abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
11 december 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGMO-2008/5343 2008Z04404/2080902690
Onderwerp
beantwoording kamervragen bouw station Maarheeze
Geachte voorzitter,
Op 4 november 2008, kenmerk VENW/DGMO-2008/3755, heb ik om uitstel gevraagd
van beantwoording van vragen van de leden Cramer, Mastwijk en Samsom over de bouw
van station Maarheeze.
Laat ik vaststellen dat er geen twijfel is over de realisatie van station Maarheeze. De
opening van het station is voorzien in mei 2010. Laat ik ook vaststellen dat dat later is dan
verwacht en gehoopt door alle partijen. Dat is op zich teleurstellend. Er ligt nu echter een
ontwerp en een procedure, waarover mij het signaal heeft bereikt dat alle betrokken
partijen NS, Prorail, provincie, stadsgewest en gemeente hun accoord hebben
uitgesproken. Het is binnenkort aan mij om op basis van een beschikkingsaanvraag van
Prorail een definitief accoord uit te spreken en het gereserveerde budget van 1,25 mln
om te zetten in een subsidie voor het station. De overeenstemming tussen de hiervoor
genoemde partijen zal ik daarbij zwaar wegen.
Hieronder ga ik in op de vragen die zijn gesteld.
1. Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere Kamervragen over de bouw van station
Maarheeze?
1. Ja.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGMO-2008/5343
2. Is het waar dat ProRail zich in een overleg met de stuurgroep op 22 september jl.
heeft gecommitteerd aan de planning met indienststelling in mei 2010 en dat ProRail
dus geen mogelijkheden voor versnelling ziet?
2. Ja. Daarbij geldt wel het voorbehoud dat het regionale aandeel in de financiering van
de realisatie en instandhoudingskosten voor maart 2009 is gegarandeerd. Prorail,
provincie, stadsregio en gemeente hebben een intentieovereenkomst beheer en
instandhouding in voorbereiding.
Versnelling van werkzaamheden is mogelijk, waardoor het station eerder in dienst kan
worden gesteld. Daarvoor zijn alleen méér en grotere buitendienststellingen
noodzakelijk ter vervanging van een groot aantal nachtelijke werkzaamheden. Deze
buitendienststellingen brengen substantiële overlast mee voor vele reizigers en voor
het goederenvervoer. Alle betrokken partijen hebben geoordeeld dat, gezien de
geplande buitendienststellingen, een eerdere opening van het station dan mei 2010
niet is te voorzien. Op dit punt heeft men in de regio een weloverwogen keuze
gemaakt en ik zie geen aanleiding daar verandering in te brengen.
3. Kent u de Haalbaarheidsstudie Halte Maarheeze uit juni 2007?
3. Ja.
4. Is het waar dat de opening van het station volgens deze studie vooral afhankelijk is
van twee buitendienststellingen, waarbij wordt uitgegaan van een planning van ruim
een half jaar voor de bouw?
4. Ja.
5. Waarom is de start van de bouw al een jaar opgeschoven ten opzichte van deze
planning?
5. De start van de bouw is opgeschoven, omdat de scope van de werkzaamheden is
gewijzigd, waardoor er een langer ontwerpproces noodzakelijk was. Gebleken is dat
om veiligheidsredenen ook bij een kort perron (180 meter) nabijgelegen wissels met
de bijbehorende aanpassingen van de bovenleiding en de overige spoorgebonden
werkzaamheden moeten worden verplaatst. Dat was niet voorzien in de
oorspronkelijke opzet van het project. De perrons worden overigens 200 m lang,
omdat de meerkosten nu beperkt zijn en de investering ook meteen toekomstvast is.
Het planproces en engineering van spoorgebonden werk neemt meer tijd in beslag
dan van civieltechnisch werk. Dat heeft naast een langere ontwerpfase ook geleid tot
hogere kosten. Over het ontwerp van het station is inmiddels echter
overeenstemming bereikt tussen alle partijen. Ik zie geen aanleiding daar nu
verandering in te brengen.
---
VENW/DGMO-2008/5343
6. Deelt u de mening dat de ruimtelijke procedures niet op het kritieke pad liggen en dus
niet maatgevend zijn voor de planning, omdat de grond voor de perrons al de juiste
bestemming heeft en grondaankoop alleen nodig is voor de te realiseren
parkeerplaatsen?
6. Ja. In mijn antwoorden, kenmerk VENW/DGMO-2008/1569, dd. 29 september 2008,
op eerdere vragen over de bouw van station Maarheeze is abusievelijk informatie over
de te volgen ruimtelijke procedures gebruikt die was gebaseerd op de oorspronkelijke
datum voor indienststelling van het station. Het voorplein inclusief fietsenstalling,
bushaltes en P&R-voorzieningen kan eerder dan mei 2010 gerealiseerd worden. Ook
voor de realisatie van het station geldt dat de ruimtelijke procedures een eerdere
realisatie niet in de weg staan.
7. Is het waar dat de planstudie van ProRail recent is afgerond, terwijl de planning
februari 2008 was? Wat is de reden voor deze vertraging? Heeft dit te maken met het
wachten op de bedieningsgarantie van NS, terwijl eerder was gekozen voor het
parallel laten lopen van deze processen om onnodige vertraging te voorkomen?
7. Ja.
De planstudie is recentelijk afgerond; als gevolg van de noodzakelijke extra
railtechnische uitwerkingen (verplaatsen wissels en aanpassingen aan bovenleiding en
beveiliging) was meer tijd nodig voor de planstudie dan aanvankelijk ingeschat. De
reden voor vertraging heeft niet te maken met het wachten op de bedieningsgarantie
van NS, omdat processen inderdaad parallel hebben gelopen.
8. Ziet u mogelijkheden om de nu geplande buitendienststellingen voor oktober 2009 en
april 2010 alsnog te vervroegen?
8. Zie het antwoord op vraag 5.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat