Wageningen Universiteit en Researchcentrum
biobrandstof heeft effecten op ecosystemen in de landbouw
Keuze voor biobrandstof heeft
effecten op ecosystemen in de landbouw
15 dec 2008
Onderdeel: Wageningen Universiteit
Nummer: P086
De grote veranderingen in teeltarealen van zogenaamde
biobrandstofgewassen, hebben effecten op de omliggende ecosystemen. De
veranderingen zouden in de toekomst moeten meewegen bij het maken van
afwegingen rondom de keuze voor het gebruik van biobrandstof. Dat
blijkt uit de resultaten van een uitgebreide veldstudie van Michigan
State University en Wageningen Universiteit, die deze week
gepubliceerd wordt in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift
PNAS.
Als gevolg van het beleid van de regering van de VS om 10% bio-ethanol
in benzine bij te mengen, is het maïsareaal in de VS met ongeveer 17%
toegenomen. De korrels van deze maïs worden gebruikt voor de
productie van de bio-ethanol. Deze verandering in het areaal blijkt
negatieve gevolgen te hebben voor de ecosystemen in de nabijheid van
de maïs. Bij het maken van keuzes rondom het gebruik van
biobrandstoffen, moeten daarom effecten van veranderingen van de
gewasarealen op het ecosysteem worden meegewogen.
Veldonderzoek
De onderzoekers toonden aan dat de in de natuur voorkomende
lieveheersbeestjes, die in de VS normaal gesproken de bladluizen in de
sojateelt onder de duim houden, zich minder goed kunnen handhaven als
het aandeel maïs in het landschap toeneemt door de vraag naar
bio-ethanol. Dat wordt veroorzaakt door het feit dat maïs geen goede
leef- en verblijfplaats is voor lieveheersbeestjes en andere nuttige
insecten.
De telers van soja moesten daardoor vaker gebruik maken van chemische
bestrijding van de bladluizen. In 2005 en 2006, vóór de vergrote
vraag naar bio-ethanol, hoefde slechts 30% van de telers chemische
bestrijding in te zetten. In 2007 moest 43% van de telers gebruik
maken van chemische bestrijding van de bladluizen. Doordat soja in de
onderzochte regioâs van de VS een belangrijk gewas is, is ook de
absolute toename in het gebruik van chemische bestrijding aanzienlijk
toegenomen.
De resultaten komen uit een uitgebreid veldonderzoek in vier staten in
het noorden van de VS waar de teelt van maïs voor ethanol veel
voorkomt. Daarbij werd onderzocht in hoeverre de problemen met
bladluizen in de sojateelt beperkt blijven doordat nuttige insecten
zoals lieveheersbeestjes, de luizenpopulatie klein houden.
Computermodellen
Daarbij kwam naar voren dat de luizenpopulaties in 2007 aanzienlijk
groter werden, waardoor de sojatelers vaker moesten spuiten ter
bescherming van hun gewas. De onderzoekers maakten een koppeling
tussen de veldwaarnemingen en simulatiemodellen waarmee bijvoorbeeld
de populatiegroei van bladluizen kan worden berekend.
Daaruit kwam naar voren dat de grotere aantallen bladluizen te
verklaren zijn door het grotere aandeel maïs in het landschap die in
2007 optrad. De toename in de maïsteelt in de VS was het gevolg van
de grotere vraag naar bio-ethanol.