4. Antwoorden op Kamervragen Van Gerven over de geestelijke
gezondheidszorg
Antwoorden op Kamervragen Van Gerven over de geestelijke gezondheidszorg
Kamerstuk, 18 december 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2898739
18 december 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van
Gerven (SP) over de geestelijke gezondheidszorg (2080906640).
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over de
geestelijke gezondheidszorg
(2080906640).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat zorgverzekeraars Diagnose
Behandeling Combinaties (DBC's) weigeren te bevoorschotten? 1)
Vraag 2
Op welke manier gaat u er zorg voor dragen dat zorgverzekeraars soepel
blijven mee werken met de bevoorschotting? Bevoorschotten alle
zorgverzekeraars nu op adequate wijze? Zo neen, wat gaat u daaraan
doen?
Antwoord 1 en 2
Het al dan niet bevoorschotten is in beginsel een zaak tussen twee
privaatrechterlijke partijen: de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder.
Bij het afsluiten van een contract, kunnen afspraken gemaakt worden
over de prijs van de zorg, maar ook over de voorwaarden voor levering
en zaken als bevoorschotting.
Mijn ministerie heeft desalniettemin hierover regelmatig overleg over
met de verschillende brancheorganisaties. Op 17 december heeft het
meest recente bestuurlijk overleg plaatsgevonden, waarbij alle
partijen in de geneeskundige ggz vertegenwoordigd waren. Inmiddels
zijn verreweg de meeste zorgverzekeraars overgegaan tot het tijdelijk
bevoorschotten van ggz-aanbieders om deze problemen in 2008 te kunnen
overbruggen. In het overleg van 17 december heeft ZN aangegeven dat
zorgverzekeraars zowel de noodkredieten voor de vrijgevestigden als de
bevoorschottingsafspraken met instellingen voor 2008 zullen
voortzetten in 2009. Ook zullen zorgverzekeraars die dit in 2008 nog
niet deden, met ingang van 2009 wel een voorschotregeling treffen waar
nodig. ZN hecht hierbij wel waarde aan het feit dat zorgverzekeraars
de vrijheid behouden om bepaalde voorwaarden te stellen aan de
bevoorschotting. Wel gaan ZN en de branches van aanbieders de komende
weken gezamenlijk in overleg om te bezien in hoeverre er enige
convergentie bereikt kan worden in de verschillende voorwaarden die
gesteld worden. Zij berichten mij uiterlijk half januari over de
resultaten. Ik zal de komende maanden uiteraard de voortgang en de
gemaakte afspraken nauwlettend volgen. Eind februari is het volgende
bestuurlijk overleg gepland en ook dan zal de stand van zaken
besproken worden.
Wanneer desondanks niet tot een voorschotregeling gekomen wordt tussen
zorgverzekeraar en aanbieder, kan de aanbieder een beroep doen op de
beleidsregel renteheffing. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft
deze onlangs in overleg met GGZ Nederland en ZN aangepast, zodat deze
beter aansluit bij de praktijk. Zo geldt de beleidsregel nu ook voor
het verrekenpercentage en is het percentage dat doorberekend kan
worden meer marktconform gemaakt.
Vraag 3
Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de motie-Van Gerven?
2)
Antwoord 3
Ik ben met partijen intensief in overleg hoe de motie uitgevoerd kan
worden. Ik ben hiervoor op zoek naar een oplossing die past binnen het
systeem en die zo min mogelijk extra administratieve lasten met zich
mee brengt. Het overleg heeft tot nu toe geresulteerd in vijf
mogelijke varianten. Momenteel wordt bekeken wat de gevolgen zijn van
deze varianten voor de DBC-productstructuur, ICT en administratieve
lasten. Omdat waarschijnlijk alle varianten een ICT-aanpassing tot
gevolg hebben, zal inwerkingtreding niet voor 2010 uitvoerbaar zijn.
Partijen erkennen dat en vinden dat een zeer zorgvuldige afweging
gemaakt moet worden, voordat over verdere invoering besloten wordt. Ik
zal u hier zo snel als mogelijk nader over informeren.
Vraag 4
Wat is uw reactie op de noodkreet van GGZ Nederland dat de sector de
laatste jaren met zoveel veranderingen te maken heeft gekregen dat de
situatie niet meer verantwoord is? 3)
Antwoord 4
Wat betreft de invoering van de zorgzwaartebekostiging in de AWBZ
wordt gekozen voor een zeer voorzichtig invoeringsscenario met in 2009
maximaal 2% achteruitgang in het instellingsbudget. Instellingen
hebben zich vanaf eind 2006 kunnen voorbereiden op de mogelijke
financiële effecten van de invoering van de zorgzwaartebekostiging.
Ook tijdens het invoeringstraject zullen de gevolgen van de invoering
zorgvuldig gemonitord worden door een bestuurlijke
begeleidingscommissie waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd
zijn. De begeleidingscommissie heeft tot taak tijdig majeure
knelpunten bij de invoering van de zorgzwaartebekostiging te
signaleren en daarover procesafspraken te maken. Gedurende het
invoeringstraject is er ruimte om daar waar nodig bij te sturen op het
oorspronkelijke invoeringsscenario.
Met betrekking tot de invoering van de DBCs en de overgehevelde
geneeskundige ggz in de Zvw, is voor 2009 afgesproken de sector een
jaar rust te geven: 2009 is een tweede overgangsjaar. Dit betekent dat
er nog een vangnet voor de gebudgetteerde instellingen is. De NZa komt
in januari 2009 met een uitvoeringstoets, waarin zij aangeven op welke
manier verantwoord vervolgstappen gezet kunnen worden in de
bekostiging van de geneeskundige ggz met ingang van 2010.
Vraag 5
Is het waar dat zorgverzekeraars volgend jaar slechts 70% contracteren
ten opzichte van dit jaar? 4) Zo ja, wat is uw oordeel hierover?
Antwoord 5
Ik meng mij niet in de inhoud van de contracten tussen
zorgverzekeraars en instellingen. Onder de Zvw bestaat geen
contracteerplicht. Van ZN heb ik begrepen dat de 70 procent die
genoemd wordt, gezien moet worden als het openingsbod van
zorgverzekeraars. Wanneer aan bepaalde kwaliteitseisen is voldaan, kan
er een groter percentage gecontracteerd worden. Ik vind het positief
dat verzekeraars in hun contractering aandacht besteden aan kwaliteit.
Bovendien heb ik begrepen dat de 70 procent betrekking heeft op de
ambulante zorg en niet de klinische zorg. Tegelijkertijd wordt met
deze aanpak ook wat meer ruimte gecreëerd voor nieuwe aanbieders in de
ggz. Ik kan mij in het kader van de zachte landing van de ggz in de
Zvw echter wel voorstellen, dat zorgverzekeraars zich in deze periode
iets terughoudender opstellen in het aanscherpen van hun
contracteisen. Wellicht ten overvloede wijs ik er ook op dat de
zorgverzekeraars een zorgplicht hebben. Hun verzekerden moeten toegang
hebben tot (voldoende) verzekerde zorg.
Vraag 6
Deelt u de mening dat dit voor onzekerheid zorgt bij de
GGZ-instellingen? Deelt u de vrees van GGZ Nederland dat door die
onzekerheid twintigduizend vaste banen op de tocht komen te staan? Zo
neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om het
verlies van banen in de geestelijke gezondheidszorg te voorkomen?
Antwoord 6
In aansluiting op het antwoord op vraag 5: zorgverzekeraars dienen
voldoende zorgvolume te contracteren om te kunnen voorzien in de
aanspraken van hun verzekerden. Binnen die randvoorwaarde kunnen zij
zelf bepalen welke GGZ-aanbieders zij contracteren en op basis van
welke condities, zoals prijs en kwaliteit. De rol van verzekeraars
beperkt zich derhalve niet tot het louter financieren van het
bestaande aanbod. Zo bezien hebben bestaande aanbieders inderdaad niet
langer de garantie dat hun zorgproductie in dezelfde omvang wordt
afgenomen, en kunnen zich verschuivingen voordoen tussen aanbieders.
Dat draagt naar mijn overtuiging bij aan betere zorg. Ik heb geen
signalen dat zorgverzekeraars te weinig volume contracteren. Verder
zal gezien de krapte op de arbeidsmarkt dit eerder tot een
verschuiving tussen zorgaanbieders leiden, dan tot banenverlies.
Daarnaast hebben nagenoeg alle zorgverzekeraars aangegeven dat zij
tijdelijk bevoorschotten, waarmee acute liquiditeitsproblemen bij ggz
zorgaanbieders niet aan de orde zijn.
Vraag 7
Welke stappen gaat u nemen nu GGZ Nederland haar samenwerking heeft
opgezegd? Acht u het niet verstandig dat de zorgzwaartebekostiging
voor de GGZ wordt uitgesteld vanwege het risico op miljoenenverliezen
en verlies van personeel vanwege vier grote systeemwijzigingen die
tegelijkertijd plaatsvinden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7
Ik blijf in overleg met GGZ Nederland. Wat betreft de invoering van de
zorgzwaartebekostiging, ben ik van mening dat er sprake is van een
voorzichtig invoeringsscenario met een maximaal negatief effect van 2%
op het intramurale AWBZ-deel van de instellingsbudgetten. Het betreft
dus een achteruitgang van maximaal 2% op een beperkt deel van het
instellingsbudget. Overigens zijn er ook instellingen die er in budget
op vooruit gaan en organisaties (onder andere de RIBW alliantie) die
pleiten voor snelle invoering van de zorgzwaartebekostiging in de GGZ.
Daarnaast heb ik met GGZ Nederland afspraken gemaakt over aanvullend
onderzoek naar de stelling van GGZ-Nederland dat de pakketten (en dan
vooral de indeling in de zogenoemde B- en C-pakketten) en de prijzen
onvoldoende stabiel zijn om daarop een herallocatietraject te baseren.
Dit onderzoek is inmiddels - ook in overleg met GGZ- Nederland -
uitgezet en zal voor het eind van dit jaar worden afgerond. Indien en
voorzover uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het voor de
GGZ onmogelijk is om mee te lopen in het reguliere invoeringstraject,
zullen de herallocatiepercentages voor deze sector worden
heroverwogen. Ik ben van mening dat ik daarmee met GGZ-Nederland goede
afspraken heb gemaakt over een zorgvuldige invoering in de GGZ. Ik ben
dan ook verbaasd dat GGZ Nederland blijft pleiten voor uitstel van de
herallocatie en inmiddels heeft besloten om de invoering te boycotten.
Ook voor de ggz die naar de Zvw is overgeheveld voer ik overleg met
GGZ Nederland in welk tempo op een verantwoorde manier vervolgstappen
gezet kunnen worden. Dit zal mede afhankelijk zijn van de uitkomsten
van de uitvoeringstoets van de NZa over de bekostiging van de
geneeskundige ggz die begin 2009 wordt opgeleverd.
Vraag 8
Wat is uw reactie op het rapport van het wetenschappelijk bureau van
de SP `De GGZ ontwricht' dat u op 25 oktober jl. in ontvangst heeft
genomen? 5) Wat is uw reactie op de conclusies en aanbevelingen? Wilt
u dit uitvoerig toelichten?
Antwoord 8
Dit rapport heb ik 25 oktober jl. in ontvangst genomen, waarbij ik ook
in gesprek met de aanwezigen ben gegaan. De belangrijkste conclusie
die in het rapport getrokken wordt, is dat de ggz zich niet leent voor
marktwerking. Ik ben van mening dat we juist door de ggz onder te
brengen in de Zvw, meer mogelijkheden creëren voor een kwalitatief
goede en betaalbare ggz op de lange termijn. Wel zijn er de komende
jaren nog uitdagingen die voor ons liggen en die moeten worden
aangepakt. Een deel hiervan signaleert u in uw rapportage.
In januari 2009 wordt de rapportage opgeleverd die ik laat uitvoeren
naar de gevolgen van de overheveling van de geneeskundige ggz van de
AWBZ naar de Zvw voor de publieke belangen toegankelijkheid, kwaliteit
en betaalbaarheid. Ik zal u daar vervolgens over berichten.
Vraag 9
Onderkent u het probleem dat GGZ-preventie door de overgang van de GGZ
naar de Wmo en de Zorgverzekeringswet het kind van de rekening dreigt
te worden door wegvallende financiering, hetgeen leidt tot sluiting
van preventieafdelingen en het stoppen van projecten zoals Kinderen
van Ouders met Psychiatrische Problematiek? Zo neen, waarom niet? Zo
ja, wat gaat u ondernemen om deze problemen op te lossen?
Antwoord 9
De ggz preventie is in beginsel pakketneutraal overgeheveld van de
AWBZ naar de Zvw. Het CVZ komt met een nadere duiding van ggz
preventie in het pakket. Recent hebben zij hun eerste rapportage over
preventie van depressie uitgebracht. Deze rapporten wil ik bestuderen
alvorens hier een uitspraak over te doen.
Wat betreft de preventieve activiteiten aan Kinderen van Ouders met
Psychiatrische problematiek kan ik het volgende zeggen: hier is er
geen sprake van zorg zoals onder de Zvw aanspraken vallend. Deze
kinderen hebben nog geen klachten, wel zijn ze duidelijk te herkennen
als hoge risicogroep. Zij vallen dan onder de zogenaamde selectieve
preventie. Voor de selectieve preventie zijn gemeenten
verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de instellingen.
1)
http://www.psy.nl/nieuws/meer-nieuws/nieuwsbericht/article/zorgverzeke
raar-weigert-bevoorschotting-dbc/?no_cache=1&cHash=b1362d384d
2) Kamerstuk 25 424, nr. 71
3)
http://www.psy.nl/nieuws/nieuwsbericht/article/ggz-nederland-vreest-gr
oot-verlies-van-banen/
4) de Volkskrant, 12 november 2008
5) http://www.sp.nl/service/rapport/081025GGZ_ontwricht.pdf
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het
lid Koser Kaya (D66), ingezonden 28 november 2008 (vraagnummer
2008Z08006/2080906570).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport