De Nederlandse Bank
Speech directeur Kellermann 'Ontwikkelingen naar aanleiding van de
kredietcrisis'
Speech
Datum 11 december 2008
Tijd 20:54 uur
Lokatie Jaarcongres NCI
Spreker Mr. A.J. Kellermann, directeur van de Nederlandsche Bank
De kredietcrisis heeft veel onzekerheid gebracht, maar in ieder geval
één zekerheid: als je deze weken en maanden als directeur van DNB
wordt uitgenodigd om ergens te spreken hoeft je niet te zoeken naar
een onderwerp. Wel moet je nadenken over een invalshoek. Dan heb je de
keuze tussen een aantal klassieke thema's: de historische parallel,
daders en slachtoffers, verantwoordelijkheden, maatregelen en
oplossingen, en, last but not least, de lessen voor de toekomst.
Vergelijkingen met alle grote economische crises van vorige eeuwen
zijn getrokken. Talloze tabellen, modellen en grafieken zijn opgesteld
om de crisis te analyseren en te verklaren. Er zijn diverse antwoorden
in omloop op de vraag hoe lang de crisis nog zal aanhouden.
Over oorzaken, ging ook het gesprek tussen de top van de financiële
sector en de Tweede Kamer over de kredietcrisis. Volgens een aantal
bankiers moeten we het ontstaan van de crisis bij de door hen
gehanteerde modellen zoeken. Die modellen en risicosystemen bleken
niet in staat om rekening te houden met de risico´s van nieuwe
financiële producten. Daarmee lag de oorzaak bij de Amerikaanse
zakenbanken en hun producten, waaronder de gewraakte subprimes. Ook
was de snelheid en omvang van crisis onderschat. Deze werd zelfs
vergeleken met een tsunami. De vraag of de bankiers een meer
fundamentele rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de crisis, werd
niet beantwoord.
Veel verhalen, en ook de hoorzitting in de Kamer, gaan over
'weaknesses en threats', veel minder over 'strengths' en
'opportunities'. En dat is dus waar ik het vandaag met u over wil
hebben: over de kansen en mogelijkheden die de crisis ons kan bieden.
John F. Kennedy zei ooit:"The Chinese use two brush strokes to write
the word 'crisis'. One brush stroke stands for danger; the other for
opportunity. In a crisis, be aware of the danger- but recognize the
opportunity."
Dat is volgens mij ook wat u kunt en moet verwachten van DNB. Dat wij
niet alleen de gevaren, maar ook de kansen herkennen. Uiteraard binnen
de grenzen van onze rol als toezichthouder, en met oog voor de
ontwikkelingen in de samenleving. Kansen, bijvoorbeeld op het gebied
van risicogebaseerd denken. Maar zeker ook op het gebied van
duurzaamheid in de meest brede zin.
Twee kansen die niet alleen DNB aangaan, maar ook u. Kansen die, als
we ze weten te grijpen, ook van invloed kunnen zijn op uw rol, op uw
werk als compliance professional.
Ik vertelde net al dat risicomanagement een belangrijk onderwerp was
in het gesprek tussen bankiers en Kamer. In de uitleg van de bankiers
over het ontstaan van de crisis was de rol van de modellen zeer
helder. Volgens de bankiers waren de gebruikte risicosystemen
verouderd en niet toegerust om nieuwe risico's en de onderlinge
samenhang tussen risico's te beoordelen. Met andere woorden: het
risicomanagement was niet afdoende. Daardoor was men was niet op de
hoogte van de risico's die waren verbonden aan de nieuwe financiële
producten. Toch werd er door veel financiële instellingen in deze
producten gehandeld. Toch werden deze producten door veel burgers
gekocht. Bovendien werden de banken gedreven door de aandeelhouders,
die alleen genoegen namen met een steeds hoger rendement. Men
realiseerde zich niet dat naarmate de winstmogelijkheden toenamen, ook
de risico's groter werden.
Hieruit blijkt dat niet alleen de financiële wereld lijdt aan een
verstoorde risicoperceptie. Groei werd de afgelopen jaren bijna als
een grondrecht van de moderne burger gezien. De door AFM verplicht
gestelde zin "in het verleden behaalde rendementen bieden geen
garantie voor de toekomst" werd niet meer uitgelegd als een
waarschuwing. Integendeel, dit veranderde in een belofte.
De samenleving leek gewend geraakt aan een steeds toenemende groei.
Het leek de gewoonste zaak van de wereld, net als aan water uit de
kraan. Mede dankzij financiële innovaties leek het risico op bepaalde
beleggingen nagenoeg verdwenen te zijn. Spaargelden werden daarom voor
aandelen verruild, met de stellige verwachting van een hoog rendement.
Huizen werden gefinancierd met tophypotheken.
Want wie kon zich nog voorstellen dat aandelen minder waard zouden
worden, dat de huizenprijzen ook zouden kunnen dalen? Deze
risicoperceptie was dus omgekeerd evenredig aan de groei, en bij
praktisch iedereen aanwezig. Tegenover een onvoorzichtig verstrekte
lening stond een onvoorzichtige lener.
Interessant genoeg, lijkt deze verstoorde risicoperceptie gepaard te
gaan met een afnemende risicotolerantie. In tijden van steeds
toenemende welvaart lijken risico's steeds minder acceptabel. Als er
risico's opdoemen, wordt onmiddellijk geprobeerd om deze af te
wentelen, op een andere partij of, nog beter, op de overheid. Dat is
natuurlijk niet realistisch. We zeggen niet voor niets 'een risico
nemen'. Niet: 'een risico krijgen'. Het gaat om een bewuste, actieve
handeling. Dat wil niet zeggen dat je geen risico mag nemen, maar wel
dat áls je een risico neemt, dat een bewuste, weloverwogen beslissing
moet zijn.
En daar dames en heren, ziet DNB een kans liggen. Een kans voor het
risicogebaseerd denken. In de afgelopen jaren heeft dit
risicogebaseerd denken op verschillende manieren vorm gekregen. In
Basel II, in een risicogebaseerde aanpak van witwassen en
terrorismefinanciering in de WWFT (wet ter voorkoming van witwassen en
het financieren van terrorisme). En binnenkort ook in Solvency II.
Als DNB hechten we veel waarde aan dat risicogebaseerde denken, al
sinds geruime tijd. Immers, ook ons toezicht is risicogebaseerd.
Startpunt van onze toezichtactiviteiten is een risicoanalyse.
Vervolgens baseren we de reikwijdte, aard en diepgang van de uit te
voeren toezichtwerkzaamheden op de uitkomsten van die risicoanalyse.
Op deze wijze kunnen we samen met de sector zorgen voor een juiste
mate van risicobereidheid en risicotolerantie.
Waar dient risicogebaseerd denken in ieder geval uit te bestaan? Het
draait bij dat denken om het herkennen, waarderen en beheersen van
alle risico's. Van alle bedrijfsonderdelen, van alle producten en
activiteiten. Het gaat om de risico´s van vandaag maar zeker ook die
van morgen. Niet alleen de kwantitatieve, maar juist ook de
kwalitatieve risico's, zoals reputatie en integriteitsrisico's.
Zicht krijgen op al deze risico's bestaat niet alleen uit het opzetten
van kwantitatieve modellen. Kwalitatieve oordeelsvorming is daarvoor
net zo essentieel. Bij die oordeelsvorming moeten bovendien alle lagen
en disciplines van de onderneming worden betrokken. Het is de beste
methode om te bewerkstelligen dat alle risico´s meegenomen,
gewaardeerd en waar nodig, beheerst worden.
Dit is wel een proces dat eerlijkheid vereist. Over de omvang en de
kosten van die risico's. Maar ook eerlijkheid over wie de kosten van
de risico's moet dragen. Want alleen met eerlijkheid is vertrouwen te
verdienen.
En we kunnen deze kans niet laten liggen. Wanneer burgers en bedrijven
ervaren dat de sector hen niet opzadelt met onbekende, ongecalculeerde
risico´s, maar met een financiële aansprakelijkheid die past bij hun
financiële situatie, draagt dit bij aan het herstel van het vertrouwen
in de sector als geheel.
Daarmee is het v-woord weer gevallen: de 'v' van vertrouwen. Het
vertrouwen dat de basis is van de financiële sector, het vertrouwen
dat aangetast is en moet worden hersteld. Vertrouwen dat nauw verweven
is met integriteit en duurzaamheid. En daar ligt de tweede kans waar
ik het vandaag over wil hebben: de kans om duurzaamheidseisen te
stellen aan ons financiële systeem. Niet alleen in de zin van
ecologisch verantwoord investeren, maar breder: integer en
toekomstgericht investeren in welvaart en welzijn.
Duurzaamheid is niet alleen nodig om de financiële sector weer vlot te
trekken, maar ook omdat de opinie van de samenleving over de functie
en het gedrag van banken aan het verschuiven is. Premier Balkenende
zei onlangs tijdens een CDA-bijeenkomst dat het tijd is voor een
morele herbronning van ons financiële systeem. Jos Baeten, de topman
van Fortis Verzekeringen zei zelfs tijdens het gesprek met de Kamer:
"We moeten trots zijn op saaiheid". En dat hoor je weer steeds vaker.
Dat bankiers weer saai en ouderwets moeten worden. Dat zij moeten
streven naar een langdurige relatie met een tevreden klant. Dat de
financiële sector weer dienend moet worden aan de reële economie, met
geld als middel, niet als doel op zich.
Is dat zo? Is moreel bankieren hetzelfde als saai bankieren? Is
duurzaamheid hetzelfde als behoudend? Is risicobewust hetzelfde als
risicoloos? Volgens mij zeker niet. Maar het is wel iets om eens goed
over na te denken, eens goed over te praten. Want hoe ziet u de ideale
bank, de ideale bankier van de toekomst? Hoe ziet volgens u de
profielschets van bank en bankier er uit in een duurzaam financieel
stelsel?
Rust, reinheid en regelmaat? Dat past volgens mij niet meer bij het
tempo van onze 21ste-eeuwse samenleving. Ik denk dat we moeten zoeken
naar eigenschappen of normen en waarden die leiden tot meer duurzaam
financieel systeem. Daar ligt volgens mij de sleutel tot herstel van
vertrouwen en daarmee de uitweg uit de crisis. Welke eigenschappen dat
zouden kunnen zijn?
Wat dacht u van een lange-termijn visie, een integere bedrijfscultuur,
transparantie, betrouwbaarheid en onkreukbaarheid. En daar horen
beloningen bij, zowel voor de top als voor de aandeelhouders, die
maatschappelijk verantwoord zijn.
Dit rijtje kan worden aangevuld met andere eigenschappen, maar de
basis is en blijft dat financiële instellingen integer moeten zijn en
moeten handelen zoals de maatschappij redelijkerwijs kan en mag
verwachten. Dus: financiële instellingen die hun centrale rol in de
economie en de samenleving vertalen naar het verkopen van goede en
betrouwbare producten. Zo bezien is maatschappelijk verantwoord
ondernemen een onderdeel van duurzaam bankieren. Financiële
instellingen kunnen hun verantwoordelijkheid nemen door zich te
richten op winsten voor alle stakeholders. Dat zijn niet alleen de
directe aandeelhouders, maar ook bijvoorbeeld de werknemers en de
depositohouders. Die winst bestaat dan niet alleen uit een zo hoog
mogelijk dividend op korte termijn, maar uit een duurzaam rendement,
gericht op continuïteit en beheerste groei.
Het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid door financiële
instellingen gaat verder dan producten alleen. Die
verantwoordelijkheid strekt zich ook uit tot maatschappelijke risico´s
als georganiseerde criminaliteit, witwassen en fraude. Wat bedoelen we
daar dan mee? Onder meer dat u tracht te voorkomen dat uw instelling
betrokken raakt bij:
* strafbare feiten en andere wetsovertredingen;
* bepaalde cliënten; en
* maatschappelijk onbetamelijke handelingen.
Deze maatschappelijke risico´s neemt DNB ook bijzonder serieus. Denkt
u bijvoorbeeld aan de vastgoedbranche.
Die hebben we in 2006,2007 en 2008 op deze risico's onderzocht.
Zelfstandig, maar ook samen met de AIVD, de AFM, de Belastingdient,
FIOD-ECD, KLPD, het OM, de Politie Amsterdam-Amstelland en de Raad van
Hoofdcommissarissen. Dit samenwerkingsverband heet het Financieel
Expertise Centrum (FEC).
Als voorzitter van het FEC wil DNB deze samenwerking de komende jaren
verder intensiveren. Alleen dan kan georganiseerde criminaliteit
effectief worden bestreden.
Ik ben dus blij dat alle FEC-partners gisteren unaniem hebben
ingestemd met een intensivering van de samenwerking. Een vernieuwd FEC
gaat op 1 januari 2009 van start.
Hoe we dat gaan aanpakken? Via een vernieuwd secretariaat dat drie
taken krijgt:
* Resultaatgerichte informatie-uitwisseling over criminele acties in
de financiële sector
* Kennisopbouw, voornamelijk gericht op het ontdekken van nieuwe
thema's die als input kunnen dienen voor nieuwe onderzoeken;
* Het uitvoeren van thema-onderzoeken.
Kernwoorden voor het FEC nieuwe stijl zijn: krachtdadig,
resultaatgericht en effectief.
De samenleving verwacht, nee eist, dat banken, verzekeraars en
pensioenfondsen hun steentje bijdragen bij het bestrijden van deze
risico's. Dat vloeit voort uit de maatschappelijke functie van
financiële instellingen, maar ook uit de diepgewortelde opvatting dat
een financiële instelling geen winst mag maken met geld dat niet
eerlijk is verdiend. Doet een bank dat wel, dan verliest die bank het
publieke vertrouwen. Als de kredietcrisis ons één les heeft geleerd,
dan is het wel dat vertrouwen cruciaal is voor een goed functionerend
financieel systeem.
We hebben ook geleerd dat geld niet alleen dient om geld te maken, dat
investeringen niet alleen gaan over vandaag maar ook over morgen, dat
het niet alleen gaat om winst maar ook om welvaart en welzijn. Kortom:
modern bankieren is integer bankieren, en integer bankieren is
duurzaam bankieren. De compliance functie, uw functie, speelt hierbij
een cruciale rol. Uw functie zal zich in de komende tijd ontwikkelen
naar een meer richtinggevende functie. Want integer, duurzaam
bankieren zal zijn weerslag moeten krijgen in de strategie en
inrichting van de onderneming. Vanuit die rol kunt u een bijdrage
leveren aan de verankering van integriteit in het DNA van de
financiële sector!
---
Lees voor