Uitspraak vastgesteld d.d. 16 december 2008
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, mw. drs. J.X. Nabibaks, M. Ülger
en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M.S.
van den Berg, secretaris, en mr. W.S. van Helvoort, plaatsvervangend
secretaris.
X / A.C.M. van de Luytgaarden en het Noordhollands Dagblad
Uitspraak: deels gegrond
Naar aanleiding van het artikel "Station Purmerend krijgt eigen
restauratie". Naar aanleiding van heeft klager een kritische brief
gestuurd naar de redactie. Vervolgens is in Dagblad Waterland in de
rubriek `60 seconden' een column verschenen onder de kop "Naam",
waarin klager wordt genoemd en zijn adres wordt vermeld.
De column is een journalistiek genre waarin meer mag dan in andere
journalistieke genres. Met betrekking tot de publicatie van
adresgegevens van klager overweegt de Raad echter dat dit een te
vergaande inbreuk vormt op de privacy van klager. Publicatie van deze
gegevens voegt immers niets toe aan de strekking van de column. Door
het weglaten ervan zou geen onaanvaardbare onduidelijkheid ontstaan
voor de lezer. Voor zover de klacht betrekking heeft op de publicatie
van de naam en adresgegevens van klager in de column is deze dan ook
gegrond. (zie punt 2.4.1. van de Leidraad van de Raad voor de
Journalistiek)
Het gebruik van de term `mekkeren' in de zin "Dat moet ook wel, want
onder vele lezers loopt er altijd wel eentje rond die wat te mekkeren
heeft" acht de Raad niet ontoelaatbaar. Het woord `mekkeren' is
wellicht scherper dan klager wenselijk acht, maar kan niet als onnodig
beledigend worden opgevat. Voor de lezer is duidelijk dat de column de
persoonlijke mening van Van de Luytgaarden behelst en de samengevatte
weergave van de brief van klager in de column is nergens nodeloos
grievend of schadelijk voor klager. Tegen die achtergrond en gelet op
het feit dat in een column meer is toegestaan dan in andere
journalistieke genres, is de door Van de Luytgaarden gebezigde
schrijfstijl niet onaanvaardbaar.
Uit het voorhanden zijnde materiaal kan de Raad verder niet met
zekerheid vaststellen dat verweerders klager telefonisch hebben
toegezegd zijn brief alleen intern te gebruiken. Gelet op het
voorgaande acht de Raad - zelfs al zou deze afspraak zijn gemaakt -
het niet getuigen van journalistieke onzorgvuldigheid dat in de column
een samengevatte weergave van de brief van klager is opgenomen. (zie
punten 1.2., 1.3. en 3.1. van de Leidraad van de Raad en vgl. RvdJ
2006/85)
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: misbruik van informatie
· Feitenweergave: grievende berichtgeving
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
· Aard van de publicatie: column, ingezonden brief
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/68
---
Uitspraken vastgesteld d.d. 16 december 2008
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, mr. T.E. Klein, mw. drs. J.X.
Nabibaks, M. Ülger en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.M.S. van den Berg, secretaris, en mr. W.S.
van Helvoort, plaatsvervangend secretaris.
W.A. Boef / B. Middelburg, P. Vugts en Het Parool
Uitspraak: ongegrond
De klacht is gericht tegen de artikelen "Voorman Wallen zelf
omstreden. Wim Boef hielp Pakistaanse witwassers" en "De woordvoerder
van bonafide ondernemers".
Naar het oordeel van de Raad hebben verweerders niet journalistiek
onzorgvuldig gehandeld door tijdens het interview met klager vragen te
stellen over diens (zakelijke) verleden. Daarbij betrekt de Raad dat
het klager vrij stond om het interview te beëindigen indien hij dat
wenste, en dat hij ter zitting geen overtuigende argumenten naar voren
heeft gebracht waarom hij dit niet gedaan heeft. Evenmin kan het als
journalistiek onzorgvuldig worden geacht dat de journalist aan een
persoon, die hij in het kader van het gekozen onderwerp interviewt,
vragen stelt over diens achtergrond.
Het beginsel van het toepassen van wederhoor is evenmin geschonden. In
het kader naast het artikel in Het Parool, is klager uitvoerig in de
gelegenheid gesteld om zijn reactie te geven op hetgeen in het artikel
over hem is gesteld. Klager heeft van die mogelijkheid ook gebruik
gemaakt door de verhalen waarmee hij is geconfronteerd, te
weerspreken.
Nu klager verder in zijn klaagschrift noch ter zitting concreet
duidelijk heeft gemaakt welke onjuistheden in het artikel zijn
weergegeven, komt de Raad tot de slotsom dat verweerders geen grenzen
hebben overschreden van hetgeen - gelet op de eisen van journalistieke
verantwoordelijkheid - maatschappelijk aanvaardbaar is, door over
klager te berichten op de wijze als zij hebben gedaan. (zie punten
1.2. en 1.3. en 2.3.1. van de Leidraad van de Raad voor de
Journalistiek).
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
· Aard van de publicatie: interview
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/66
X / Beauty+
Uitspraak: ongegrond
In het artikel "Actie van Bergman Beauty Clinics en Sky Radio in
Beauty+". Komen vier deelnemers - onder wie klager - aan het woord,
die vertellen welke uiterlijke metamorfose zij zouden willen ondergaan
en waarom. De kern van de klacht heeft betrekking op het schenden van
de privacy van klager omdat - naar hij stelt - zonder zijn toestemming
privézaken zijn gepubliceerd.
Verweerster heeft gesteld dat tijdens de actie aan de deelnemers
voldoende duidelijk is gemaakt dat een foto en het verhaal van de
deelnemers gepubliceerd zouden worden in Beauty+. Klager ontkent
uitdrukkelijk dat hij op de hoogte is gebracht dat hetgeen hij in het
gesprek met de plastisch chirurg naar voren heeft gebracht, gebruikt
zou worden in een publicatie. De standpunten van de partijen ter zake
staan lijnrecht tegenover elkaar en er is voorts geen materiaal
voorhanden op grond waarvan de Raad kan bepalen welk standpunt juist
is.
De Raad deelt echter het standpunt van verweerster dat klager uit het
feit dat de actie waaraan hij deelnam georganiseerd werd door Sky
Radio, Bergman Kliniek en Beauty+ had kunnen en moeten begrijpen dat
over hem in Beauty+ zou worden gepubliceerd. Klager wist in ieder
geval dat zijn foto zou worden gepubliceerd in Beauty+. Verder ziet de
Raad geen aanknopingspunten om te twijfelen aan het betoog van
verweerster dat voor klager zichtbaar was dat tijdens het gesprek met
de plastisch chirurg aantekeningen werden gemaakt, bestemd voor
publicatie. Onder de gegeven omstandigheden mocht verweerster ervan
uitgaan dat klager instemde met de publicatie van zijn verhaal. (zie
punt 2.4.1. van de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek)
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: misbruik van informatie
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/67
---
Raad voor de Journalistiek