Beantwoording vragen van de leden Van Bommel en Luijben over mogelijke
misstanden bij OLAF
19-12-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Van Bommel en Luijben over mogelijke misstanden
bij OLAF. Deze vragen werden ingezonden op 10 december 2008 met
kenmerk 2008Z08968/2080907500.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Antwoorden van de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese
Zaken op vragen van de leden Van Bommel en Luijben (beiden SP) over
mogelijke misstanden bij OLAF.
Vraag 1
Herinnert u zich het recente debat over de Staat van de Unie 2009
waarin u zich bereid verklaarde informatie van de heer Paul van
Buitenen, lid van het Europees Parlement, in ontvangst te nemen?1
Antwoord
Ja. In dit verband kan ik u melden dat de heer Van Buitenen mij op 24
november 2008 heeft geïnformeerd over de vermeende misstanden bij het
Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF).
Vraag 2
Deelt u de mening dat gezien de soms twijfelachtige reputatie van de
instellingen van de EU als het gaat om het beheer van geld en
vermeende zelfverrijking, het van het grootste belang is dat OLAF, het
antifraudebureau van de EU, zich kenmerkt door onberispelijk handelen?
Antwoord
OLAF heeft tot doel de financiële belangen van de Europese Unie te
beschermen door fraude, corruptie en andere onregelmatige
activiteiten, inclusief slecht beheer binnen de Europese instellingen,
te bestrijden. Vanuit die gedachte is het natuurlijk van groot belang
dat het bureau, mede gezien zijn voorbeeldfunctie, van onbesproken
gedrag is.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de informatie die u is aangedragen door Paul van
Buitenen over mogelijke misstanden bij OLAF twijfels zaait over het
goed functioneren van OLAF en dat het van groot belang is om die
twijfels weg te nemen? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Laat ik voorop stellen dat de door de heer Van Buitenen aangedragen
informatie aanleiding geeft nog eens goed te kijken naar OLAF. Een
goed functionerend OLAF is in het belang van alle lidstaten, ook omdat
OLAF mede een rol heeft bij het onderzoeken van besteding van
EU-middelen in de lidstaten. Daarom is er zeker een belang voor
Nederland om bij de Commissie aandacht te vragen voor de rond OLAF
ontstane beroering.
Vraag 4
Wat is uw oordeel over elk van de verschillende casussen van
misstanden bij OLAF die u zijn aangedragen door Paul van Buitenen?
Vraag 5
Is er naar uw oordeel bij een van de casussen ook sprake van
ontoelaatbare handelingen? Indien ja, welke? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
De primaire verantwoordelijkheid voor de controle op OLAF ligt bij het
Europees Parlement. Ik wil daarom niet ingaan op de verschillende
casus. Nederland heeft echter wel belang bij een goed functionerend
OLAF. Daarom zullen wij waar mogelijk Europese instanties aanspreken
op hun verantwoordelijkheid met betrekking tot OLAF.
Vraag 6
Ziet u in één van de casussen aanleiding om verdere opheldering te
vragen bij de Europese Commissie? Indien ja, wat wilt u opgehelderd
zien? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Nederland zal de problematiek in algemene zin onder de aandacht
brengen van de Commissie. Aanleiding daarvoor is wanneer we in de
aanloop naar de kwijting van de EU-begroting spreken over het rapport
van de Europese Rekenkamer. De besprekingen beginnen half januari met
het oog op besluitvorming door de ministers van Financiën in de Ecofin
Raad van 10 februari 2009. In het kader van de kwijtingsprocedure
kunnen lidstaten verbeteringen met betrekking tot het financiële
toezicht, de aanpak van fraude en het rechtmatig besteden van
EU-fondsen aan de orde stellen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de huidige organisatorische inbedding van OLAF
bij de Europese Commissie onvoldoende is voor een effectieve
uitoefening van haar taak? Indien neen, waarom niet? Indien ja, op
welke wijze bent u van plan deze mening in te brengen in de discussie
over de toekomstige organisatie van OLAF?
Antwoord
De institutionele inbedding van OLAF is een punt van zorg. Er moet nog
eens goed gekeken worden naar het ingewikkelde institutionele
krachtenveld waarin de organisatie zich nu bevindt. Aan de ene kant is
OLAF immers een Commissie DG en aan de andere kant is het als
fraude-onderzoeksinstituut onafhankelijk van diezelfde Commissie.
Nederland ziet graag betere waarborgen voor de onafhankelijkheid van
OLAF. De bevoegdheden van het Comité van Toezicht op OLAF dienen
hierbij worden meegenomen. Nederland zal de institutionele rol van
OLAF aan de orde stellen in de aanloop naar de hierboven genoemde
kwijtingsprocedure.
1: Debat Staat van de Unie 2008 - 2009, 6 november 2009.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken