Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over plaatsvervangend korpschef die
belagers van agenten strenger wil straffen
10 december 2008
Vragen van het lid Griffith (VVD) aan de ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over een plaatsvervangend
korpschef die belagers van agenten strenger wil straffen, ingezonden
27 oktober 2008
1. Vraag
Kent u het artikel `Politie-topman wil belagers agenten strenger
straffen'? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Wat vindt u van de oproep van de plaatsvervangend korpschef van de
gemeente Haaglanden om mensen die een agent of ambulancemedewerker te
lijf gaan, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen?
2. Antwoord
Voor het antwoord wordt verwezen naar ons antwoord op vraag 3 en 4
van de leden Çörüz en van Haersma Buma over onvoorwaardelijke
gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling van
politieagenten en andere hulpverleners (vraagnummer 2008Z04846 /
2080903380).
3. Vraag
Bent u het met de plaatsvervangend korpschef eens dat het effect van
onvoorwaardelijke gevangenisstraffen meer zal afschrikken dan een
geldboete of een taakstraf en dat hierdoor het geweld tegen
hulpverleners zal afnemen?
3. Antwoord
Ook hier verwijzen wij naar antwoord op vraag 3 van de leden Çörüz en
Van Haersma Buma over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van
bedreiging en mishandeling van politieagenten en andere hulpverleners
(vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380).
De straffen die in dit soort gevallen dienen te worden gevorderd zijn
mede afhankelijk van de ernst van het geweld en dienen daartoe ook in
verhouding te staan. Daarom bestaat geen reden in geval van dit soort
delicten minder zware sancties categorisch uit te sluiten.
Dat bedreiging van deze beroepsgroepen niet wordt getolereerd, wordt
terecht breed gedragen. Wij verwijzen in dit verband ook naar het
programma Veilige Publieke taak van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Het programma richt zich op het
voorkomen van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke
taak, het helpen van werkgevers bij het beschermen van hun publieke
taak en hun werknemers en het aanpakken van daders. Uitgangspunt bij
het laatste is dat altijd een reactie volgt als een dader een
werknemer met een publieke taak agressief bejegent of geweld aandoet.
Dit betekent dat de pakkans moet worden vergroot, zodat de dader
verantwoordelijk wordt gesteld voor het agressieve gedrag en daarnaast
-voorzover mogelijk- financieel aansprakelijk wordt gesteld voor de
schade die hieruit voortvloeit.
4. Vraag
Ziet u aanleiding om de Polaris-richtlijn en de verhoging van de
strafmaat aan te passen conform het voorstel van de plaatsvervangend
korpschef?
4. Antwoord
Zoals wij u hebben gemeld in onze brief van 26 oktober 2006 (Kamerstuk
2006-2007, 28 684, nr. 100), heeft het College van procureurs-generaal
de richtlijn Kader voor de strafvordering aangepast en kan de strafeis
in zaken waarbij geweld wordt gepleegd tegen een persoon tijdens of
ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn beroep, met 100%
worden verhoogd. Deze richtlijn wordt momenteel geëvalueerd. Zoals
aangegeven tijdens het wetgevingsoverleg van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie inzake politie
op 10 november jongstleden, worden de resultaten van deze evaluatie
tezamen met de onderzoeksresultaten van het rapport `Bont en Blauw'
over de wijze waarop zaken van agressie en geweld tegen
politiefunctionarissen in het opsporings- en vervolgingsproces zijn
behandeld, begin 2009 aan uw Kamer toegezonden, voorzien van een
gezamenlijke beleidsreactie.
Ik verwijs u tevens naar het antwoord op vraag 3 van de leden Çörüz en
Van Haersma Buma over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van
bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere
hulpverleners (vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380).
1) Algemeen Dagblad, 23 oktober 2008
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de
leden Çörüz en Van Haersma Buma (beiden CDA), ingezonden 22 oktober
(vraagnummer 2008Z04846 / 2080903380)
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties