Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Nederlandse teelten veilig
Persbericht | 18-12-2008
Op korte termijn verdwijnen er geen extra gewasbeschermingsmiddelen. "Nederlandse teelten kunnen daardoor blijven bestaan", aldus een tevreden minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In Brussel is op ambtelijk niveau een akkoord bereikt met het Europese Parlement over de Verordening voor het op de markt brengen van Gewasbeschermingsmiddelen en de Richtlijn voor het Duurzaam Gebruik van Pesticiden.
In de verordening wordt een aantal criteria voor de goedkeuring van werkzame stoffen (de basisstof van een gewasbeschermingsmiddel) verder aangescherpt dan in het akkoord dat de raad van landbouwministers in de zomer al had bereikt. Deze aanscherpingen hebben echter geen gevolgen voor teelten in Nederland.
Voor toepassingen van stoffen die niet aan de criteria voldoen, kan een ontheffing voor vijf jaar worden verleend. Gedurende deze periode kunnen telers alternatieve gewasbeschermingsmiddelen vinden die minder belastend zijn voor mens, dier en milieu. Zo'n ontheffing kan worden verlengd als er nog geen voldoende deugdelijke alternatieven zijn gevonden. Verburg had hier in de Landbouw- en Visserijraad in november met steun van 14 andere Europese lidstaten op aan gedrongen.
Het zonale stelsel van beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen in de lidstaat blijft gehandhaafd zoals opgenomen in het door de landbouwministers gesloten akkoord van afgelopen zomer. Hierdoor wordt een stelsel van verplichte wederzijdse erkenning ingevoerd, waardoor dubbel beoordelingswerk wordt vermeden. Er blijft voor de lidstaten wel ruimte om wat betreft het toelaten van gewasbeschermingsmiddelen rekening te houden met specifieke nationale omstandigheden. Minister Verburg is verheugd hierover. "Op die manier blijft maatwerk mogelijk zonder dubbel werk te doen", aldus Verburg.
De minister heeft vanaf het begin van de discussie over de verordening gepleit voor aandacht voor de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen voor kleine teelten. Het gaat hier om toepassingen op alle kleine voedingsgewassen, dus niet aardappelen en graan. Verburg pleitte voor een fonds voor de zogeheten kleine toepassingen. Er is afgesproken dat de Europese Commissie binnen twee jaar met een studie komt over het oprichten van zo'n fonds.
Tot slot worden mede op aandringen van Nederland op Europees niveau geen verplichte bufferzones vastgesteld. Nederland heeft zelf al bufferzones vastgesteld afhankelijk van de teelt en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Deze zijn vastgelegd in het Lozingbesluit Open Teelten en Veehouderij.
Het Europese Parlement moet het akkoord nog goedkeuren in een plenaire vergadering. Dit gebeurt waarschijnlijk in januari. Daarna wordt het akkoord in een raad van ministers in Brussel vastgesteld.