Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Feriening Frysk Underwiis, de Ried van de Fryske Beweging
en het Pedagogysk Wurkferbân van de Fryske Akademy
p/a G. Sondermanstrjitte 29
9203 PT DRACHTEN
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van
18 december 2008 PO/O&O/77989 15 september 2008
Onderwerp
de toepassing van het European Charter for
Regional or Minority Languages in Nederland
Dames, heren,
Dank u voor uw brief van 15 september 2008 aan minister Plasterk, minister Ter Horst en de Tweede
Kamer, waarin u uw standpunten over de gewenste positie van de Friese taal opnieuw duidelijk
neerzet. Omdat Fries in het onderwijs in mijn portefeuille zit, hebben minister Ter Horst en minister
Plasterk mij gevraagd uw brief te beantwoorden. Terecht wijst u op het verschijnen van het derde
rapport van de Commissie van deskundigen van de Raad van Europa over de uitvoering van het
Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden.
Tijdens de vorige kabinetsperiode zond de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
mevrouw Van der Hoeven, op 29 juni 2006 een reactie op uw aan de Tweede Kamer gerichte brief van
5 april 2006 over wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en
de Wet op de expertisecentra wat betreft het vak en de instructietaal Fries en de gelijkwaardigheid
kerndoelen Fries. Hierin wordt uiteengezet waarom een wetswijziging vanwege het Europees handvest
voor regionale talen of talen van minderheden niet voor de hand ligt.
Dat neemt niet weg dat er veel maatregelen worden getroffen, ook wettelijke, die direct of indirect de
kwaliteit van het Fries in het onderwijs kunnen verbeteren. Een opsomming hiervan vindt u in de,
ongetwijfeld bij u bekende `Derde periodieke rapportage inzake de maatregelen welke Nederland heeft
getroffen ten aanzien van de Friese taal en cultuur'. In het bijzonder wil ik daarvan vermelden het
toezichtskader voor het onderwijs in het Fries van de Inspectie van het onderwijs. Een concept
toezichtskader is nu voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van Fryslân en zal binnenkort ter vaststelling
aan mij worden voorgelegd.
In deze derde rapportage wordt ook ingegaan op de door u aangehaalde situatie van het Fries in de
wetgeving rond het speciaal onderwijs:
- het grootste deel van de scholen die voorheen onder de ISOVSO (Interimwet speciaal onderwijs
en voortgezet speciaal onderwijs) vielen (LOM, MLK) vallen nu onder de Wet op het primair
onderwijs en daarvoor gelden de in deze wet opgenomen verplichtingen voor het Fries;
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
- de overige scholen vallen nu onder de Wet op de expertisecentra; hierin is opgenomen dat
onderwijs in het speciaal onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs kan worden
gegeven in het Fries.
Graag wil ik nog eens ingaan op de rolverdeling ten aanzien van onderwijs in het Fries. Met de provincie
Fryslân is afgesproken dat het Rijk het algemeen onderwijs-, cultuur- en mediabeleid bepaalt, direct of
indirect zorg draagt voor de naleving van het Europees Handvest en aan de provincie Fryslân middelen
ter beschikking stelt om haar beleid ten aanzien van het Fries uit te voeren. De provincie Fryslân
bepaalt het beleid met betrekking tot het Fries en draagt zorg voor uitvoering hiervan, waarbij ernaar
wordt gestreefd dat het beleid van de provincie wat betreft het Fries en het algemene onderwijs-,
cultuur- en mediabeleid van het Rijk elkaar waar mogelijk versterken. Naar aanleiding van de
aanbeveling van de `Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies' zal minister Ter Horst
een tijdelijke stuurgroep instellen om advies te geven over mogelijkheden om rijkstaken op het terrein
van de Friese taal zoveel mogelijk naar de provincie Fryslân te decentraliseren. Ik wacht de adviezen
van deze (nog in te stellen) stuurgroep met belangstelling af.
Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
Hoogachtend,
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma