ChristenUnie
Het systeem, Rouvoet en De Bloeiende Maagden
donderdag 18 december 2008 14:23 Als kind zag ik ooit een boek thuis
slingeren waarvan de titel mij intrigeerde. Mijn moeder had het, denk
ik, van de bibliotheek. Het kalf stoot de eik. Van Solzjenitsyn wat ik
toen niet uit kon spreken, maar die zelf dat kalf was, begreep ik
later. De machteloosheid, daar voelde ik iets van aan. En toch De eik
ligt inmiddels omver al lijkt Putin gespierde pogingen te doen om em
weer overeind te krijgen.
In de gure wind op een perron kwam laatst dit boek weer bij mij boven.
Beide kaartjesautomaten deden het niet. De trein kwam wel, en toen de
perronkleumers de conducteur inlichtten, zag hij zelfs geen enkel
reisprobleem. Als je maar een identiteitsbewijs bij je had. Helaas,
dat had een Indisch ogende, studentachtige jongen dus niet - en ook al
zei hij dat eerlijk, de conducteur versperde hem simpelweg de toegang,
terwijl ik instapte. Regels zijn regels. Discussie hielp niet, naar de
volgende deur lopen ook niet: `dan laat ik de trein niet vertrekken',
maakte de conducteur hem duidelijk. De jongen droop gefrustreerd af.
De machteloosheid. Een identiteitsbewijs bij je dragen is nu eenmaal
verplicht in Nederland. Zo werkt het systeem.
Eenmaal in de trein werd mij duidelijk waarom de conducteur zo hechtte
aan het identiteitsbewijs: hij schreef een soort proces-verbaal uit,
inclusief boete. Weliswaar hoefde ik niet meteen te betalen, maar dit
papiertje zou leiden tot een acceptgiro naar mijn huisadres. Als `het
systeem' kon bevestigen dat de automaat op het perron inderdaad buiten
werking was, zou het bedrag op de accept slechts mijn reisbedrag zijn,
anders kwam de boete van 35 euro erbovenop. Nu ben ook ik overgeleverd
aan het systeem, bedacht ik. Als dat niet geregistreerd heeft dat de
automaat niet werkt, waar kan ik me dan nog op beroepen om het onrecht
van een boete te ontgaan? (Het is goed gekomen, gelukkig.)
Ondanks alle privatiseringen is vanuit Telegrafesk oogpunt `de
regering' natuurlijk de Big Brother achter het systeem. Den Haag
immers heeft het identiteitsbewijs verplicht gesteld. En sinds 2007
maakt de ChristenUnie deel uit van het systeem. Dat betekent nu
eenmaal dat ook de ChristenUnie systeemgerelateerde frustraties van
mensen aangewreven krijgt.
Beroerder: de ChristenUnie maakte al deel uit van een ander systeem.
Het geloofssysteem. Dat systeem wil, protestants of niet, onder het
juk van een Heilige Schrift, de paus, of beide, slaafse gehoorzaamheid
afdwingen, met normen waarmee ze ook nog eens graag andermans vrijheid
wil inperken (let op: dit is een interessante weergave van de
eeuwenoude Kerstboodschap!). `Dat moet ik van mijn geloof.' De arme
drommels!
Als Rouvoet iets zegt, dan is het dus dubbel oppassen. Vroeger was het
nog: `Dat mag niet van de kerk', inmiddels: `Dat mag niet van de
ChristenUnie' - zoals ik zag staan onder een ietwat pikante cartoon.
Van slaaf tot dictator. Ook frustraties van deze geloofssoort kan de
ChristenUnie verwachten. Je bent als vicepremier zomaar nepchristen
(aldus Afshin Ellian op een Elsevier-website) en fundamentalist
tegelijk. Bijbelse woorden over vergeving of daden van het Leger des
Heils vallen blijkbaar niet zo op tussen alle betutteling. Onze
excuses.
De beklemming die bepaalde religieuze of totalitaire systemen - ook
atheïstische - oproepen, de angst voor de individuele vrijheid, is
niet iets om zomaar weg te wuiven. Wie Solzjenitsyn hoog schatte, moet
ook andere reacties van zelfbescherming serieus nemen. Individuele
vrijheden zijn basaal in een constitutionele democratie. Een
staatsvorm waar de ChristenUnie niet alleen deel van uitmaakt, maar
gelukkig ook pal voor staat. Maar tegelijk een staatsvorm waarbinnen
men nog een derde systeem kan waarnemen.
De Bloeiende Maagden, bijvoorbeeld, maken deel uit van dit derde
systeem. Het begon allemaal juist met het uitdagen van andere
systemen, in de jaren zestig van de vorige eeuw. Provo's provoceerden
politie en gezag. Als speelse kalveren. Sindsdien is deze creatieve,
subversieve onderstroom onder spraakmakende delen van de culturele
avantgarde bon ton geworden. Het cultiveerde de indruk dat gezag en
wetten, constituties, regels en orde achterhaalde, burgerlijke en
onmenselijke beperkingen waren. Zo werd het op de bühne en in de media
zelf een systeem. De realistische schilder Henk Helmantel mocht niet
exposeren in het Gronings Museum: wat hij deed was `naschilderen', het
museum deed aan posters met plasseks (Helmantel vond overigens wel
onderdak in het Rembrandhuis). Dit derde systeem verheerlijkt
erotische of gespierde lichamelijkheid, en uit graag religieus getinte
spot, liefst in gespierde taal. Het kijkt neer op schaapachtigen die
liever de meer subtiele talen van menselijkheid en medemenselijkheid
horen of zien.
Nog altijd blaast dit systeem in culturele kringen een partijtje mee.
De Bloeiende Maagden mogen dan laatbloeiers zijn gezien vanuit het
Maagdenhuis van 1969, maar het zijn in elk geval geen maagden van het
jaar nul. Kom nou.
Tussen al die grove en grote monden staat Maria wat stilletjes op een
onverhard perron in Bethlehem. Ze is ver heen. Kwam ze nu per ezel of
dagreizen lang lopend? Tussen de drukte bij een karavanserai hoort ze
alle geschreeuw en ziet ze wazig het gekrioel. Gelukkig is ze met
Jozef. Dat wel - dankzij een droom. Jozefs zijn dromers. En onder haar
grote hart bewoog soms de ware Jozef. Het kalf, begreep ze vaag, dat
trotse eiken om zou stoten.