ChristenUnie
'Ontkennen van genocide strafbaar stellen'
zaterdag 13 december 2008 14:57 Het ontkennen van volkerenmoord met
als doel daarmee mensen te beledigen of te discrimineren, moet
strafbaar worden. ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind dient volgende
week een wetsvoorstel in met deze strekking. Het wetsvoorstel is een
variatie op een eerder initiatief van ChristenUnie-politica Tineke
Huizinga, de huidige staatssecretaris van Verkeer.
Voordewind wil via een wijziging van artikel 137 van het Wetboek van
Strafrecht vastleggen dat het ontkennen van bijvoorbeeld de holocaust,
gestraft moet worden met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar
of een geldboete. Het moet dan gaan om ontkenning van volkerenmoord
,,met het oogmerk aan te zetten tot haat, discriminatie of geweld
wegens ras, godsdienst of levensovertuiging of geslacht of hetero- en
homoseksuele gerichtheid'', of het via de ontkenning beledigen van
deze groepen.
Negationisme
,,Volkerenmoord is een van de ernstigste misdrijven die mensen elkaar
aan kunnen doen. Ontkenning, bagatellisering, goedkeuring of
rechtvaardiging daarvan is beledigend en discriminerend voor
slachtoffers en nabestaanden'', schrijft Voordewind in de toelichting
op zijn voorstel. Volgens hem komt de strafwaardigheid van
'negationisme' (de officiële term voor het op laakbare wijze ontkennen
van genocide, red.) op dit moment niet eenduidig uit de wet naar
voren. ,,Een weerbare democratie behoort zich krachtig te kunnen
opstellen tegen negationistische uitingen die als doel hebben
opvattingen van extremistische politieke stromingen een podium te
verschaffen'', vindt het ChristenUnie-Kamerlid, die stelt dat een
expliciete strafbaarstelling van negationisme een krachtig signaal
zowel naar mogelijke slachtoffers als naar potentiële daders is. Hij
wijst er verder op dat meerdere Europese landen al expliciete en
afzonderlijke strafbaarstelling van negationisme kennen.
Wetenschap
Voordewind heeft geen wetenschappelijke discussies op het oog, waarin
bijvoorbeeld over de omvang van genocide kan worden getwist. ,,Er moet
gelegenheid blijven bestaan om het te hebben over bijvoorbeeld
aanleiding, omvang en toedracht'', schijft het Kamerlid verder.
,,Cruciaal daarin is echter de vraag vanuit welke motieven bij
bepaalde gebeurtenissen vraagtekens worden gezet. De context waarin
een bepaalde uitlating wordt gedaan, is dan van belang om te bepalen
wanneer sprake is van het vrije wetenschappelijke debat en wanneer een
uitlating enkel of overwegend is ingegeven door racistische en
discriminerende motieven. Een publicatie, hoe wetenschappelijk ogend
ook, op een site van neonazi's zal bijvoorbeeld niet snel onder de
wetenschappelijke uitzondering kunnen vallen.''
(Nederlands Dagblad, 12 december 2008)
(Op de foto het Holocaust gedenksteken in Berlijn)