Beanwoording vragen over het oppakken van 110 christenen in Eritrea
16-12-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de Leden Van der Staaij, Van Baalen, Voordewind en
Haverkamp over het oppakken van 110 christenen in Eritrea. Deze vragen
werden ingezonden op 27 november 2008 met kenmerk 2008Z07855.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Baalen (VVD), Voordewind
(ChristenUnie) en Haverkamp (CDA) over het oppakken van 110 christenen
in Eritrea.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de arrestatie van tenminste 110 christenen
door de Eritrese overheid? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Kunt u verklaren wat de aanleiding is voor deze golf van arrestaties?
Deelt u de verwachting dat de arrestaties waarschijnlijk voorlopig
door zullen gaan?
Antwoord
De houding van de Eritrese autoriteiten ten opzichte van uitingen van
geloof die niet behoren tot de erkende kerken, zijnde de Lutherse, de
Koptische en de Katholieke kerken, lijkt te zijn verhard. Een
beleidswijziging van de Eritrese autoriteiten op dit terrein is op
korte termijn niet verwachtbaar.
Vraag 3
Is bekend waar deze christenen inmiddels zijn ondergebracht? Is er
inderdaad een specifiek militair concentratiekamp (Mitirekamp)
ingericht specifiek voor christenen; een kamp dat berucht is vanwege
de extreme hitte?
Antwoord
Het is mij niet bekend waar deze christenen zijn ondergebracht. Het
Mitirekamp is inderdaad een kamp in een onherbergzaam, dunbevolkt
gebied.
Vraag 4
Is het bericht waar dat er thans minstens 2000 christenen in Eritrea
worden vastgehouden op politiebureaus, in containers, militaire
opleidingskampen en gevangenissen?
Antwoord
Over aantallen is moeilijk een betrouwbare inschatting te maken.
Internationale bronnen, waaronder Amnesty International, rapporteren
wel over personen die gevangen genomen worden, maar niet over
vrijlatingen. Een rapport van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de Verenigde Staten over religieuze vrijheid in Eritrea haalt dit
cijfer aan. Gevangenen worden in uiteenlopende onderkomens
ondergebracht, waaronder de in de vraag genoemde.
Vraag 5
Op welke wijze heeft u in de afgelopen periode, eventueel in
internationale gremia, de slechte en zorgelijke positie van christenen
in Eritrea aan de orde gesteld bij de betreffende autoriteiten? Welke
resultaten heeft dit opgeleverd? Betoont Eritrea zich enigszins
gevoelig voor internationale kritiek hieromtrent? In hoeverre heeft de
positie van godsdienstige minderheden in Eritrea thans de aandacht van
de EU? Kan deze aandacht verder geĂŻntensiveerd worden? Wilt u dit in
Europees verband bevorderen?
Antwoord
Nederland stelt de mensenrechtensituatie regelmatig aan de orde in
bilaterale diplomatieke en politieke contacten met Eritrea. Zoals ik u
in september 2008 schreef (DAF-1143/08), komt Nederland in reguliere
contacten met de Eritrese autoriteiten voortdurend op het onderwerp
mensenrechten terug, en stelt daarbij specifiek ook de positie van
christenen aan de orde.
Daarnaast stelt Nederland de mensenrechtensituatie in Eritrea eveneens
in de Mensenrechten Raad van de VN en in EU-verband aan de orde. De
politieke dialoog met Eritrea onder artikel 8 van het Verdrag van
Cotonou werd op 31 juli jl. hervat, wat op zichzelf een stap in de
goede richting is. Nederland spant zich ervoor in dat het onderwerp
mensenrechten tijdens de volgende EU-Eritrea dialoog op de agenda
komt.
Vraag 6
Bent u bereid - zo mogelijk ook in internationaal verband - om de nu
aangeduide casus te benutten als handvat om opnieuw de
godsdienstvrijheid van religieuze minderheden aan de orde te stellen
bij de Eritrese autoriteiten? Zo ja, op welke wijze en op welke
termijn?
Antwoord
Ja. Nederland zal dit in de komende twee maanden expliciet ter sprake
brengen in bilateraal overleg met Eritrea. Op 5 december jl. heeft
Nederland de naleving van de mensenrechten en de vrijheid van
godsdienst in EU-kader aan de orde gesteld in het kader van de
voorbereiding van de artikel 8 dialoog met Eritrea.
1) Website Reformatorisch Dagblad
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken