Hogeschool Windesheim
Persbericht, 3 december 2008
Over biotechnologie bestrijden voor- en tegenstanders elkaar fel. De
een ziet het gevaar, de ander de mogelijkheden ervan. Prof. G.T.P.
Ruivenkamp kiest voor biotechnologie op maat. Hij stelt dat voor- en
tegenstanders van nieuwe technieken te vaak de techniek en de context
waarin een techniek is ontwikkeld als vaststaand beschouwen. Hij pleit
ervoor om te bekijken wat de waarde van een techniek kan zijn binnen
de doelstellingen van duurzame ontwikkeling. Op 18 december houdt hij
hierover een lezing, toont beelden en gaat in gesprek met bezoekers
over dit onderwerp. Hij houdt zijn lezing van 14.45 tot 16.45 uur in
gebouw B-012 van de Christelijke Hogeschool Windesheim op de Campus te
Zwolle.
Ruivenkamp stelt dat je technologieën moet ontwikkelen op de plaats
waar je ze gebruikt. In het kort komt de aanpak er op neer dat je niet
alleen naar de technologie kijkt, maar ook naar de manier waarop een
samenleving die ontwikkelt en gebruikt.
Een voorbeeld van biotechnologie op maat is de lupine in Ecuador.
Lupine is een gewas dat verwant is aan de doperwt. In bergstreken is
het een belangrijke bron van eiwitten. Maar de bonen bevatten veel
alkaloïden die eerst verwijderd moeten worden voordat ze geschikt
zijn voor consumptie. De bewoners laten de lupine nu zes dagen wellen
in vuil water. Daardoor lossen de alkaloïden wel op maar het vieze
water zorgt voor ziektekiemen. Met biotechnologie wordt er nu gewerkt
aan een lupinesoort die minder alkaloïden bevat.
Ruivenkamp publiceerde in november zijn boek: âBiotechnology in
development: experiences from the southâ. Het boek beschrijft de
noodzaak van nieuwe, sterke relaties in de voedselketen en technologie
wordt daarin gezien als een kans voor creatieve politiek op dit
onderwerp. Hij bewandelt daarmee de zogenaamde âderde wegâ. Het gaat
er niet om of je voor of tegen biotechnologie bent, maar hoe je
gentechnologie op maat kunt gebruiken.
Ruivenkamp is bijzonder hoogleraar Biotechnologie en genomics. Hij
houdt zich in het bijzonder bezig met de maatschappelijke aspecten
voor duurzame ontwikkelingen en voedselproductie in
ontwikkelingslanden, binnen de faculteit der Aard- en
Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit. Hij is voor onderzoek
en onderwijs verbonden aan het Instituut voor Innovatie en
Transdisciplinair Onderzoek, het Athena Instituut. Ruivenkamp is
tevens verbonden aan de Wageningen Universiteit. Het Athena instituut
is een samenwerking tussen de beide universiteiten.
Het programma is georganiseerd in het kader van het Science café van
het Studium Generale van Windesheim. Organisatoren zijn VU podium en
de lerarenopleidingen exacte vakken. Het programma is vooral bedoeld
voor alle studenten (exacte vakken). Andere geïnteresseerden zijn ook
welkom. Toegang is gratis en aanmelden hoeft niet.