Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Het bestuur van de Stichting Nederlands Middelbaar Onderwijs Curaçao
St. Michielsweg 14 S
Curaçao

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van 17 december 2008 VO/OK/70141 20 oktober 2008

Onderwerp Bijlage(n) examens bij Vespucci College 1

Geachte heer Blijleven,
Gelet op het feit dat de WVO geen rechtskracht heeft in gebiedsdelen die niet tot het grondgebied van het Koninkrijk in Europa behoren heb ik moeten besluiten dat het Vespucci College geen examen meer kan afnemen dat leidt tot een Nederlands diploma. Deze conclusie is bevestigd door de rechter. In de uitspraak is de beslissing over het al dan niet passend zijn van de overgangsregeling voor 2008- 2009 en eventueel volgende schoolperiodes aangehouden in afwachting van de resultaten van een overleg met derden dat vóór 30 augustus 2008 moest worden afgerond; de voorziening in 2008 is als adequaat aangemerkt.
Zoals ik ook op Kamervragen heb geantwoord ben ik in overleg getreden met diverse organisaties om te bezien of er een constructie mogelijk is binnen de kaders van de wet om in het buitenland of specifiek de Antillen Nederlandse (staats-)examens af te nemen. Op dit moment is een dergelijke constructie niet haalbaar.
Met de ontwikkelingen rond de BES-eilanden wordt het beeld ­ zij het dat ik ook dan de medewerking van diverse eilandbesturen nodig heb en dat wetgeving de benodigde ruimte ook zal moeten bieden ­ positiever.
Daarom heb ik besloten de overgangstermijn te verlengen tot en met het schooljaar 2009-2010. Op uw verzoek heb ik begin juni al de voorziening voor 2009 gemeld. Hiermee kon u ouders informeren. Hiernaast heb ik aangegeven de kosten van deze examens in de overgangsperiode voor mijn rekening te nemen.
In mijn brief van 21 augustus 2008, VO/OK/47586 heb ik u over het totaal geïnformeerd. Op uw verzoek heeft op 5 september 2008 een gesprek plaatsgevonden met mevrouw X. Kleine als vertegenwoordigster van uw bestuur.
In dat gesprek zijn door haar organisatorische en onderwijskundige bezwaren geuit ten aanzien van het geïntegreerde staatsexamen in 2010 en een eventuele situatie van staatsexamens in Nederland vanaf 2011. Vervolgens heeft mevrouw Kleine op 26 september jl. op persoonlijke titel nog een mail gestuurd.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

Het klopt dat ik u op 5 september de toezegging heb gedaan de bewerkte versie van de notitie uit het overleg beschikbaar te stellen. Echter uw reactie op 5 september en diverse vragen van eerdere gesprekspartners hebben er toe geleid dat eerst via mailwisseling de nodige verwarring moest worden ontzenuwd. Ook de mail van 26 september van mevrouw Kleine heb ik in de afwegingen willen betrekken; echter daarin opgenomen suggesties tot oplossingen staan haaks op de uitspraak van de rechtbank. Ook in uw brief van 20 oktober 2008 wordt daaraan voorbij gegaan. Hierbij treft u de notitie aan.

Ik ben van mening dat ik met de overgangsvoorziening tot en met 2010, dus gedurende drie examenjaren, ruim voldaan heb aan het treffen van een passende overgangsvoorziening. Dat ik daarnaast de intentie heb uitgesproken - zij het met noodzakelijke slagen om de arm - een voorziening te treffen op een van de BES-eilanden kan voor uw school een optie vormen toch af te sluiten met een Nederlands diploma via de staatsexamencommissie.
Zoals ik u al in de brief heb gemeld ligt het afnemen van staatsexamens op Curaçao niet meer in de rede nadat dit eiland met een eigen bestuurlijke structuur en een eigen wet- en regelgeving ten aanzien van het onderwijs een meer zelfstandige positie gaat bekleden.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart