Nieuwe Mediawet hapert in Senaat
17 december 2008
De nieuwe Mediawet ( 31.536 ) komt op verzoek van de VVD-fractie
volgende week in stemming in de Eerste Kamer. Minister Plasterk leek
dinsdag 16 december 2008 zonder veel problemen de wet door de senaat
te kunnen loodsen, maar op het laatste moment kwam er een kink in de
kabel. Het betreft de bepaling over 'haatzaaien'. Na een eerste
veroordeling door een rechter is het Commissariaat voor de Media
verplicht om een tijdelijk verbod van een jaar aan de
verantwoordelijke zender op te leggen. De Eerste Kamer vond dat in de
woorden van senator Dölle van het CDA te 'ruig'. Na een schorsing gaf
minister Plasterk toe dat hij dit een reëel punt vindt, waar hij op
terugkomt. Hij stelt voor om de nieuwe Mediawet wel in werking te
laten treden per 1 januari 2009, maar dan zonder de artikelen over het
'haatzaaien'.
De wet bevat verder een aantal moderniseringen ten opzichte van de
oude Mediawet in verband met de toeneming van digitalisering, de
taakopdracht van de publieke omroep en de reclameregels van
commerciële omroepen die worden versoepeld. Behalve het verbod op
'haatzaaien' gaf ook het verbieden van alcoholreclame vóór 21.00 's
avonds stof tot discussie. Ook de invoering van
prestatieovereenkomsten in plaats van programmavoorschriften kwam aan
de orde. Minister Plasterk zei dat een zender na twee onherroepelijke
veroordelingen wegens haatzaaien voorgoed uit de lucht genomen kan
worden. Voor een snelle reactie op een uitzending die beroering zou
wekken is optreden van het Openbaar Ministerie noodzakelijk. Zowel VVD
als PvdA vroegen of dit wel een adequate reactie is.
Senator Asscher van de VVD-fractie juicht de versoepeling van de
reclameregels voor commerciële omroepen toe waardoor bijvoorbeeld SBS
meer mogelijkheden krijgt om te concurreren met de formeel in
Luxemburg gevestigde RTL-organisatie. Overigens is het volgens de VVD
hard nodig om het hele omroepbestel op zijn kop te zetten. Er zijn nu
in de visie van de VVD drie soorten omroep: publieke, commerciële en
verenigingsomroepen, terwijl er een onbeperkt aantal digitale kanalen
is. Volgens senator Asscher is het tijd om de publieke omroep te
beperken tot informatie, educatie en cultuur en voor het overige de
verenigingsomroepen te faciliteren maar niet meer te subsidiëren. Hij
vindt ook dat de minister iets moet dan aan de concurrentievervalsing
die optreedt tussen publieke omroep en zijn lagere reclametarieven en
de uitgevers van dagbladen en tijdschriften.
De benadering van de topinkomens bij de publieke omroep noemde Asscher
onzinnig. Hij vindt dat net zo onlogisch als het maximeren van de
honorering van een topartiest die optreedt bij het gesubsidieerde
Concertgebouworkest.
Het verbod op alcholreclame na 21.00 uur vindt senator Asscher in
strijd met de grondwet en onaanvaardbaar. Hij vindt dit een inbreuk op
de vrijheid van meningsuiting.
SP-senator Slager vindt het heel jammer dat de minister de nieuw
Mediawet niet heeft gebruikt om de Publieke Omroep te dwingen meer
documentaire programma's te maken. Op de radio mist de SP-senator
serieuze achtergrondinformatie. "De nieuwszender is veranderd in een
babbelbox", zei Slager. Hij vindt dat de kwaliteitsjournalistiek terug
moest bij de Publieke Omroep. Hij dringt ook aan op geleidelijke
afschaffing van de STER. Op het laatste punt kreeg hij geen toezegging
van de minister, maar deze was wel bereid om bij de omroepen het punt
van documentaires en achtergrondinformatie aan de orde te stellen.
D66-senator Schouw die ook sprak namens de Onafhankelijke
Senaatsfractie brak een lans voor een nieuw omroepbestel naar een
BBC-achtig model. Hij verweet de CDA-fractie dat deze steeds maar weer
de Publieke Omroep wil behouden. "Het blijft toch bijzonder dat de
belastingbetaler flink betaalt voor de Publieke Omroep, terwijl hij
weinig of niets te zeggen heeft over wat hij krijgt voorgeschoteld",
zei Schouw. Senator Schouw vindt het juist wel goed dat voor
topinkomens plafonds worden aangebracht. "Het is niet goed uit te
leggen waarom er zoveel wordt verdiend door bestuurders in de
semi-publieke sector."
Senator Dölle sprak waardering uit voor de programmering van de
Publieke Omroep en verwees naar het CDA-programma dat wil waken tegen
te vergaande commercialisering in het medialandschap. Hij vroeg of de
regering van opvatting is dat het principieel onjuist is sommige
vormen van valse en bewust manipulatieve informatieverstrekking en
andere uitbundige vormen van nieuwsgaring zoals
chequeboekjournalistiek uit de mediaopdracht aan de Publieke Omroep te
houden. De CDA-senator doelde o.a. op de donorshow van BNN. "Het CDA
is huiverig voor een aanmatigende journalistiek die bewust
schijnvertoningen opvoert," zei senator Dölle. De CDA-senator zei het
niet eens te zijn met de WRR in het rapport Focus op functies dat
amusement en sport ingrediënten zijn die in de programmamix van de
Publieke Omroep niet per se behoeven voor te komen.
GroenLinks-senator Thissen drong erop aan dat de minister bij de op
handen zijnde veranderingen in het omroepbestel zelf de touwtjes in
handen houdt en niet afwacht wat de Publieke Omroep zelf voorstelt.
Hij vindt dat er aangekoerst moet worden op reclamevrije netten. De
Publieke Omroep had wat GroenLinks betreft niet voor vele miljoenen de
uitzendrechten voor voetbalflitsen behoeven te kopen.
Senator De Boer van ChristenUnie, mede namens de SGP, wilde een klip
en klaar antwoord op de vraag of het Commissariaat voor de Media bij
het oplossen van praktische knelpunten in de samenwerking tussen
omroepverenigingen niet treedt in de onafhankelijkheid van die
omroepen. De Boer vindt het jammer dat het verspreiden van
haatzaaiende websites niet via de Mediawet aangepakt kunnen worden.
Senator De Boer pleit ook voor stimulans van erkende streektalen bij
regionale omroepen. Minister Plasterk zei dit al met succes gebeurt.
Senator Tan van de PvdA-fractie wees erop dat de prestatieovereenkomst
die omroepen en minister van OCW sluiten mogelijk spanning kan geven
met de vrijheid van meningsuiting. Mevrouw Tan verwees naar een
opmerking van de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Publieke
Omroep, de heer Hagoort, dat in de toekomst de verleiding wel eens te
groot zou kunnen worden om via prestatieovereenkomsten tot
nadrukkelijker bemoeienis met de inhoud van programma's te komen.
Over het 'haatzaaien' zei mevrouw Tan dat zich onverhoopt situaties
kunnen voordoen waarin sprake is van dermate opruiende uitzendingen
dat onmiddellijk ingrijpen geboden is en waarbij de lange procedures
via het strafrecht en het Commissariaat voor de Media tot een
maatschappelijk ontoelaatbare situatie kunnen leiden. De minister
verwachtte niet dat het snel zover zou komen in Nederland.
Eerste Kamer der Staten Generaal