SGP
11 - 12 - 08 | SGP hamert op goede en voldoende leraren SGP hamert
op goede en voldoende leraren
Goed onderwijs en voldoende leraren. Dat is waar op dit moment het
meest behoefte bestaat in het onderwijs. Des te zorgelijker is het dat
het lerarentekort nog steeds bestaat. Dat gaat ook ten koste van de
kwaliteit van het onderwijs.
Dat zei SGP-fractiewoordvoerder Van der Vlies bij de behandeling van
de Onderwijsbegroting in de Tweede Kamer. De SGP verwacht niet veel
van digitale leermiddelen. "Laten we er eerst maar eens voor zorgen
dat die goede schoolboeken er op een gratis manier komen," zei Van der
Vlies. De SGP wil dat de subsidie voor onderwijsondersteunend
personeel een structurele basis krijgt om schoolleiders weer in staat
te stellen om aan hun eigenlijke werk toe te komen.
Godsdienstonderwijs op openbare scholen
is goed voorzover jongeren op die manier kennis kunnen maken met het
christendom. Subsidiering van andere overtuigingen is voor de SGP niet
vanzelfsprekend.
________________________________________
Begroting Onderwijs, cultuur en wetenschap (2009)
10 december 2008
Van der Vlies
Reeds in het jaar 400 schreef de kerkvader Augustinus over goed
onderwijs. In een verhandeling over dit onderwerp beschrijft hij hoe
een leraar het christendom eenvoudig aan beginners kan uitleggen.
Godsdienstig vormingsonderwijs aan openbaren, zullen we maar zeggen.
Augustinus vraagt zich daarbij ook af hoe een leraar met plezier kan
blijven lesgeven. Dan kan volgens hem alleen wanneer de leraar een
boodschap overdraagt die âkrachtig en blijmoedig opwelt uit een rijke
stroom van naastenliefdeâ. De essentie van het betoog heeft aan kracht
niet ingeboet. Goed onderwijs heeft niet zozeer behoefte aan
geprofessionaliseerde, als wel gepassioneerde leraren, die met kennis
van zaken bemiddelen tussen de leerlingen en de bestaande cultuur.
De opleiding van goede leraren vormt vanuit dit perspectief een
cruciaal belang. Ook het tekort aan leraren baart flinke zorgen. De
beeldvorming over het onderwijs speelt hierin geen gelukkige rol. Het
imago heerst dat het geven van een vak is verworden tot een veredelde
opvoeder die vaak vergadert. Gelukkig neemt de aandacht voor het
leraarsvak toe. Programmaâs voor lerarenopleidingen worden onder de
loep genomen. Toch stuit mijn fractie nog regelmatig op berichten van
studenten die hun opleiding hebben gestaakt omdat het profiel van die
opleiding in hun beleving veel te soft was. Hier ligt een parallel met
de differentiatie binnen de paboâs. De gezonde balans tussen didactiek
en inhoud lijkt nog niet hersteld te zijn. Op welke manier beijvert de
staatssecretaris zich om deze studenten voor de lerarenopleiding te
houden? Ze zijn met het oog op de nabije toekomst van onmisbaar
belang!
De begroting voor 2009 draagt duidelijk de sporen van het rapport Tijd
voor onderwijs. Op allerlei fronten wordt aanvullende versterking
ingezet; te denken valt aan lerarensalarissen Het is echter ook goed
om te bezien welke inhoudelijke koerswijzigingen het parlementair
onderzoek heeft voortgebracht. Aandacht voor basisvaardigheden en
kwaliteit van lerarenopleidingen zijn goede ontwikkelingen. Toch zijn
er ook zorgelijke trends die zich ondanks âDijsselbloemâ doorzetten.
Invoering van de maatschappelijke stage getuigt nog steeds van de
maatschappelijke druk op het onderwijs. Vorige week bleek bij het
overleg passend onderwijs opnieuw het gevaar van wetgevingstrajecten
die zonder gedegen inhoudelijke evaluatie worden uitgezet. Ook het
Kamerbreed geprezen onderscheid tussen âwat en hoeâ lijkt inmiddels al
te sneuvelen door beleidsvoornemens die de opbrengstgerichte manier
van werken sterk benadrukken. De SGP-fractie doet graag een appèl op
kabinet en Kamer om deze ontwikkelingen nog eens grondig te wegen.
De paraplu van de begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bevat een
merkwaardige constructie. Naast de hoofdtaken van onderwijs en cultuur
zijn namelijk ook de artikelen kinderopvang en emancipatie â
aanvankelijk van vrouwen, maar tegenwoordig ook van homoseksuelen â
opgenomen. Dat leidt naar onze mening tot een oneigenlijke vermenging
van middelen. Naar aanleiding van de explosieve kostenstijging van de
kinderopvang kwam dat helder aan het licht. Meevallers bij de
studiefinanciering zijn bijvoorbeeld gebruikt om deze problemen weg te
werken. Een groot deel van de overschrijdingen komt kennelijk ten
laste van onderwijs. Daar moet verandering in komen. Kinderopvang kan
âgezien de beleidsmatige invulling ervan door dit kabinet â beter bij
bijvoorbeeld Economische of Sociale Zaken ondergebracht worden. Het
weglekken van onderwijs naar allerlei alternatieve doeleinden is zeker
op dit moment een slechte zaak! Graag ziet mijn fractie een plan
waarin dit euvel wordt verholpen.
Goed onderwijs verdient ondersteuning. Veel schoolleiders in het
basisonderwijs komen helaas niet volledig aan hun eigen werk toe,
omdat zij geen onderwijsondersteunend personeel kunnen aanstellen.
Gelukkig is daarvoor een subsidieregeling in het leven geroepen, die
inmiddels is uitgebreid van 2500 naar 3500 scholen. Dat is een goede
ontwikkeling, hoewel de SGP-fractie vindt dat in principe elke school
van redelijke omvang ondersteunend personeel verdient. Belangrijkste
bezwaar tegen de subsidieregeling is echter dat zij geen structurele
verankering heeft; in 2011-2012 komt er een eind aan. Dat is
problematisch. Scholen gaan namelijk arbeidsrelaties aan waarvoor
vanaf 2012 geen bekostiging meer is. Dat toekomstplaatje schrikt veel
scholen af. De SGP-fractie pleit daarom voor een structurele regeling
die een goede ondersteuning van het onderwijs waarborgt. Graag een
concrete reactie.
Voor goede kwaliteit in de school is het uiteraard van belang dat de
kwaliteit van besturen op orde is. Het stellen van eisen daaromtrent
bij stichting van scholen zou daar volgens sommigen een waarborg voor
zijn. Ik treed het voorstel van collega Jan Jacob Van Dijk met enige
voorzichtigheid tegemoet. Het vooraf controleren van kwaliteitseisen
is goed wanneer daar harde criteria voor zijn. Dat geldt bijvoorbeeld
ten aanzien van de bevoegdheidseis van docenten en het kunnen voorzien
in huisvesting. Er mogen echter niet sluipenderwijs eisen bij komen
die de richting van het onderwijs betreffen. Graag zie ik in de
voorstellen een heldere afbakening en scheiding.
De minister heeft een balletje opgeworpen over het stimuleren van
digitale leermiddelen. Volgens de minister gaat de kwaliteit van het
onderwijs daardoor vooruit en de VO-raad verwacht dat de docent
daardoor weer centraal komt te staan. Ik geloof er eerlijk gezegd
weinig van. Het waarborgen van de kwaliteit lijkt me in dat digitale
systeem allereerst een veel forsere klus. Vervolgens hangt de vrijheid
van de leraar niet af van zijn mogelijkheid om eigen materiaal te
ontwikkelen. Tot slot is het de vraag of het voor het welzijn van de
leerling goed is om alle materiaal digitaal te moeten lezen. Hoe dan
ook, laat dit in ieder geval een ontwikkeling zijn die de scholen zelf
bepalen; dus geen stimuleringsmaatregelen, pilots, etcetera. Laten we
er eerst eens voor zorgen dat die goede schoolboeken er op een gratis
manier komen.
Godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs op openbare scholen
staat op de politieke agenda. Stimuleren van burgerschap wordt
namelijk van belang geacht. Het is inderdaad goed wanneer jongeren
kennis maken met het christendom; voor de SGP-fractie is het niet
vanzelfsprekend dat ook andere overtuigingen worden gesubsidieerd.
Onderwijs vanuit het christelijk geloof roept ons op om op goede wijze
burger van deze wereld te zijn. Daarin staan niet het ego, maar God en
de naaste centraal. Graag citeer ik de kerndoelen die Augustinus in
het onderwijs wilde verwerkelijken: âIn alle dingen moeten wij
natuurlijk zelf het doel voor ogen houden van het gebod dat luidt: De
liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een
oprecht geloof. Al onze woorden moeten we daarop betrekken. Maar dat
niet alleen, we moeten ook de blik van degene die iets van onze
woorden opsteekt daarheen leiden, daarop richten.â Dat is nog eens
goed onderwijs!