Nederlandse Politiebond
CENTRALE RAAD VAN BEROEP: bekeuring wegens te hard rijden voor
rekening politieambtenaar
In een door de NPB aangespannen procedure heeft de Centrale Raad van
Beroep geoordeeld dat politieambtenaren zelf de bekeuring voor te hard
rijden moeten betalen als zij zonder vrijstelling van het RVV te hard
rijden tijdens de dienst.
Eerder dit jaar heeft de Hoge Raad in een door een chauffeur van TPG
aangespannen zaak al hetzelfde geoordeeld voor werknemers.
In het Barp, de rechtspositieregeling voor Politieambtenaren, is
geregeld dat de werkgever schade die verwijtbaar is aan de ambtenaar
kan verhalen op deze ambtenaar. De Centrale Raad heeft over deze
bepaling eerder geoordeeld dat dit alleen mogelijk is als er sprake is
van opzet of bewuste roekeloosheid aan de kant van de ambtenaar.
De NPB heeft zich in de zaak van de verkeersboete erop beroepen dat nu
er sprake was van een geringe verkeersovertreding er geen sprake was
van opzet of bewuste roekeloosheid en de werkgever om die reden de
verkeersboete niet op de politieambtenaar kon verhalen.
De Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter in ambtenarenzaken,
heeft dit betoog van de NPB verworpen. De Centrale Raad zegt simpelweg
dat de werkgever verkeersboetes op de politieambtenaar kan verhalen
als de ambtenaar een verwijt te maken valt.
Daarbij merkt de Centrale Raad nog op dat van een politieambtenaar
verwacht mag worden dat hij zich in de uitoefening van de functie,
buiten de gevallen waarvoor de vrijstelling van de RVV geldt, strikt
aan de verkeersregels houdt.
Gepubliceerd op 19 december 2008 door Renny de Graaf.
Overname van dit nieuwsbericht is toegestaan, mits met bronvermelding:
Nederlandse Politiebond - www.politiebond.nl ©2008.