Wageningen Universiteit en Researchcentrum
groeirichting cel
Mechanica bepaalt groeirichting cel
11 dec 2008
Nummer: R
Plantencellen groeien doorgaans maar in één richting. Maar hoe weten
plantencellen nou welke richting de juiste is. Hoe spreken ze dat
onderling af? Het is de spanning; cellen strekken zich dwars op de
richting van de spanning die zich opbouwt tijdens de groei. Niet het
gen maar de mechanica geeft de doorslag. Bijna triomfantelijk trekt de
Wageningse plantencelfysicus prof. Bela Mulder die conclusie deze week
in Science.
'Triomfantelijk? Nee, zo heb ik het niet bedoeld', zegt Mulder
desgevraagd. 'Maar het is wel zo dat een aantal belangrijke
structurele processen in de plant van natuurkundige aard zijn.
Natuurlijk in samenspraak met de moleculair-biologische sturing.' In
zijn beschouwing On growth and force in Science bespiegelt Mulder op
het elders in het blad gepresenteerde onderzoek van Hamant et al.,
over de rol van mechanica op de groei van planten. Het onderzoek toont
volgens Mulder op een prachtige manier aan hoe cellen 'mechanisch in
dialoog zijn met de omgeving'.
De sterkte van plantencellen wordt grotendeels bepaald door lange
draden cellulose, die worden afgezet in de celwand, legt Mulder uit.
De richting van die draden bepaalt de richting waarin de cel kan
groeien. Microtubuli spelen daarbij een belangrijke rol. Deze
dynamische buisachtige structuren vormen in een groeiende cel een
netwerk dat haaks staat op de groeirichting. De eiwitcomplexen die die
cellulosedraden spinnen, gebruiken dit netwerk als een soort rails, om
naar de celwand te kunnen bewegen. Twee jaar geleden is dat zichtbaar
gemaakt in de plant.
Het jongste onderzoek toont overtuigend aan hoe al die groeiende
cellen samen de juiste richting kiezen. Opgebouwde mechanische
spanning is daarbij de sleutel. 'Groeiende cellen zijn een soort
opgeblazen ballonnen. Die zitten allemaal aan elkaar te trekken en
tegen elkaar te duwen. Dat levert mechanische spanning op. Aangetoond
is nu dat de cel dwars op de richting van de maximale spanning
groeit.' Die spanning kun je overigens niet meten. Maar je kunt het
wel modelleren. 'De onderzoekers hebben mechanische modellen gemaakt
en uitgerekend hoe die spanning verloopt. En dat komt overeen met de
geconstateerde groeirichting.'
Een mooi resultaat, vindt Mulder. Hij wijst in zijn beschouwing verder
op de toenemende rol van modelvorming in de biologie. 'Modelvorming
wordt steeds meer als een integraal en essentieel onderdeel gezien in
dit soort toppublicaties. In de biologie is dat nog vrij nieuw.' /
Roelof Kleis
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.