Meer inzicht nodig in besteding hulpgelden bij rampen

16/12/2008 10:30

Algemene Rekenkamer

Internationaal onderzoek na tsunami 2004 en onderzoek Nederlandse hulpstromen

Meer inzicht nodig in besteding hulpgelden bij rampen om te kunnen leren van ervaringen

Internationaal onderzoek van samenwerkende rekenkamers wijst uit dat er een gebrek is aan overzicht van de beschikbaar gestelde hulp aan de landen die in december 2004 getroffen zijn door de tsunami. Het ontbreekt aan volledige, betrouwbare en actuele informatie. Internationale en nationale hulpstromen bij zo'n omvangrijke ramp zijn niet of nauwelijks te volgen. De Algemene Rekenkamer ziet de noodzaak en de mogelijkheden om verantwoordingsinformatie door overheden en (hulp)organisaties te verbeteren.

De Algemene Rekenkamer heeft op 16 december 2008 in een brief en bijhorend Nederlands landenrapport de Tweede Kamer op de hoogte gesteld van de bevindingen van drie jaar internationaal onderzoek naar de besteding van tsunami-hulpstromen. Hiervoor hebben rekenkamers uit verschillende landen, ministeries van Buitenlandse Zaken, hulporganisaties, multilaterale organisaties als de VN, universiteiten en private accountantskantoren samengewerkt. In de brief gaat de Algemene Rekenkamer ook in op het overleg hierover met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking.

Internationaal onderzoek gepubliceerd

De Algemene Rekenkamer is voorzitter geweest van het samenwerkingsverband van 17 rekenkamers, Task Force on the Accountability for and Audit of Disaster-related Aid, dat getracht heeft de besteding van hulpstromen voor de tsunami-ramp in kaart te brengen. Dit heeft onlangs tot de internationale publicatie Lessons on accountability, transparancy and audit of Tsunami-related aid geleid (zie www.intosai-tsunami.org of www.rekenkamer.nl ). Dit rapport is als bijlage bij de brief en het Nederlands landenrapport op 16 december naar de Tweede Kamer gestuurd. In het Nederlands landenrapport is de besteding van Nederlandse

hulpstromen voor de tsunami-ramp onderzocht. Het gaat om meer dan 500 miljoen euro (300 miljoen euro rijksoverheid, 200 miljoen euro samenwerkende hulporganisaties). Hieruit blijkt dat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Nederlandse hulporganisaties zich verantwoord hebben volgens de geldende wet- en regelgeving. Desondanks geeft de openbare informatie niet voldoende inzicht in de bestemming en in de resultaten van de tsunami-hulpstromen.

Standaarden ontbreken over welke definities gehanteerd moeten worden en welke informatie verstrekt moet worden. Verder ontbreken afspraken over het coördineren van (internationale) controles en over het uitwisselen van controleresultaten. Hierdoor nemen de administratieve lasten voor hulporganisaties en de ontvangende landen in Azië en Afrika toe.

Blijvende betrokkenheid Algemene Rekenkamer

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft in overleg met de Algemene Rekenkamer aangegeven deze uitkomst van onderzoek te willen meenemen in zijn beleid om verantwoording te bevorderen. De minister wil voor transparantie van en verantwoording over ontwikkelingssamenwerking in brede zin praten met de Tweede Kamer, Algemene Rekenkamer, particuliere hulporganisaties en andere betrokken partijen.

De Algemene Rekenkamer stimuleert vanuit haar onafhankelijke positie meer transparantie van en betere verantwoording over Nederlandse ontwikkelingssamenwerking en over Nederlandse hulp voor rampgebieden. De komende jaren blijft de Algemene Rekenkamer hieraan een bijdrage leveren, onder meer als vice-voorzitter van de door de internationale vereniging van rekenkamers ingestelde werkgroep, de INTOSAI Working Group on the Accountability for and Audit of Disaster-related Aid, de opvolger van de gelijknamige task force. De voorzitter van deze werkgroep is de Europese Rekenkamer, in de persoon van Maarten Engwirda. De Nederlandse Rekenkamer zet zich binnen deze werkgroep met name in voor het verder ontwikkelen van het toepassen van geografische informatiesystemen en aardobservatie (GIS) in (rekenkamer)onderzoeken naar rampgerelateerde hulpstromen.

Op tweede kerstdag 2004 deed zich westelijk van Sumatra in de Indische Oceaan een zeebeving voor. De verwoestende golven die daarvan het gevolg waren (tsunami) en naar schatting 300.000 mensen het leven kostte in delen van Azië en Afrika en de daarop volgende wereldwijde hulp, is reden geweest voor de instelling van een internationale werkgroep in januari 2005 van rekenkamers. Bij dit onderzoek naar de hulpverdeling zijn rekenkamers betrokken van Indonesië, Korea, Nederland, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Australië, Denemarken, Frankrijk, Japan, Kenya, Maleisië, Noorwegen, Zuid-Afrika, Sri Lanka, Zweden en de Europese Rekenkamer. Als voorzitter is de Algemene Rekenkamer bijgestaan (pro bono) door PricewaterhouseCoopers Nederland








Algemene Rekenkamer