De Nederlandse Bank
DNB publiceert Statistisch Bulletin december 2008
Persbericht
Datum 17 december 2008
In dit nummer: Het externe vermogen van Nederland in 2007 -
Winstgevend schadebedrijf in 2007 - Europeanisering van bancaire
diensten in Nederland - Kan de bruikbaarheid van statistieken over
directe investeringen beter?
Het externe vermogen van Nederland in 2007
Het Nederlandse externe vermogen heeft zich in 2007 gestabiliseerd, op
een licht positief niveau. Een overschot op de lopende rekening van
EUR 43 miljard leverde een sterk positieve bijdrage, die echter voor
een groot deel werd tenietgedaan door prijs- en
wisselkoersontwikkelingen. Bijzonder hoog waren in 2007 de inkomende
directe investeringen door met name de overname van ABN Amro. Het
bezit aan ABN Amro aandelen van andere buitenlandse effectenbeleggers
nam navenant af. Dat Nederland's activa en passiva in 2007 desondanks
toenamen, kwam vooral door een sterke groei, met 12%, van het overige
financiële verkeer, mede door de voortgaande internationalisatie van
het bankwezen. Het buitenland toonde een grote belangstelling voor
emissies van obligaties door Nederlandse banken. Nederlandse aandelen
deed men echter van de hand. Met de beleggingen door Nederlandse
pensioenfondsen was het juist andersom; zij kochten in koers gedaalde
buitenlandse aandelen om het gewicht ervan in hun
beleggingsportefeuille op peil te houden.
Winstgevend schadebedrijf in 2007
Schadeverzekeraars (exclusief zorg en inkomen) hebben in 2007 een
positief verzekeringsresultaat geboekt van EUR 1.180 miljoen. Dat was
11% van de verdiende premie-inkomsten en de helft van dat resultaat
werd behaald op verzekeren, het kernbedrijf. In de periode 1997-2003
werd nog een negatief resultaat op de kernactiviteiten geboekt. Vanaf
2003 zijn de verzekeraars zich weer meer gaan richten op het
verzekeren zelf. Dit heeft ertoe geleid dat er vanaf 2004 weer
positieve resultaten op het kernbedrijf worden behaald. Hierdoor is
het resultaat niet alleen afhankelijk van de beleggingsopbrengsten,
hetgeen de schadesector robuuster maakt in financieel onrustige
tijden. Van de 13 onderscheiden schadebranches deed "brand en
natuurevenementen" het in 2007 het minst goed, onder meer door de
januari-storm. Daarentegen lieten de branches krediet en borgtocht,
verzekeringen tegen wanbetalingen, juist de beste resultaten zien,
mede doordat het in 2007 economisch gezien nog voor de wind ging.
Europeanisering van bancaire diensten in Nederland
Net als veel sectoren is ook de bankensector de laatste decennia sterk
geinternationaliseerd, in Europa mede dankzij afspraken over toezicht
op buitenlandse vestigingen. Veel banken hebben elders vestigingen
opgericht om hun klanten te volgen of activiteiten in het moederland
te financieren. Vanuit Nederland sloegen banken vooral in de jaren
negentig hun vleugels uit, waardoor het aandeel van buitenlandse
activiteiten in hun totale, geconsolideerde balanstotaal (inmiddels
EUR 3000 miljard) verdrievoudigde tot 33%. Net zo breidden
buitenlandse banken hun netwerk in Nederland uit, tot recentelijk 60
vestigingen. Ook hún activiteiten namen toe, al liep het aandeel
daarvan in het geconsolideerde balanstotaal van het Nederlandse
bankwezen de laatste tien jaar terug van 5% naar 3%. Franse banken
bleven goed voor een aandeel in dat totaal van een kwart. Belgie en
Duitsland leverden echter ondanks een toegenomen aantal vestigingen
in, ten gunste van het Verenigd Koninkrijk - een Europese
toegangspoort voor banken uit ook andere continenten - en Turkije, met
een aandeel van 10% nummer drie in de top-vijf van landen. Een sterke
groei, van nog geen 20 begin jaren negentig tot 450 in 2008, vertoonde
ook het aantal banken dat direct vanuit het buitenland in Nederland
spaargelden aantrekt of kredieten verstrekt.
Kan de bruikbaarheid van statistieken over directe investeringen beter?
Meer methodologisch van aard is ditmaal een artikel over directe
investeringen waarin verkend wordt hoe ze bruikbaarder gemaakt kunnen
worden voor analyses van bijvoorbeeld het verband met economische
groei. Door de toegenomen complexiteit van financieringsconstructies
zijn de cijfers niet meer wat ze lijken. De kapitaalstroom van een
buitenlandse dochter naar een Nederlandse moeder bijvoorbeeld wordt
vaak nog verondersteld een terugtrekking van kapitaal te
weerspiegelen, maar het kan even goed gaan om het doorsluizen naar
Nederland van kapitaal dat de dochter verkregen heeft door obligaties
te emitteren. De interpretatieproblemen komen mede voort uit een
methodologie voor het maken van directe investeringsstatistieken die
(nog altijd) uitgaat van het idee dat complexe verschijnselen met
slechts een enkel getal zouden moeten kunnen worden beschreven.
Mogelijk dat de gebruikers van statistieken in de toekomst beter
bediend kunnen worden met een gerichte uitsplitsing van de aggregaten
naar echte, "half-echte" en onechte directe investeringen, naar de
mate waarin ze in economische analyses bruikbaar zijn.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans
(tel. 020-5243100, 0652496961) en Herman Lutke Schipholt (020-5242712,
0652496900).