Nederlandse Vereniging van Journalisten

Prepensioenfonds Dagbladjournalisten heft zichzelf op

maandag 15 december 2008 | Het bestuur en Deelnemersraad van het Prepensioenfonds voor Dagbladjournalisten (PPDBJ) hebben onlangs het liquidatieverslag en de daarbij behorende accountantsverklaring goedgekeurd. Daarmee is het einde van het PPDBJ officieel een feit. De financiële reserves van het fonds zijn naar rato van de omvang van de aanspraken per 1 januari 2008 onder de deelnemers verdeeld en met het premievrije prepensioen overgedragen naar het pensioenfonds PGB.

Het PPDBJ verzorgde vanaf 2004 de prepensioenregeling voor dagbladjournalisten. De regeling had uiteindelijk de Vut-regeling moeten vervangen. Na een aanpassing in de regeling eind 2005 waarbij de deelnemerskring al werd verkleind tot journalisten die vóór 1950 geboren zijn, werd eind november 2007 het besluit genomen om definitief met de regeling te stoppen. De directe aanleiding voor de stap vormden de aangescherpte toezichtseisen voor pensioenfondsen. Daarvoor was er na het van kracht worden van de Vut-Pensioen-Levensloopwetgeving (en de bijbehorende afkoop van prepensioenaanspraken voor degenen die toen jonger waren dan 55 jaar), al geen materieel verschil meer tussen een gecombineerde Vut-prepensioenregeling en een op zichzelf staande Vut-regeling. De noodzaak was daarmee vervallen om een prepensioen- en een Vut-fonds naast elkaar te laten bestaan. De opbouw
van prepensioen stopte op 31 december 2007.

Wie vanaf 1950 geboren is, heeft de waarde van het tot 1 januari 2006 opgebouwde prepensioen en de bij cao afgesproken backservice over achterliggende dienstjaren meegekregen voor ouderdomspensioen en/of - onder voorwaarden - (deels) voor de levensloopregeling.

De bestaande Vut-regeling wordt voortgezet voor iedereen die vóór 1950 geboren is. Men kan dus, wanneer men aan de voorwaarden voldoet, gebruik blijven maken van de regeling voor vervroegde uittreding. In de voorwaarden om voor een Vut-uitkering in aanmerking te komen, het moment van uittreden en de hoogte van de uitkering vinden geen veranderingen plaats. De prepensioenaanspraken van de deelnemers die vóór 1950 geboren zijn, zijn overgedragen naar PGB. Het Vut-fonds FWG gaat er bij de berekening van de uitkering vanuit dat de nu naar PGB overgedragen aanspraken worden ingezet voor Vut.

Voor oudere dagbladjournalisten geboren vóór 1950 wordt een Vut-premie van 8% afgedragen. Werknemers betalen daarvan 3,2%. Voor de jongere werknemers (vanaf geboortejaar 1950) wordt op grond van de eerder gemaakte afspraken naar verwachting tot 2010 een Vut-premie betaald van 3,5%. Hiervan wordt 1,4% op het loon ingehouden.