Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 158 / 10 december 2008
Onafhankelijk van trainingsschema:
Bijna kwart beginnende hardlopers raakt geblesseerd
Door overbelasting lopen veel hardlopers blessures op. Ruim een kwart van de deelnemers aan de 4 Mijl van Groningen raakte in de voorbereiding op het hardloopevenement geblesseerd. Rustiger trainen helpt niet om de kans op blessures te verminderen. Dat blijkt uit onderzoek van bewegingswetenschapster Ida Buist van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert 17 december 2008 op dit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Volgens de Nederlandse atletiekunie lopen in Nederland maar liefst vier miljoen mensen hard. Wetenschappelijke belangstelling was er tot op heden vooral voor de toplaag: naar blessures bij ervaren hardlopers werd al veel onderzoek gedaan. Met haar onderzoek naar blessures bij beginnende hardlopers betreedt Buist een relatief onontgonnen gebied.
Grootste onderzoek
Het GronoRun-onderzoek van Ida Buist is het grootste hardlooponderzoek van Nederland. Zij volgde meerdere groepen recreatieve hardlopers bij hun voorbereiding op de 4 Mijl van Groningen. Deelnemers volgden een door Buist aangereikt trainingsschema en registreerden informatie over het hardlopen en eventueel opgelopen blessures in een trainingslogboek op www.hardlooponderzoek.nl. Van de eerste onderzochte groep van 629 hardlopers (die een trainingsschema van acht weken volgden) raakte 25.9 procent tenminste eenmaal geblesseerd, zo blijkt uit het onderzoek. "Geblesseerd" betekende daarbij: minstens één dag niet of niet volledig kunnen trainen.
Rustiger trainen helpt niet
Minder intensief trainen vermindert de kans op blessures niet, zo blijkt uit vervolgonderzoek. Hiervoor volgde Buist twee groepen hardlopers (samen 468 hardlopers): een groep die zich in acht weken voorbereidde op de 4 Mijl van Groningen en een groep met een trainingsschema van dertien weken. Voor beide groepen gold als regel dat het aantal gelopen minuten per week met niet meer dan tien procent mocht toenemen. In deze studie werd een relatief "strenge" definitie van het begrip blessure gehanteerd. Een enkele blaar, of lichte spierpijn werd niet meegerekend; deelnemers golden pas als geblesseerd wanneer ze drie keer of vaker niet konden trainen. Of de deelnemers zich in acht of dertien weken voorbereidden, bleek niets uit te maken: in beide groepen liep twintig procent van de hardlopers een blessure op.
Mannen met een buikje
Uit het onderzoek blijkt dat beginnende lopers die het afgelopen jaar een blessure hebben gehad de meeste kans hebben op een hardloopblessure. Mannelijke beginnende hardlopers met een hogere BMI (Body Mass Index) lopen daarbij het grootste gevaar.
Minder hart- en vaatziekten
Ondanks het hoge aantal blessures, vindt Buist hardlopen een verantwoorde sport. 'Hardlopen heeft dezelfde voordelen als veel andere sporten: het vermindert de kans op hart- en vaatziekten, overgewicht en tal van andere klachten. Het is een prima manier om aan je fitheid te werken.' Een voordeel van hardlopen is dat het zeer laagdrempelig is. Buist: 'Je kunt het in je eentje doen, wanneer het jou uitkomt en je hoeft er niet voor naar een sportfaciliteit te reizen.' Belangrijk is dat hardlopers niet te strikt vasthouden aan vooraf vastgestelde schema's. Buist: 'Overbelasting is vaak de oorzaak van blessures. Hardlopers moeten naar hun lichaam luisteren. Een trainingsschema is niet zaligmakend.'
Vervolgonderzoek
Inmiddels wordt aan het Sportmedisch centrum van het UMCG onderzoek gedaan naar de effectiviteit van speciale oefeningen om blessures bij hardlopers te voorkomen. Ook voor dit GronoRun2-onderzoek worden vele honderden mensen gevolgd. De resultaten van dit onderzoek worden naar verwachting in 2009 bekend.
Curriculum vitae
Ida Buist (Noordhorn, 1977) studeerde fysiotherapie in Amsterdam en Groningen en bewegingswetenschappen in Groningen, en werkte enige tijd als fysiotherapeut in Drachten. Haar promotieonderzoek verrichtte ze aan het Universitair Centrum voor Sport, Beweging en Gezondheid Groningen van het UMCG en binnen onderzoeksschool SHARE. Het onderzoek werd mede gefinancierd door ZonMW. De titel van haar proefschrift luidt: The GRONORUN study - Incidence, risk factors and prevention of injuries in novice and recreational runners.
Rijksuniversiteit Groningen