Natura 2000-beheerplan Rijntakken
Bestuurlijke samenvatting Koepelplan
Koepelplan Natura 2000-beheerplannen Rijntakken
Bestuurlijke Samenvatting t.b.v. BOB 14 november 2009
1. Inleiding
· Het Koepelplan is een gezamenlijk document van de bevoegde gezagen voor Natura 2000-
beheerplannen langs de Rijntakken. Het legt bestuurlijke afspraken over de uitgangspunten voor
de beheerplannen voor de vijf Natura 2000-gebieden vast.
· De volgende onderwerpen komen daarbij aan de orde:
- Prioritering van Natura 2000-doelen
- Wijze waarop veiligheid (realisering PKB RvR, inclusief de reserveringen voor de lange termijn),
KRW en natuur in het rivierengebied worden afgestemd
- Bijdragen van beleid en projecten aan Natura 2000
- Kaders voor de vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
- Proces en regie bij het opstellen van de Natura 2000-beheerplannen
· Het Koepelplan heeft niet de status van een beheerplan in de zin van artikel 19a van de
Natuurbeschermingswet en is geen wettelijk of bestuursrechtelijk plan
2. Natuuropgave
· Het Doelendocument Natura 2000 (LNV 2006) en de ontwerp-aanwijzingsbesluiten voor Natura
2000-gebieden zijn het vertrekpunt voor de beheerplannen. De doelen hebben betrekking op
instandhouding, maar ook op uitbreiding of verbetering van Natura 2000-waarden.
· De beleidsmatige inspanningen zijn in de beheerplanperiode 2009-2015 met name gericht op de
realisering van de Natura 2000-kernopgaven waarvoor een uitbreidings- of verbeteringsopgave
geldt.
· Op basis van ecologisch en hydromorfologische potenties worden in dit koepelplan per riviertraject
Natura 2000-prioriteiten aangegeven.
· De Natura 2000-opgaven en de opgaven in het vigerende EHS-beleid zijn langs de rivieren
grotendeels dezelfde. Natura 2000-doelen zijn veelal gericht op specifieke kwalitatieve aspecten.
Het EHS-beleid heeft vooral een kwantitatieve en ruimtelijke uitwerking.
Versie 2.0 t.b.v. Bestuurlijk Overleg Bovenrivieren 14 november 2008 1
Natura 2000-beheerplan Rijntakken
Bestuurlijke samenvatting Koepelplan
3. Hoogwater veiligheid: de opgave
· De inrichting en het onderhoud van het riviersysteem in het kader van hoogwaterveiligheid moet
voortgang kunnen vinden in combinatie met behoud en ontwikkeling van natuurwaarden.
· De ruimtelijke lokalisering van de Natura 2000-doelen moet passen binnen de huidige én de
toekomstige randvoorwaarden voor een veilige afvoer van water, sediment en ijs.
· Er is een goede afstemming noodzakelijk tussen ontwikkelingen ten behoeve van veiligheid en
natuurdoelen. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de overheden om deze afstemming
te borgen.
· Veiligheidsmaatregelen mogen geen afbreuk doen aan `blijf af-`gebieden zoals benoemd in het
kader van de PKB Ruimte voor de Rivier.
4. Visie
· De afstemming tussen de natuuropgave en de opgave op het gebied van veiligheid (PKB Ruimte
voor de Rivier), KRW, EHS en NURG leidt tot een visie op de realisatie van Natura 2000-doelen.
· Hydro- en morfodynamiek van het rivierensysteem is het uitgangspunt voor het ruimtelijk toedelen
en realiseren van Natura 2000-doelen.
· Een aanzienlijk deel van de opgave voor uitbreiding en verbetering van Natura 2000-waarden kan
worden gerealiseerd in op stapel staande projecten in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier,
KRW-maatregelen, in NURG- inrichtingsprojecten met een hydraulische taakstelling en in overige
NURG-projecten:
· De volgende Natura 2000-opgaven kunnen naar verwachting worden gedekt:
- Slikkige rivieroevers
- Zachthoutooibos type wilgenbos
- Bever
- Porseleinhoen
· De volgende Natura 2000-opgaven kunnen gedeeltelijk worden gedekt; aanvullende
maatregelen zijn nodig:
- Beken en rivieren met waterplanten
- Vochtige glanshaver- en vossenstaarthooilanden
- Stroomdalgraslanden
- Ruigten en zomen subtype C
- Kwartelkoning
- Vissen
· Voor de volgende Natura 2000-opgaven zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk:
- Rietmoeras
- Hardhoutooibos
- Zachthoutooibos type essen-iepenbos
5. Inrichtings en beheersmaatregelen
· De bijdrage van projecten in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier, KRW-maatregelen en
NURG- inrichtingsprojecten aan de realisatie van Natura 2000-doelen wordt met het Koepelplan
vastgelegd als vertrekpunt voor de beheerplannen.
· Voor Natura 2000-doelen die niet met deze projecten worden gehaald, worden aanvullende
maatregelen gezocht.
· De beheermaatregelen ten behoeve van de instandhouding en ontwikkeling van Natura 2000-
waarden worden afgestemd met veiligheid.
· In de beheerplannen worden de mogelijkheden om vanuit de private sector via inrichting en beheer
bij te dragen aan het halen van de Natura 2000-doelen verkend. Waar deze verkenning leidt tot
concrete haalbare en betaalbare bijdragen aan Natura 2000-doelen kunnen die in de
beheerplannen worden vastgelegd.
· Voor aan rivierdynamiek gebonden habitattypen zal cyclisch beheer als beheervorm worden
ingezet binnen de kaders die in dit Koepelplan zijn beschreven.
· De overheden delen hun gegevens over de ontwikkeling van natuur en de stroomweerstand in de
uiterwaarden en ontwikkelen een samenhangende systematiek en uitvoeringplan voor de
monitoring daarvan.
Versie 2.0 t.b.v. Bestuurlijk Overleg Bovenrivieren 14 november 2008 2
Natura 2000-beheerplan Rijntakken
Bestuurlijke samenvatting Koepelplan
6. Bestaand gebruik en beleid in de beheerplannen
· Bestaand gebruik wordt in de beheerplannen getoetst op verenigbaarheid met Natura 2000-doelen.
Toetsing van bestaand gebruik gebeurt conform de in de Regiegroep landelijk vastgestelde
methodiek. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke context van het rivierengebied.
· Het huidige bestaand gebruik kan in beginsel zo veel mogelijk doorgang vinden waneer dat
verenigbaar is met de Natura 2000-doelen. Zulk gebruik wordt in het beheerplan vastgelegd, waar
nodig in combinatie met mitigerende maatregelen. Gebruikers zijn daarmee zoveel mogelijk
vrijgesteld van vergunningplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet.
· Bij inrichtings- en beheermaatregelen ten behoeve van uitbreidings- of
kwaliteitsverbeteringopgaven wordt beschreven welke consequenties dit zal hebben voor
bestaande gebruiksvormen.
· De overheden leveren informatie over door hen uitgevoerde activiteiten, verleende vergunningen
en andere relevante informatie aan ten behoeve van een volledige inventarisatie van bestaand
gebruik.
· In de beheerplannen wordt inzicht gegeven in de gevolgen van Natura 2000-bescherming voor
economische ontwikkelingsruimte en voor andere aspecten van het omgevingsbeleid van de
provincies.
7. Richting geven aan vergunningverlening Natuurbeschermingswet 1998
· In de beheerplannen worden de ecologische en beleidsmatige prioriteiten in Natura 2000-gebieden
verder uitgewerkt zodat het vergunningeninstrument gericht kan worden ingezet.
· De administratieve lasten in verband met de Natuurbeschermingswet 1998 worden beperkt door
het beperken van de vergunningplicht en het verhelderen van toetsingskaders.
· Beheermaatregelen, waaronder cyclisch beheer, worden in de beheerplannen opgenomen.
· `Habitat-banking' kan de flexibiliteit in het gebied bevorderen: door vooraf een `surplus' van een
soort of habitattype te ontwikkelen, aanvullend op dat wat nodig is om het Natura 2000-doel te
halen is compensatie gegarandeerd. Dit principe wordt bij voorkeur ingezet voor projecten met een
(dwingende) reden van groot openbaar belang zoals PKB-projecten.
· De concept-aanwijzingsbesluiten bieden via de `ten gunste van-`regeling ruimte om Natura 2000-
doelen met een uitbreidings- of verbeteringsopgave te halen ten koste van de oppervlakte
foerageergebied van veel voorkomende soorten zoals smient, kolgans of grauwe gans. Om te
voorkomen dat alsnog significante effecten op deze soorten kunnen optreden zullen (zonodig ook
binnendijks) maatregelen genomen worden die de draagkracht van het overige grasland voor
foeragerende vogels zoveel mogelijk versterken.
8. Proces en regie van de beheerplannen
· De totstandkoming van de beheerplannen voor de vijf Natura 2000-gebieden verloopt volgens een
uniform proces- en communicatietraject dat in het Koepelplan is beschreven. De provincie
Gelderland is voortouwnemer in dat traject. Zij opereert namens de bestuurlijke partners en draagt
zorg voor de afstemming tussen deze partners.
· Communicatie over de ontwerp-aanwijzingsbesluiten (september 2008) en de definitieve
aanwijzingsbesluiten (september 2009) wordt gebiedsgericht vormgegeven en wordt zorgvuldig
afgestemd met de communicatie rond de beheerplannen.
· De bestuurlijke besluitvorming over de beheerplannen vindt plaats in het Bestuurlijk Overleg
Bovenrivieren (BOB). Een ambtelijke voorbereidingsgroep van medewerkers van de bevoegde
gezagen begeleidt de inhoudelijke totstandkoming van de vijf beheerplannen en bereidt de
bestuurlijke besluitvorming voor.
· Er wordt één klankbordgroep geformeerd waarin de meest betrokken maatschappelijke partijen
vertegenwoordigd zijn, waarmee de totstandkoming van de vijf beheerplannen wordt afgestemd.
Deze klankbordgroep adviseert aan het BOB.
· Begeleiding van de ontwikkeling van beheerplannen van dit uitgebreide gebied door
maatschappelijke partijen wordt gegarandeerd door werksessies over deelgebieden of algemene
thema's. Deze werksessies worden samen met de maatschappelijke partijen georganiseerd.
Belanghebbenden worden rechtstreeks geïnformeerd via diverse voorlichtingsactiviteiten op
meerdere locaties rond de Natura 2000-gebieden
Versie 2.0 t.b.v. Bestuurlijk Overleg Bovenrivieren 14 november 2008 3
Natura 2000-beheerplan Rijntakken
Bestuurlijke samenvatting Koepelplan
9. Afstemming en risico management
· De risico's die samenhangen met het Koepelplan als kader voor de beheerplannen worden vanuit
drie verschillende perspectieven in beoordeeld:
- De ruimtelijke toedeling en prioriteitstelling van Natura 2000-doelen is in opdracht van het
ministerie van LNV beoordeeld door de Werkgroep rivierecologen.
- Juridische risico's met betrekking tot de uitwerking van Natura 2000-doelen in combinatie met
bestaande projecten en de kaderstellende uitspraken in verband met vergunningverlening op
grond van de Natuurbeschermingswet 1998 is in opdracht van RWS-PDR beoordeeld door
juristen.
- De risico's ten aanzien van de overschrijding van veiligheidsnormen zijn beoordeeld aan de
hand van een `Natura 2000-scenario'. Het scenario wordt met de `blokkendoosmethode'
doorgerekend voor een maatgevende afvoer van 16.000 m3/sec bij Lobith. Daarnaast wordt
verkend welke nieuwe knelpunten bij 18.000m3/sec kunnen ontstaan.
Versie 2.0 t.b.v. Bestuurlijk Overleg Bovenrivieren 14 november 2008 4
Ministerie van Verkeer en Waterstaat