Gemeente Winterswijk
Gemeente Winterswijk in het ongelijk gesteld betreffende baatbelasting
18 december 2008
Winterswijk - De gemeente Winterswijk heeft niet voldoende aangetoond in hoeverre bij de herinrichting van het centrumgebied kosten zijn gemaakt voor onderhoud. Hierdoor is niet voldoende duidelijk of alleen kosten van verbetering of ook kosten van onderhoud zijn verhaald met de baatbelasting. Dit is de uitspraak van de Hoge Raad op 3 maart 2008. De uitspraak heeft twee gevolgen. Ten eerste moet de gemeente aan de zeven indieners van de beroepen de reeds geheven baatbelasting terugbetalen. Dit gaat om een bedrag van ongeveer ¤ 49.000,- inclusief rente. Ten tweede mogen er geen nieuwe aanslagen worden opgelegd. Dit betekent dat de nog resterende aanslagen over de jaren 2008 tot en met 2015 niet door middel van een baatbelasting mogen worden opgelegd en geïnd. Het college van B&W heeft besloten de eigenaren die destijds gekozen hebben voor jaarlijkse aanslagen een overeenkomst aan te bieden om het resterende bedrag in jaarlijkse termijnen te betalen.
Op grond van de uitspraak van de Hoge Raad wordt baatbelasting terugbetaald aan diegenen die in bezwaar, beroep en beroep in cassatie zijn gegaan. Dit zijn zeven eigenaren. Het gaat hierbij om een bedrag van ongeveer ¤ 49.000,-. De eigenaren die geen bezwaar of beroep hebben ingediend of waarvan het bezwaar en beroep lang geleden is afgerond, krijgen de betaalde belasting niet terugbetaald. Dit is conform het belastingrecht, dat stelt dat aanslagen waartegen geen bezwaar of beroep is ingediend, of waarvan het bezwaar of beroep is afgehandeld en geen bezwaar- of beroepstermijnen meer open staan, formeel rechtskracht verkrijgen en daarmee onherroepelijk zijn.
Overeenkomsten
De uitspraak houdt verder in dat de eigenaren die destijds gekozen hebben voor gespreide betaling in 15 jaren, de resterende bedragen niet meer via de baatbelasting opgelegd zullen krijgen. Omdat de kosten voor de herinrichting zijn gemaakt, de herinrichting is uitgevoerd, heeft de gemeente besloten het nog openstaande instrument van de overeenkomsten te benutten. De eigenaren die destijds gekozen hebben voor de gespreide betaling worden allemaal benaderd om een overeenkomst te sluiten met de gemeente om de resterende termijnen via een overeenkomst te voldoen.
Achtergrond baatbelasting
In 2000 is de baatbelasting geheven om de herinrichting van het centrumgebied van Winterswijk mogelijk te maken. Zo is de hele openbare ruimte ingrijpend vernieuwd en heringericht. De planvorming voorafgaand aan de herinrichting is in overleg met onder andere de winkeliersvereniging (destijds ABH) gebeurd. Alle betrokken partijen waren het er over eens dat de beoogde kwaliteit van de plannen alleen kon worden gerealiseerd met een bijdrage van alle eigenaren in het heringerichte gebied. Zonder deze eigen bijdrage zou de herinrichting niet mogelijk zijn geweest. Tijdens de planvorming is in overleg met ABH besloten tot het innen van de bijdragen van de eigenaren in het centrumgebied door middel van een baatbelasting. Vervolgens heeft de gemeente Winterswijk in 2000 de eigenaren van panden in het centrumgebied een totale financiële bijdrage van ¤ 1.400.000,-- gevraagd in de vorm van een baatbelasting. Deze bijdrage betreft ongeveer de helft van de totale kosten van de herinrichting. Van de totale kosten kan een kwart toegerekend worden aan onderhoud. Dit betekent dat de gemeente naast de kosten van onderhoud ook een deel van de kosten van verbetering heeft gedragen.