`Academisch succes bepaalt concurrentiekracht en andersom'
`De universiteiten bevinden zich in een omgeving waarin steeds
meer moet worden geconcurreerd', zegt Willem te Beest, in het
College van Bestuur verantwoordelijk voor de financiële
portefeuille. `We moeten dus op alle fronten ons niveau en
marktaandeel zien te behouden of te verbeteren.'
Willem te Beest: `We moeten ernaar toe dat studenten en
promovendi in principe klaar zijn binnen de geldende termijn.'
---
Uit de concept-Begroting 2009-2012
Maatregelen om kosten terug te dringen
+ Verwerking van de budgetkorting vanwege de overheveling naar
NWO (EUR 9 miljoen) in budgetkorting voor faculteiten; de
helft ten laste van zgn. aio-compartiment, de andere helft
ten laste van de opslag voor onderzoek op onderwijs.
+ Verlaging kosten infrastructuur door te komen tot
ketenefficiency (studentenadministratie,
bibliotheekvoorzieningen, internationalisering, etc.).
+ Verkleining van portfolio van onrendabele onderwijs en
onderzoekactiviteiten.
Maatregelen om baten te vergroten
+ Vergroting aantal PhD-studenten, promoties en promotiesucces.
+ Verhoging van het aantal studenten uit de Europese
Economische Ruimte (EER, incl. Nederland zelf) door
vernieuwing van het opleidingsaanbod.
+ Verbetering studiesucces.
+ Kostendekkende tuition fee die tevens ruimte biedt voor
beurzenbeleid voor studenten van buiten de EER.
+ Vergroting Leidse aandeel in NWO- en Europese subsidies.
---
De Universiteit Leiden heeft door kortingen op de rijksbijdrage
en verlies van marktaandeel zowel in 2007 en 2008 een verlies
geleden van plm. EUR 10 miljoen op de exploitatie. Voor 2009
dreigde weer een tekort van die omvang. Het College van Bestuur
wil, aldus de concept-Begroting 2009-2012, verdere tekorten
voorkomen. In een tijdsbestek van vier jaar moet EUR 30,-
miljoen per jaar worden opgebracht, hetzij door bezuinigingen,
hetzij door meer inkomsten te genereren.
Voor 2009 is een structurele bezuiniging van EUR 10 miljoen
ingeboekt op grond van maatregelen die al in 2008 zijn ingezet:
+ de operatie Verlaging Kosten Infrastructuur
+ een korting van 5% voor alle eenheden
+ efficiency-maatregelen zoals de vorming van het Financieel
Shared Service Centre (FSSC)
+ reorganisaties bij Biologie, het CML en Geesteswetenschappen
+ het staken van de financiering van het LAKtheater
Door deze maatregelen laat de exploitatiebegroting voor 2009 al
een licht positief exploitatieresultaat van EUR 1,5 miljoen
zien. Ook in de jaren 2010 t/m 2012 zijn overschotten nodig.
Verdere maatregelen zullen dus volgen.
Te Beest licht de financiële situatie van de Leidse
universiteit toe.
Belangrijk voor de inkomsten is een hogere studenteninstroom.
Hoe wordt die bewerkstelligd?
`Aan alle faculteiten is gevraagd met voorstellen te komen voor
aantrekkelijke masteropleidingen - daar zetten we op in -
waarvoor een hoge instroom is te verwachten. We kunnen niet
alle ideeën voor nieuwe masters onmiddellijk uitvoeren.
Aangezien de grootste masterinstroom nog altijd komt uit de
eigen bacheloropleidingen, is het grootste effect te bereiken
door vernieuwing van de masteropleidingen. Die opleidingen
moeten ook interessant zijn voor buite nlandse studenten.'
Geesteswetenschappen, Sociale Wetenschap en Wiskunde en
Natuurwetenschappen waren overigens al bezig met de
ontwikkeling van nieuwe masters.'
Betekent dit dat u vanuit de bedrijfsvoering invloed gaat
uitoefenen op de academische inhoud?
`Nee, absoluut niet, alleen op de processen. Ik zeg dat de
studenteninstroom om financiële redenen omhoog moet, maar welke
opleidingen daartoe ontwikkeld worden maak ik natuurlijk niet
uit. De universiteiten bevinden zich allemaal in een omgeving
waarin steeds meer geconcurreerd moet worden om marktaandeel;
dat is bepalend is voor de hoeveelheid geld die binnenkomt.
Concurrentiekracht bepaalt het academisch succes. Ik begrijp
dat dat her en der op weerstand stuit en dat niet iedereen hier
blij mee is. Maar we móéten meegaan in wat de omgeving voor ons
bepaalt, dus de concurrentie aangaan. We moeten op alle fronten
ons niveau en marktaandeel zien te behouden of beter worden. Of
we dat nou leuk vinden of niet.'
Een promotie levert veel geld op. Hoe wilt u het aantal
promoties verhogen?
`Voor een deel belangrijk deel gaat het erom promovendi beter
te begeleiden in een strakker traject want we verliezen er
onderweg veel. De uitval is te groot. Het promotieproces moet
daarom strakker. En natuurlijk moeten we ook projecten zien
binnen te halen waarbinnen ruimte is voor het aanstellen van
promovendi.'
U bent dus voor meer discipline, geldt dat ook voor studenten?
`Ik vraag me af waarom promovendi én studenten veel meer tijd
nodig hebben voor hun traject dan er formeel voor staat. Wij
hebben dat heel lang heel normaal gevonden, en in sommige delen
van de universiteit is dat nog zo. Maar we moeten ernaar toe
dat studenten en promovendi in principe klaar zijn binnen de
geldende termijn. Tenzij er redenen zijn, bijvoorbeeld
bestuurswerk, waardoor een langere duur te billijken is. Je
ziet dat in faculteiten die een grote 2e en 3e geldstroom
hebben, de discipline groter is. Dat komt omdat zij gewend zijn
te werken binnen de kaders van projecten. Is een project
afgelopen dan is er ook geen geld meer beschikbaar en dus geen
ruimte voor bijvoorbeeld uitloop van promotietrajecten.'
U ziet verdere mogelijkheden om kosten te verlagen, onder meer
door ketenefficiency. Wat bedoelt u daar precies mee?
`De vorming van het Financieel Shared Service Centre is een
mooi voorbeeld. Op heel veel plaatsen binnen de universiteit
wordt een zelfstandige administratie gevoerd. Binnen elk van
deze eenheden wordt een veelheid van administratieve
handelingen verricht, soms in kwetsbare omstandigheden, in een
kleine bezetting. Door die handelingen te concentreren, bereik
je continuïteit en efficiency. En door de control-functie bij
de eenheden te laten, houden die het overzicht. Op dezelfde
manier kun je bijvoorbeeld kijken naar andere administraties,
bijvoorbeeld de studentenadministraties en de
bibliotheekfunctie.'
U streeft naar verkleining van de portfolio van onrendabele
onderwijs- en onderzoekactiviteiten. Kunnen die zelf nog wat
doen om het tij te keren?
`Sommige faculteiten of eenheden doen het goed op zowel de
instroom van studenten als de inkomsten uit onderzoek. Andere
hebben veel studenten, wat inkomsten genereert, en weinig
inkomsten uit de 2e en 3e geldstroom. Wat mij betreft moet elke
eenheid zijn uiterste beste doen om inkomsten te generen. Als
er weinig studenten zijn dient met dus inkomsten uit onderzoek
te verwerven.'
Er wordt EUR 100 miljoen van de universiteiten overgeheveld
naar NWO. Voor de Leidse universiteit is dat EUR 9 miljoen. Het
geld kan via projectvoorstellen weer terug worden gewonnen.
Vindt u dat een goede ontwikkeling?
`In feite is het een harde bezuinigingsmaatregel. Er zit niets
anders op dan die EUR 9 miljoen naar rato op de budgetten van
de faculteiten te korten. Een groot probleem is dat wij het
geld kwijt zijn terwijl NWO zich nog moet bezinnen op de
bestemming. Daar gaat tijd overheen, terwijl daarna nog de
projectvoorstellen moeten worden ingediend. We praten over
enkele jaren, terwijl het geld ondertussen onbenut bij NWO
berust. In totaal praten we over een bedrag van EUR 500 miljoen
dat met flinke vertraging bij de universiteiten aankomt. Dit
stelt hen voor acute financiële problemen. Wij hebben dit
probleem ter kennis gebracht van minister Plasterk en hij heeft
het erkend. Maar hoe het wordt opgelost weten we nog niet. Een
ander punt is dat het indienen van projectvoorstellen om het
geld terug te winnen, berust bij het wetenschappelijk personeel
in de 1e geldstroom. Op hen komt dus een grotere druk en een
groter tijdsbeslag te liggen. Faculteiten die nu al veel geld
uit de 2e en 3e geldstroom halen, komen hierdoor in de
problemen. Ze hebben niet genoeg tijd meer voor hun eigen
onderwijs en onderzoek. Ook hierop hebben we de aandacht van de
minister gevestigd.'
Wanneer is de rek uit de financiën?
`Dat hangt ervan af hoe succesvol onze maatregelen uitpakken.
Harder werken kan bijna niet meer. Van hoogleraren wordt nu al
bijna het onmenselijke gevraagd. Ze moeten niet alleen
onderwijs geven en onderzoek doen, ook besturen, managen en nu
dus weer meer projectvoorstellen schrijven. Wat bij alle
universiteiten knelt is dat Nederland in vergelijking met
andere westerse landen een gering percentage van het Bruto
Nationaal Product besteedt aan het wetenschappelijk onderwijs
en onderzoek. De Europese commissaris voor onderzoek heeft
Nederland hierover kort geleden nog bestraffend toegesproken.
Iedereen kent het probleem. Toch blijft het wo-dossier maar
onderop de stapel liggen omdat de gezondheidszorg, de
vergrijzing en de infrastructuur belangrijker worden gevonden.
En nu is daar nog het water bijgekomen. Nu presteert het
Nederlandse wetenschappelijk onderwijs en onderwijs nog zeer
goed maar op een dag zakken we door de vloer. Die dag komt als
we het, zoals nu, jaar na jaar met minder geld moeten doen.
Onherroepelijk.'
(16 december 2008/CH)
---
Universiteit Leiden stopt op termijn bijdrage LAKtheater
De Universiteit Leiden ziet zich genoodzaakt de bijdrage in de
exploitatielasten van het universitaire LAKtheater per
september 2010 te staken. De universiteit heeft te maken met
teruglopende middelen en zal zich moeten beperken tot haar
kerntaken. Het exploiteren van een theater behoort daar niet
toe.
Het beëindigen van deze bijdrage door de universiteit hoeft
niet per se het einde van het LAKtheater te betekenen: de
universiteit heeft de directie van het LAKtheater de opdracht
gegeven om alternatieven voor het wegvallen van deze bijdrage
te onderzoeken.
Het College van Bestuur is zich bewust van de staat van dienst
die het LAKtheater in de loop van decennia heeft opgebouwd en
de betekenis van het theater voor de Leidse bevolking en
culturele infrastructuur.
---
16/12/2008
Universiteit Leiden