Verdachte vrijgesproken van voorhanden hebben en overdragen
handgranaat
Den Haag, 19 december 2008 - De rechtbank 's-Gravenhage heeft vandaag
de man die werd verdacht van het voorhanden hebben en overdragen van
de handgranaat die in de nacht van 22 maart 2008 bij café 't Bliekkie
in Delft naar binnen is gegooid en is ontploft, vrijgesproken.
Het enige bewijs dat werkelijk wijst op mogelijke betrokkenheid van de
man is dat zijn DNA is aangetroffen op de beugel van de handgranaat.
Het gaat hierbij om een `biologisch contactspoor'. Biologische
contactsporen kunnen volgens het NFI (Nederlands Forensisch Instituut)
zowel door direct als door indirect contact ontstaan.
De advocaat van de man heeft op tijdens de zitting meerdere scenario's
geschetst volgens welke celmateriaal van de man via een ander op de
beugel terecht kan zijn gekomen.
Deze scenario's kunnen volgens de rechtbank niet zonder meer als
onmogelijk worden uitgesloten. Omdat ook geen antwoord kan worden
gegeven op de vraag wanneer het celmateriaal is overgebracht, kan niet
zonder twijfel worden vastgesteld of en wanneer de man de handgranaat
voorhanden heeft gehad.
Gelet op deze twijfels acht de rechtbank het feit dat de man ten laste
was gelegd niet wettig en overtuigend bewezen en heeft hem daarvan
vrijgesproken.
LJ Nummer
BG7879
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 19 december 2008
Rechtbank 's-Gravenhage