Afname zwerfvuil in Amsterdam
16 december 2008
-
Sharda Balgobind
Ten opzichte van 2007 is er in 2008 sprake van minder zwerfvuil in
Amsterdam. In twaalf stadsdelen is de hoeveelheid zwerfvuil afgenomen,
zo blijkt uit metingen. De extra inzet van stadsdelen werpt zijn
vruchten af. In de andere twee stadsdelen, die nog ruime voldoendes
scoren, is de hoeveelheid nagenoeg gelijk gebleven. Dat blijkt uit de
rapportage `Zwerfvuil in de stad', die is gemaakt op verzoek van de
Amsterdamse gemeenteraad.
Voor deze rapportage is bestudeerd hoe schoon de stad is. Hoeveel
zwerfvuil is er per stadsdeel en hoe schoon beoordelen Amsterdammers
hun stad. Daarbij is gekeken naar feiten en beleving die per stadsdeel
naast elkaar zijn gelegd. Het blijkt dat er geen sterke verbanden zijn
tussen de objectieve en de subjectieve metingen. Mogelijke verklaring
is dat inwoners ook andere zaken dan zwerfvuil in hun oordeel over de
netheid van hun stadsdeel betrekken. Desondanks scoren alle stadsdelen
ook in de beleving van Amsterdammers een voldoende.
De methode om te bekijken hoe schoon de Amsterdamse stadsdelen zijn,
is de afgelopen jaren steeds verder ontwikkeld. Dit is de zogeheten
zwerfvuilmeting. Sinds 2003 meten de stadsdelen gezamenlijk,
tegelijkertijd en volgens eenzelfde methode, hoe schoon de stadsdelen
zijn. Op deze manier kunnen de resultaten worden vergeleken en krijgen
stadsdelen informatie over hoe schoon het is in de verschillende
wijken en buurten. Dit gebeurt nu tweemaal per jaar. De Dienst
Onderzoek en Statistiek verzorgt de tellingen, de Dienst Ruimtelijke
Ordening analyseert de resultaten.
Naast de zwerfvuilmeting wordt ook bestudeerd, hoe Amsterdammers de
schoonheid en netheid in hun omgeving beoordelen. Daarbij gaat het dus
om de beleving, niet om de feiten. De gemeente wil graag weten wat
Amsterdammers van hun omgeving vinden.
Dat gebeurt in de jaarlijkse `Monitor Leefbaarheid en Veiligheid' en
tweejaarlijks in `Wonen in Amsterdam'.
Pb-253
Gemeente Amsterdam