Interacties tussen dendritische cellen en allergenen: model voor het
identificeren van potentiële allergenen
* Startdatum15-12-2008
* Tijd15.45
* LocatieAuditorium
* TitelInteracties tussen dendritische cellen en allergenen: model
voor het identificeren van potentiële allergenen
* PlaatsAuditorium
* SprekerM.J. Toebak
* Promotorprof.dr. R.J. Scheper prof.dr. D.P. Bruynzeel
* OnderdeelVU medisch centrum
* WetenschapsgebiedMedisch
* EvenementtypePromotie
In het proefschrift van M. Toebak wordt de rol van dendritische cellen
in allergische reacties bestudeerd. Met behulp van laboratoriumtesten
zette zij een model op waarmee allergenen kunnen worden opgespoord op
basis van dendritische celkarakteristieken. Deze testmethoden kunnen
een onderscheid maken in allergenen en irritantia waardoor
diermodellen overbodig worden.
Allergische contactdermatitis is een ontsteking van de huid, die wordt
veroorzaakt door contact met een allergeen nadat bij eerdere contacten
sensibilisatie is opgetreden. Klinische kenmerken van een allergische
reactie zijn: jeuk, roodheid, zwelling van de huid met vorming van
papeltjes, blaasjes en bij een zeer heftige reactie soms zelfs
blaarvorming. Veel voorkomende allergenen zijn onedele metalen
(bijvoorbeeld nikkel), geurstoffen en conserveringsmiddelen.
Huidcontact met een irriterende stof geeft in beginsel hetzelfde
klinisch beeld als huidcontact met een allergeen, maar de
onderliggende mechanismen zijn verschillend. In een normale huid
bestaat ongeveer 3% van alle huidcellen uit dendritische cellen.
Tijdens de sensibilisatiefase van een allergische reactie reageert het
immuunsysteem op een allergeen. Deze fase bestaat uit een reeks van
gebeurtenissen waarbij de dendritische cellen een cruciale rol spelen.
Deze gebeurtenissen worden niet gezien als een mens in aanraking komt
met een irritans.
Om potentiële nieuwe allergenen op te sporen, werden in het verleden
huidtesten met vrijwilligers verricht. Later werden potentiële
allergenen getest in cavia's, gevolgd door testen in muizen. Het wordt
echter maatschappelijk steeds minder acceptabel om dieren te gebruiken
voor de bepaling van de mate van allergeniciteit van een stof. De
ontwikkeling van alternatieven is daarom noodzakelijk.
Vrije Universiteit Amsterdam