Mercedes-Benz T-model: trendsetter met cultstatus
(12/19/2008)
Het is dit jaar dertig jaar geleden dat Mercedes-Benz zijn eerste
T-model introduceerde. De versie op basis van de populaire W123
verloste de combi van zijn âbedrijfswagenimagoâ. Het T-model was een
trendsetter die hem door het hoge niveau van de uitrusting interessant
maakte voor een brede doelgroep. Vandaag de dag hebben de T-modellen
een cultstatus bereikt.
De eerste Kombi was gebaseerd op een uitgebreide analyse van de wensen
van klanten. Mensen hadden meer te besteden en er was een verlangen
ontstaan naar een stationwagen die niet alleen dienst deed als
werkpaard, maar die ook tegemoet kwam aan het steeds vaker geuite
verlangen naar individuele manieren van reizen. De klant werd
mobieler, had onderweg meer ruimte nodig en hechtte daarbij
tegelijkertijd aan een hoge mate van comfort en betrouwbaarheid.
Deze combinatie van verwachtingen bundelde Mercedes-Benz in de
T-modellen die vanaf april 1978 in Bremen van de band rolden. De T was
naast de sedan en de coupé de derde carrosserievariant van de
succesvolle 123-serie. Vakspecialisten vertaalden de letter T met
âtoerisme en transportâ en zinspeelden daarmee op een omslagpunt bij
de ontwikkeling van combimodellen.
Het leek alsof de markt had gewacht op een auto als het T-model. Bij
Mercedes-Benz werd de eerste generatie T-modellen en de ontvangst
ervan door de doelgroep nauwkeurig gadegeslagen. De nieuwe allrounders
waren in het introductiejaar 1978 niet aan te slepen. Ze waren haast
zo populair als toegangskaarten voor de finalewedstrijd van het
wereldkampioenschap voetbal waarin Nederland dat jaar overigens met
1-3 van Argentinië verloor.
Prestigieuze uitstraling
Tot aan de introductie van het T-model stond een combi synoniem voor
een plankhard geveerde bouwvakkerswagen met een middelmatige
afwerkingskwaliteit. Daar maakte Mercedes-Benz met de nieuwe Kombi een
eind aan. Deze auto had de prestigieuze uitstraling van een limousine
en de afwerking en aankleding op hoog Mercedes-niveau. In eerste
instantie verscheen de nieuwe Mercedes-Benz Kombi alleen als
zakelijke, praktische carrosserievariant. Als krachtbron werden twee
dieselmotoren (240 TD en 300 TD), twee benzinemotoren met carburateur
(230 T en 250 T) en een injectiemotor (280 TE) aangeboden met
vermogens van 48 kW/65 pk tot 130 kW/177 pk. Aandrijving, remmen en
chassis kwamen grotendeels overeen met die van de sedan; de afmetingen
van lengte en breedte waren identiek, evenals de wielbasis. Het grote
verschil zat vooral in de hoge achterzijde, die zelfs bij een
bezetting met vijf passagiers nog een laadvolume bood van 523 liter.
Multitalent
Slimme ideeën maakten opgang: al voor de eerste generatie T-modellen
was naar wens een deelbare achterbank verkrijgbaar. Tweederde van de
breedte viel aan de linkerkant, eenderde rechts. De variabele
bagageruimte maakte het vervoeren van twee meter lange voorwerpen
mogelijk als de rechterkant van de achterbank was neergeklapt, terwijl
dan tegelijkertijd nog vier passagiers mee op reis konden. Dakrails
dienden om een ski- of bagagebox te bevestigen. Daarnaast zorgde een
standaard niveauregeling op de achteras ervoor dat de verschillen in
gewicht tussen een leeg en een beladen voertuig werden gecompenseerd
zonder concessies wat betreft rijgedrag en rijcomfort. Dankzij deze
ideale variabiliteit ontstond een heel scala aan
transportmogelijkheden.
De uitrusting van het interieur deed niet meer aan een âbestelwagenâ
denken: er werd standaard een doorlopende vloerbedekking gelegd, ook
in de laadruimte. Daardoor viel de tot dan toe gebruikelijke optische
scheiding tussen passagiersgedeelte en laadruimte weg. Ook het
rijcomfort deed niet onder voor dat van een sedan. Dankzij de lange
wielbasis, een perfecte afstemming van het chassis en een plezierig
veercomfort voelden de bezitters van T-modellen zich steeds meer
reiziger in plaats van transporteur. Het succes van dit multitalent in
getallen uitgedrukt: toen in januari 1986 de productie van de eerste
generatie T-modellen ten einde liep, waren er 199.517 exemplaren
geproduceerd.
Het succes verder uitgebouwd
De tweede generatie die Mercedes-Benz in 1985 introduceerde op basis
van de W124-serie, bouwde het succes van zijn voorganger verder uit.
De klant had keuze uit drie dieselmodellen, waaronder een 2,0 liter,
en drie benzinemotoren met een vermogen tussen 53 kW/72 pk en 138
kW/184 pk. De standaardtechniek met een automatische niveauregeling op
de nieuw ontwikkelde achteras, een elektromechanische sluithulp voor
de achterklep, grotere achterlichten en een nieuwe dakreling waren
kenmerken van de oriëntatie op nog meer rij- en bedieningscomfort.
Het geslaagde werk van de ontwerpers kwam ook tot uitdrukking in de
capaciteit van de bagageruimte: lengte en breedte van de bagageruimte
waren groter dan bij het voorgaande model. Bij een naar voren geklapte
achterbank was liefst 1.885 liter beschikbaar voor de mobiele toerist
of transporteur. Onder automobilisten had zich inmiddels een
sociologische verandering voltrokken. Een combi was verworden tot een
ruime lifestylewagen en niet meer tot een zuiver praktische auto
alléén.
Voortdurende facelifts begeleidden het T-model op weg naar de nieuwe
mobiele maatschappij. Toen Mercedes-Benz in juni 1993 het begrip
'E-Klasse' als aanduiding voor de middelste serie introduceerde,
positioneerde de 'T' zich opnieuw. De eenvoudige 'T' van 'transport en
toerisme' werd definitief de 'T' van 'trendsetter'. Dit kwam ook tot
uiting in de verkoopcijfers: tot het einde van de productie van de
tweede generatie T-modellen in februari 1996 bouwde Mercedes-Benz er
in Bremen 340.503 stuks; 141.000 meer dan van zijn stamvader. De
T-modellen van de W123 en W124 zijn inmiddels gezochte youngtimers.
Liefhebbers tellen er forse bedragen voor neer, zelfs voor exemplaren
die al honderdduizenden kilometers op de teller hebben.
Cult-auto
Ook met de volgende generaties E-Klasse T-modellen en het nieuwe
compacte T-model in de C-Klasse heeft de combi van toen zich
definitief ontwikkeld tot cult-auto. Wereldwijd steeg het aandeel van
19,7 procent in 1996 naar 26,9 procent in 2001. De grootste vlucht nam
de verkoop in de Verenigde Staten, waar de T-modellen in het segment
van de stationwagons in 1996 nog een aandeel van 13,9 procent
vertegenwoordigden, en in 2001 al 33,9 procent. Ook succesvol is
Mercedes-Benz met zijn compacte C-Klasse Estate. Ongeveer iedere derde
koper van een nieuwe auto van deze Mercedes-Benz serie kiest voor dit
T-model. Dat lijkt niet meer dan logisch, want elk nieuw T-model
borduurt nog steeds voort op de succesformule van zijn voorgangers.
Gebleven is de hoge mate van dynamiek en comfort en net als bij de
eerste T-series bieden de modellen ongekend veel ruimte.
AutoRai