Persberichten 2008
11 december 2008
Antioxidant-rijke voeding kan risico op kanker verkleinen
Reactieve zuurstofmoleculen remmen DNA-herstel
Wanneer beschadigd DNA in het menselijke lichaam wordt omgezet in
genmutaties, kan dit leiden tot de vorming van kankercellen. Het
verbeteren van herstel van beschadigd DNA is dan ook een interessante
invalshoek om het risico op kanker te verminderen. Uit
promotie-onderzoek van Sabine Langie aan de Universiteit Maastricht
blijkt dat reactieve zuurstofmoleculen (RZS) in ons lichaam niet
alleen ons genetisch materiaal beschadigen, maar ook het DNA-herstel
remmen. Inname van veel anti-oxidanten via een fruitsapje bleek bij
sommige proefpersonen een beschermende factor.
Zeventien december aanstaande hoopt Langie aan de Universiteit
Maastricht te promoveren op haar proefschrift Nutritional Modulation
of DNA Repair. Haar onderzoek toont aan dat reactieve
zuurstofmoleculen (RZS), zoals ozon en verbrandingsstoffen uit
sigarettenrook, en de stress die zij veroorzaken in ons lichaam,
kunnen leiden tot beschadiging van het genetische materiaal en tot
remming van het herstel ervan. "Mensen met verhoogde zuurstofstress in
hun lichaam, zoals mensen met een chronische longaandoening
(bijvoorbeeld COPD), lopen meer risico op een remming van het
DNA-herstel en zouden daardoor indirect een verhoogd risico op kanker
kunnen hebben. Om dit echt te kunnen bewijzen is echter nog meer
onderzoek nodig."
Langie toont aan dat inname van anti-oxidanten (zoals vitaminen) via
de voeding, de schade veroorzaakt door RZS kan neutraliseren en zo het
DNA-herstel bevorderen.
"Onderzoek bij biggen liet ons zien dat een anti-oxidantrijke voeding
de remming van het DNA-herstel door de zuurstofstress kon
herstellen." Een voedingsinterventie met appel/blauwbessensap bij
mensen leidde tot uiteenlopende individuele veranderingen van de
DNA-herstel capaciteit, omdat ieder individu een ander genetisch
profiel heeft. " Zo zagen we dat, afhankelijk van het genetische
profiel van een persoon, een aantal mensen wel voordeel had bij een
interventie met appel/blauwbessensap en een aantal geen voordeel
ondervond."
Studies naar interacties tussen genen en hun verschijningsvorm zullen
in de toekomst leiden tot voedingsinterventies en therapieën die
specifiek aangepast kunnen worden aan de individuele gevoeligheid.
Universiteit Maastricht