bedrijfsvoering.
2. Verkeersdrukte
Het verband met verkeersdrukte en milieubelasting is evident.
Filevorming verhoogt deze belasting. Het gebruik van schone brandstof
heeft een positieve impact.
3. Te lage pakkans en/of strafmaat bij overtreding van milieuvoorschriften.
Ongewenste kwaliteit 3: ongelijke concurrentievoorwaarden
Wanneer kosten zijn verbonden aan de naleving van voorschriften, levert de
niet-naleving een voordeel op in de markt. De risico's in dit cluster hebben hierop
betrekking.
1. Bewuste ontduiking van regelgeving door ondernemingen
Wanneer bedrijven ongemoeid worden gelaten wanneer zij de
voorschriften overtreden treedt er een marktverstorend effect op ten
gunste van de overtreders.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
20 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
2. Te lage pakkans en/of strafmaat bij overtreding van regelgeving
Dit risico heeft betrekking op kosten en baten bij wetsovertreding. Veel
bedrijven calculeren boetes in bij hun bedrijfsvoering.
4.2.3 Gevaarlijke stoffen
Het vervoer van gevaarlijke stoffen verdient bijzondere aandacht. De impact van
incidenten en ongevallen is hier groot. Hier dient de Inspectie om te gaan met
het spanningsveld tussen objectieve veiligheid en subjectieve veiligheidsbeleving.
Op het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt al een flink aantal jaren vanuit een
ketenbenadering toegezien. Dit wil zeggen, het vervoer is slechts een onderdeel
van het beheersbaar maken van risico's. Daarbij wordt zoveel mogelijk gepoogd
de risico's al bij de bron, dat wil zeggen de productie en de opslag/verlading, aan
te pakken. Dit betekent dat de aandacht verschuift in de richting van domeinen
waar de Inspectie geen toezichthouder is. Een voorlopige analyse levert een
aantal risico's op, dat aandacht verdient.
1. Niet naleven van het tunnelregime voor het transport van gevaarlijke
stoffen
Omdat de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen in een
tunnel anders en verstrekkender zijn dan `gewoon' op de weg
(vluchtwegen, beschadiging tunnelbuizen) zijn er regels van toepassing
die dat transport reguleren. Wegens genoemde bijzondere impact en
wegens de veiligheidsbeleving bij de bevolking is een gebleken
overtredingspercentage van 5% van het toegangsregime niet acceptabel.
2. Ongeval dat in verband staat met bijzondere voorschriften ten aanzien
van stuwage en het volgen van routes buiten de bebouwde kom
Voor vrachtauto's met gevaarlijke stoffen gelden dezelfde
gevaarzettingen als in het reguliere vrachtverkeer. Daarenboven zijn er
speciale voorschriften en veiligheidsmaatregelen van toepassing. Deze
moeten worden nageleefd.
3. Security
Het ADR bevat een aparte sectie voor security onderwerpen. Het is zaak
dat bedrijven en chauffeurs hier meer aandacht voor krijgen. Het gaat
hier onder meer om beveiligingsplannen tegen diefstal en sabotage en
om beveiligde parkeergelegenheden voor onderweg.
4.2.4 Overbelading: Weigh in motion
Overbelading is een aandachtpunt dat bijzondere aandacht behoeft. Afgezien
van de effecten van overbelading op veiligheid en duurzaamheid speelt hier het
algemene belang dat de wegen als gevolg van overbelading beschadigd worden
en veel sneller slijten. Een afgeleid aspect is de hogere bijdrage dan noodzakelijk
aan de filevorming veroorzaakt door wegwerkzaamheden. Daarbij komt dat de
overtreding van de geldende voorschriften op een veel te hoog niveau staat.
Reden voor de Inspectie om het toezicht op de overbelading een nieuwe impuls
te geven de komende tijd.
4.2.5 Risico's gewogen
Wanneer de hierboven genoemde risico's worden gewogen aan de hand van de
hoogte van de risico's (door experts aangegeven), de maatschappelijke effecten
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
21 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
en de frequentie van niet-naleving, kan een lijst van risico's worden gemaakt
waarvan de aanpak het meest effectief is voor de reductie van ongewenste
gebeurtenissen. De top acht ziet er als volgt uit:
1. het onveilige gedrag in het verkeer van overige weggebruikers
2. onverantwoordelijke aansturing van de chauffeurs ten aanzien van
arbeidstijden door de onderneming
3. bewuste ontduiking van regelgeving door ondernemingen ten gunste van
een betere marktpositie
4. onvoldoende aandacht voor veiligheidsaspecten in de bedrijfsvoering
5. gevaarlijk rijgedrag van de chauffeur.
6. tunnelregime gevaarlijke stoffen
7. bijzondere voorschriften ten aanzien van lading en technische staat van
vrachtauto's voor vervoer gevaarlijke stoffen
8. overbelading.
Deze lijst laat zien dat de risico's voor het goederenvervoer slechts ten dele in
verband staan met de naleving van regels waarop de Inspectie toeziet.
Handhaving is dus niet het enige antwoord. De lijst laat ook zien dat het
effectiever is zich te richten op ondernemingen dan op de individuele vrachtauto
en chauffeur. Bovendien is het grootste risico verbonden aan de algemene
verkeersdeelnemer die niet onder toezicht staat van de Inspectie.
4.3 Profiel van de Inspectie
Het toezicht op het goederenvervoer over de weg vraagt om een profiel van de
Inspectie dat als volgt kan worden gekarakteriseerd:
· gestuurd door de zorg voor veiligheid en met oog voor de
maatschappelijke betekenis van een goede doorstroming van het
goederenverkeer, duurzaamheid en gezonde marktverhoudingen
· resultaatgericht
· in interactie met de sector, die eigen verantwoordelijkheden draagt, met
kennis van het domein en inzicht in de relevante ontwikkelingen
· bij voorkeur gericht op het niveau van de bedrijven, die worden
aangesproken op een systematische benadering van de veiligheidszorg en
de zorg voor het milieu
· met de ambitie de naleving van regelgeving substantieel te verbeteren
· met een brede blik op het taakveld, ook vanuit het internationale
perspectief
· vanuit een professionele ambitie.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
22 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
5 Van visie naar verandering
In dit hoofdstuk zal worden aangegeven welke weg de Inspectie zal gaan om
deze visie en de gekozen profilering verder tot werkelijkheid te brengen. Onze
inspecteurs zullen voor een deel op nieuwe vaardigheden worden aangesproken.
De haalbaarheid daarvan schat de Inspectie positief in. De op maatschappelijk
resultaat gerichte aanpak zal ook een nieuwe en spannende relatie opleveren met
de beleidsdirecties van VenW en met de politieke leiding van het ministerie.
Datzelfde geldt vanzelfsprekend ten aanzien van de samenleving in het algemeen
en de sector in het bijzonder.
5.1 Randvoorwaarden
Zonder verwezenlijking van een aantal cruciale randvoorwaarden zal het niet
gaan:
· Er dient een uitstekende informatiehuishouding te worden ingericht. De
Inspectie heeft behoefte aan een goed werkende databank en aan een
effectief systeem voor informatie-uitwisseling over de grenzen van de
organisatie heen. Daarbij gaat het niet om papieren ontwerpen die vooral
passen in een groot design, maar om goed werkende automatisering. De
Inspectie wil op de weg voorop lopen bij het ontwikkelen van nieuwe
digitale waarnemingsinstrumenten.
· Er moet in het verband van het Inspectieloket Wegvervoer een stelsel van
afspraken komen over de verbreding van de uitvoering van
toezichttaken. Een belangrijk deel van de in Europees verband verplichte
toezichthandelingen moet door een spreiding over verschillende
toezichthouders worden gerealiseerd. Dat geeft ruimte aan vernieuwing.
· Betrokkenheid van en samenwerking met de sector is onontbeerlijk en
dient te worden bevorderd door een gerichte communicatie.
· In internationaal verband zal ruimte moeten worden gemaakt voor deze
visie. Daarbij is ondersteuning vanuit het departement noodzakelijk.
· De inspecteurs werkzaam op het terrein van het goederenvervoer
moeten in een gericht opleidingsprogramma worden voorbereid op de
omslag van toezicht op de weg aan auto's en chauffeurs naar toezicht op
bedrijven op systeemniveau.
5.2 Implementatie
De visie zoals hierboven weergegeven is een beschrijving van de richting waarin
het toezicht op het goederenvervoer over de weg zich zal moeten ontwikkelen.
Voor een belangrijk deel is de tekst een weergave van de gedachtevorming
binnen de Inspectie, die de afgelopen periode in grote lijnen al in bespreking is
gebracht met vertegenwoordigende instanties binnen de sector. De Inspectie
acht een solide basis aanwezig voor de uitwerking in een toezichtarrangement.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
23 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
Naast dit `beleidsmatige' werk ligt er de uitdaging van het veranderingstraject
dat moet leiden tot de daadwerkelijke implementatie in het toezicht zelf. Deze
werkzaamheden kunnen in een implementatieplan worden weergegeven.
5.3 Planning
De Inspectie neemt twee jaar de tijd voor de beschreven omslag. We zien de
volgende mijlpalen:
· Schrijven toezichtarrangement voor het Inspectieloket op basis van de
visie: gereed december 2009
· Ontwikkelen implementatieplan met eventuele inbedding in het
Inspectieloket: gereed december 2009
· Opleidingsprogramma inspecteurs: afgerond december 2009.
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
24 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Datum Pagina
25 van 25
Rapport
scope en visie goederenvervoer over de weg
Colofon
Uitgever
Datum
Contactpersoon
Doorkiesnummer
Fax
Uitvoerder
Opmaak
Transport and Water Management Inspectorate Netherlands
Ministerie van Verkeer en Waterstaat