abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
Datum Bijlage(n)
16 december 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
CEND/FMC-2008/2838 31 792 A
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die uw vaste Commissie van Verkeer en Waterstaat
heeft gesteld over het voorstel van wet tot wijziging van de begrotingsstaat van het
Infrastructuurfonds (wijziging samenhangende met de Najaarsnota; Kamerstukken II,
2008-2009, 31 792 A).
1. Waarom wordt geen toelichting gegeven op de mutaties per beleidsartikel?
1. In het wetsvoorstel zijn onder onderdeel 2.1 Overzicht van de belangrijkste
suppletore uitgaven- en ontvangsten mutaties de meest relevante mutaties per
beleidsartikel gespecificeerd en vervolgens toegelicht. Daarna is onder 2.2 nader
ingegaan op de meer specifieke mutaties per artikel.
2. Welk deel van de 121 mln mutatie op art. 12.02 (beheer en onderhoud
hoofdwegennet) wordt veroorzaakt door het versneld uitvoeren van onderhoud, welk
deel door de mobiliteitsmaatregelen en welk deel door de prijsontwikkeling? Kunt de
oorzaken voor ieder deel van deze mutaties toelichten?
2. Het merendeel ter grootte van circa 77 mln wordt veroorzaakt door het versneld
uitvoeren van onderhoud aan onder andere de A7, de A32 en de Moerdijkbrug. De
kosten voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan de kunstwerken leidde
tijdens de uitvoering tot meerkosten van circa 21 mln. Om de verkeershinder te
beperken zijn (niet begrote) mobiliteitsmaatregelen van circa 18 mln gemaakt bij het
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
CENDFMC/2008/2838
beheer en onderhoud van kunstwerken en bij asfalteringswerkzaamheden. Het
resterende deel ad circa 5 mln is het gevolg van het duurder worden van brandstof,
staal en bitumen.
3. Kunt u de mutatie ten bedrage van -/- 31.7 mln op art. 12.03 (aanleg hoofdwegen)
als gevolg van vertraging in het `project verbeteren doorstroming ring A10' nader
toelichten?
3. De start van het project is vertraagd als gevolg van het bestuurlijk
afstemmingsproces met de regio over te nemen maatregelen. Daardoor schuift een
deel van de uitvoering door naar 2009.
4. Op welke wijze is de toegevoegde 60 miljoen op art. 11.02.01 (Basispakket B&O
waterkeren) opgebouwd en wanneer worden deze bedragen uitgegeven?
4. Deze zijn bedoeld voor het uitvoeren van het jaarlijks suppletieprogramma en het
faalkansbeheer van de stormvloedkeringen. Deze bedragen zullen nog dit jaar worden
besteed. De kosten voor suppleties bedragen 19 mln en 15,5 mln voor
faalkansbeheer. Daarnaast zijn de kosten voor het reguliere onderhoud gestegen,
onder meer door de gestegen kosten voor energie.
5. Kunt u toelichten waarom op art. 11.03.01 102 miljoen minder wordt uitgegeven
aan de aanleg van waterkeringen? Wat zijn hiervan de gevolgen voor de veiligheid?
Hoe verhoudt zich dit tot de conclusies van de Deltacommissie?
5. De verlaging van het budget voor waterkeren is, zoals gemeld bij Voorjaarsnota,
vooral het gevolg van het verschuiven van middelen voor het
Hoogwaterbeschermings-programma (HWBP). In het najaar van 2007 is het
Hoogwaterbeschermingsprogramma vastgesteld. Met de waterschappen en provincies
zijn begin 2008 intentieverklaringen afgesloten voor alle noodzakelijke
verbeteringswerken. Met het doorschuiven van het budget van 2008 naar latere
jaren, is de financiële reeks beter afgestemd op de programmering van de
waterschappen. De programmering van de waterschappen is conform de doelstelling
van het HWBP, om de verbeteringswerken aan de primaire waterkeringen in 2015
gereed te hebben.
De voortgang van het HWBP is in lijn met de Kabinetsreactie op het advies van de
Deltacommissie. De lopende programma's op het gebied van waterveiligheid worden
voortvarend voortgezet.
6. Kunt u de mutatie van -/- 662 miljoen op art. 12.05 (verkenningen en planstudies
voor tracébesluit) toelichten? Treft u minder voorbereiding voor de aanleg van nieuwe
wegen en de verbreding van huidige wegen?
6. Uit het bedrag van 662 mln leid ik af dat gevraagd wordt naar het verschil tussen
de raming bij Najaarsnota en ontwerp-begroting 2008.
---
CENDFMC/2008/2838
Dit bedrag wordt voor 500 mln veroorzaakt door overboekingen in het kader van
fasewisseling, bijvoorbeeld projecten die overgaan vanuit planstudiefase naar
realisatiefase, maar ook voor planstudieprojecten waar nu al realisatieuitgaven voor
worden gemaakt (bijvoorbeeld anticiperende grondaankopen).
Deze grote overboeking van planstudie naar realisatie geeft feitelijk aan dat er een
groot aantal projecten die nog in de planstudiefase verkeerden, nú in uitvoering zijn of
binnenkort in uitvoering worden genomen.
De mutatie betekent niet dat er minder aandacht wordt besteed aan de voorbereiding
voor de aanleg van nieuwe wegen en de verbreding van de huidige wegen.
Het restant betreft met name het saldo van de diverse kasschuiven die samenhangen
met de programmering van infrastructuur en de toedeling van het voordelig saldo over
2007 aan de verschillende jaren.
7. Hoe komt het dat de uitgaven op art. 13 (spoorwegen), zowel bij aanleg als
onderhoud, achterblijven en wat kan hier aan gedaan worden?
7. Zie het antwoord op vraag 8.
8. Kunt u toelichten waarom u op art. 13.03 225 miljoen minder besteedt aan de
aanleg van spoorwegen? Kunt u toelichten hoe zich dit verhoudt tot de halvering van
de raming voor art. 35.04.05 (logistieke efficiëntie spoor) in de tweede suppletoire
Begroting 2008 (31792 XII)? Hoe verhoudt zich dit tot uw ambities van het
programma Groei op het Spoor?
8. De onderuitputting op het aanlegprogramma wordt grotendeels verklaard doordat
met name de gereserveerde bedragen voor de risicoreservering grote projecten en het
project Zuidas doorschuiven naar latere jaren.
De aanpassing van de raming op art. 35.04.05 hangt samen met een vertraagde
uitvoering van de ECTS-regeling, welke beoogt de inbouw van ERTMS in
locomotieven van vervoerders die gebruikmaken van de Betuweroute. De planning is
dat in 2009 deze regeling wel afgerond kan worden.
De mindere besteding op dit artikel in dit jaar (2008) heeft geen invloed op de
groeiambitie voor het spoor. Voor de komende jaren blijft tijdige realisatie van de
spooruitbreiding, die onderdeel uitmaakt van het project Zuidas, uitgangspunt. Over
de voortgang van het project Zuidas wordt uw Kamer binnenkort geïnformeerd.
9. Kunt u toelichten waarom u op art. 14.01 36 miljoen minder besteedt aan grote
regionale en lokale projecten? Erkent u niet de noodzaak van extra investeringen in de
afwikkeling van het regionaal en lokaal vervoer?
9. Ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2008 is 36 mln minder besteed, dat als
volgt wordt veroorzaakt:
Toevoegingen/onttrekkingen aan het budget:
- Voordelig saldo 2007 56 mln
- Loon en prijsbijstelling 2008 3 mln
---
CENDFMC/2008/2838
- Taakstelling -3 mln
Versnelling van projecten:
- N201 2 mln
- Tilburg NW Tangent 5 mln
Vertraging van projecten:
- Noord Zuidlijn WTC -54 mln
- Randstadrail -21 mln
- Beneluxmetro -4 mln
- Diversen: waaronder Duurzaam veilig, West
Zeeuws Vlaanderen, GDU, Experimenteerfonds en
Verkenning en planstudies -20 mln
Totaal -36 mln
Er kan uit de lagere uitgaven niet de conclusie worden getrokken dat er sprake is van
het niet erkennen van de noodzaak van extra investeringen in de afwikkeling van het
regionaal en lokaal vervoer. De gelden blijven voor VenW behouden. VenW is ten
aanzien van betaalbaarstelling afhankelijk van het declaratiegedrag van derden.
10. Kunt u de mutaties op artikel 17.03 (Hogesnelheidslijn) en de daartoe behorende
subartikelen in detail toelichten?
10. De in de Najaarsnota voorgestelde mutatie heeft geheel betrekking op
artikelonderdeel 17.03.01. Realisatie HSL-Zuid. Door vertraging bij de oplevering van
de HSL, kan het budget met ruim 80 mln neerwaarts worden bijgesteld. Deze
middelen schuiven door naar latere jaren.
11. Welke subsidies vallen onder artikel 18.07.02 (Subsidies Algemeen) en welk deel
van de mutatie van 17 miljoen heeft betrekking op ieder van deze subsidies?
11. Dit betreft de toezeggingen die VenW heeft gedaan met betrekking tot de nieuwe
staatkundige structuur van de drie BES - eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en
logistieke innovatie (in het kader van het dieselakkoord).
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat