Platform Biologica


Brief aan Obama, deel 4: regionale voedselvoorziening 10 december 2008

Op 12 oktober publiceerde The New York Times een open brief van Michael Pollan aan Barack Obama, inmiddels de president van de VS. Hierin schetst Pollan het voedselprobleem waar de VS mee te kampen heeft, de enorme impact ervan, en een uitweg hieruit. Biologica levert een vertaling. In dit deel zet Pollan het tweede hoofdpunt van zijn voorstel voor een nieuw voedselbeleid uiteen: Heropbouw van de regionale voedselvoorziening.

Michael Pollan vervolgt zijn plan voor een nieuw voedselbeleid. Dit plan bestaat uit drie hoofdpunten. Het eerste hoofdpunt was: "Terug naar een op zon gebaseerde landbouw". In het onderstaande stuk volgt het tweede hoofdpunt: "Heropbouw van de regionale voedselvoorziening."

Het plan: deel 2
Heropbouw van de regionale voedselvoorziening

Om het zon-voedsel plan te laten slagen, zal er veel meer moeten gebeuren dan een verandering in de bedrijfsvoering op de boerderij. De overheid kan wel helpen om duizend nieuwe polycultuurboeren uit de grond te laten schieten in elk gemeente in Iowa, maar dat loopt meteen mis als het graanpakhuis de enige klant in de omtrek blijft, en als het alleen maïs en bonen wil inkopen. Om de voedselvoorziening opnieuw op zonkracht te laten draaien, moet je een infrastructuur opzetten voor een regionale voedselvoorziening op een manier die de diversiteit in de landbouw kan steunen, en die de hoeveelheid fossiele brandstof in het Amerikaanse dieet verlaagt door de productieketen in te korten.

Decentraliseren: gezonder en veiliger
Een gedecentraliseerde voedselvoorziening biedt veel meer voordelen. Voedsel dat men dichter bij de bron eet, is verser en vraagt minder bewerkingen, zodat het voedzamer zal zijn. Wat er bij het regionaliseren verloren gaat aan efficiëntie, wordt goedgemaakt met schokbestendigheid: regionale voedselvoorzieningen zijn veel beter bestand tegen allerlei incidenten. Wanneer een enkele fabriek vlees maalt voor 20 miljoen hamburgers per week of 25 miljoen porties sla wast, kan één terrorist, gewapend met een blik gif, in één klap miljoenen vergiftigen. En ook voor onbedoelde besmetting is een dergelijk systeem gevoelig: hoe grootschaliger en globaler de handel in voedsel, hoe kwetsbaarder het systeem is voor catastrofes. De beste manier om onze voedselvoorziening te beschermen tegen dergelijke bedreigingen is duidelijk: decentraliseer het.

Regionaal voedsel groeit sterk
Tegenwoordig is er in Amerika een sterk stijgende vraag naar plaatselijk en regionaal voedsel. Boerenmarkten, waarvan er volgens schattingen van het Ministerie van Landbouw nu 4700 zijn, zijn een van de snelst groeiende segmenten in de voedselmarkt. Community Supported Agriculture^15 ofwel het pergola-systeem is ook geweldig in opkomst: er zijn nu bijna 1500 pergolaboerderijen, waar consument-leden een jaarlijks bedrag betalen in ruil voor een wekelijkse doos of tas met producten door de seizoenen heen. Deze beweging van regionaal voedsel zal blijven groeien zonder hulp van de overheid, vooral naarmate de hoge brandstofkosten het verre voedsel van buiten het seizoen en het vlees uit de bio-industrie duurder maken. Toch zijn er allerlei stappen die de overheid kan nemen om de lokale markt te stimuleren en regionale producten betaalbaarder te maken. Hier volgen er een paar:


1. Jaarronde boerenmarkten
Verstrek subsidies aan dorpen en steden om jaarronde, overdekte boerenmarkten te bouwen, naar het model van Pike Place^16 in Seattle of de Reading Terminal Market in Philadelphia. Om deze markten te voorzien, zou het Ministerie van Landbouw subsidies moeten instellen om de plaatselijke distributienetwerken te herbouwen en daarmee de hoeveelheid energie te minimaliseren die wordt gebruikt bij het verplaatsen van de producten tussen de locale voedselopslagplaatsen.


2. Landbouwondernemingszones
De huidige herleving van regionale voedselvoorziening wordt afgeremd door een wirwar aan regelgeving die oorspronkelijk is ontworpen om misbruik door de grootste voedselproducenten te voorkomen. Boeren moeten de mogelijkheid hebben om zelf een ham te roken en deze aan hun buren te verkopen, zonder dat ze daarvoor een enorme investering moeten doen in overheidsgekeurde faciliteiten. Regels voor voedselveiligheid moeten verband houden met schaal en vermarktingsmethode, zodat een kleine producent die rechtstreeks vanaf de boerderij of op de boerenmarkt verkoopt, niet even zwaar wordt gereguleerd als een multinationaal voedingsconcern. Niet omdat lokaal voedsel nooit problemen zal hebben met voedselveiligheid dat zal zeker gebeuren maar omdat deze problemen minder catastrofaal zullen zijn en makkelijker te hanteren, aangezien lokaal voedsel inherent makkelijker is te traceren en te verantwoorden.


3. Lokale vleesinspectie en mobiele abattoirs Misschien de allergrootste hindernis voor het terugkeren van het vleesvee naar het land en de opleving van plaatselijke, grasgevoede vleesproductie, zit in de verdwijning van de plaatselijke slachthuizen. De grote vleesverwerkers hebben lange tijd plaatselijke abattoirs opgekocht, om ze na fusie te sluiten, en het Ministerie van Landbouw doet weinig om de slachthuizen die overgebleven zijn te steunen. Vanuit het oogpunt van het ministerie kan het krimpende budget beter gebruikt worden om inspecteurs te sturen naar een fabriek die 400 dieren per uur slacht, dan naar regionale abattoirs die er 12 slachten. Het Ministerie van Landbouw zou daarom een orgaan voor lokale vleesinspectie moeten instellen om de lokale verwerkers te controleren. En, voortbouwend op een succesvol pilot project op Lopez Island bij Seattle, zou het ministerie er goed aan doen een autopark mobiele abattoirs aan te leggen die van boerderij naar boerderij kunnen rijden, en waarmee de dieren humaan en voordelig geslacht en verwerkt kunnen worden. Niets zou beter helpen om het regionale, grasgevoerde vlees volledig concurrerend te maken met het bio-industrievlees17.


4. Stel een strategische graanreserve in
Net als het overschakelen op nieuwe energiebronnen afhangt van het stabiel houden van de olieprijs, zal het zon-voedselplan en daarmee de voedselzekerheid van miljarden mensen wereldwijd gebaat zijn bij overheidsbemoeienis om grote prijsveranderingen van bulkvoedsel te voorkomen. Een strategische graanreserve, gemodelleerd op de Strategische Oliereserve, zou helpen om dit doel te realiseren en tegelijk een buffer verschaffen voor de wereldvoedselvoorraad, die op dit moment een gevaarlijk laag niveau heeft bereikt. Overheden moeten graan kopen en opslaan als het goedkoop is, en verkopen wanneer het duur is, zodat prijsbewegingen in beide richtingen worden geremd en speculatie wordt ontmoedigd.


5. Regionaliseer de voedselinkoop door de overheid Op dezelfde manier waarop het inkoopbeleid van de overheid vaak wordt gebruikt om belangrijke maatschappelijke doelen te ondersteunen (zoals het stimuleren van ondernemerschap bij minderheden), zouden we moeten verplicht stellen dat een bepaald minimum van de overheidsinkopen aan voedsel of dat nu voor schoolluchprojecten, kazernes of gevangenissen is bij producenten wordt gedaan die minder dan (bijvoorbeeld) 50 kilometer afliggen van de instelling die het voedsel koopt. We moeten een stimuleringsbeleid instellen voor ziekenhuizen en universiteiten die overheidssubsidies krijgen, om verse lokale producten te kopen. Als we zelfs maar een klein deel van het eten in instellingen kunnen ombuigen richting regionale producten, zou dat de regionale landbouw enorm stimuleren en het rantsoen verbeteren van miljoenen mensen die door deze instellingen gevoed worden.


6. Stel een overheidsdefinitie van het begrip voeding op Het heeft geen zin om overheidsgeld voor voedselhulp, bedoeld om het voedingspatroon van Amerikanen in risicogroepen te verbeteren, te besteden aan producten waarvan we weten dat ze ongezond zijn. Ja, sommige mensen zullen protesteren dat het paternalistisch is als de overheid gaat bepalen wat je wel en niet kan krijgen voor voedselzegels18. Maar we verbieden allang de aankoop van tabak en alcohol met voedselzegels. Waarom verbieden we dan geen frisdrank, die aantoonbaar minder voedzaam is dan rode wijn? Omdat het officieel voeding is, ook al is het dan junk food. We moeten er maar mee ophouden om voedingskundig waardeloze substanties te vleien met namen als junk food en in plaats daarvan duidelijk maken dat dergelijke producten in feite de naam voeding helemaal niet verdienen. Als je gaat definiëren wat voeding voedsel dat overheidssteun waard is inhoudt, zal dit zonder twijfel controverse opleveren (u herinnert zich nog wel de consternatie rond ketchup19 onder President Reagan). Maar het omhoogdefiniëren van voedsel zou politiek wel eens veel acceptabeler kunnen zijn dan omlaagdefiniëren, zoals Reagan probeerde. Een mogelijke benadering zou zijn om te bepalen dat een eetbaar product, om door de overheid als voeding te worden aangemerkt, een bepaalde minimumhoeveelheid micronutriënten moet bevatten per calorie. Een dergelijke definitie zou in één klap de kwaliteit van schoollunches verbeteren en de verkoop van ongezonde producten ontmoedigen, omdat alleen voeding vrijstelling heeft van locale omzetbelasting 20.


7. Enkele losse ideeën
Voedselzegels moeten in waarde verdubbelen wanneer ze besteed worden op boerenmarkten die overigens allemaal moeten worden uitgerust met een EBT-kaartlezer21, zoals de supermarkten allang hebben. We zouden het WIC-programma^22 moeten uitbreiden, dat waardebonnen voor de boerenmarkt verstrekt aan bijstandsmoeders met kinderen. Dergelijke projecten helpen om boerenmarkten naar stadswijken te trekken waar de beschikbaarheid van verse producten vaak nihil is. (we zouden ook belastingvoordelen moeten bieden aan supermarktketens die bereid zijn om supermarkten te bouwen in onderbedeelde wijken.) Federale voedselhulp voor ouderen zou moeten voortbouwen op een succesvol project van de staat Maine, dat voor senioren met een laag inkomen het lidmaatschap van een pergola (ofwel CSA)23 betaald. Al deze initiatieven hebben de verdienste dat ze twee doelen tegelijk dichterbij brengen: het verbeteren van de gezondheid van Amerikanen in risicogroepen, en de heropbouw van de lokale voedselvoorziening.

(het vijfde en laatste deel van de brief volgt volgende week. Dit behelst het derde hoofdpunt van Pollans plan: "de wederopbouw van Amerika's eetcultuur")

15 CSA, Community Supported Agriculture: in het Nederlands pergola. Samenwerking tussen boer en een groep consumenten uit de buurt. De leden van een pergola betalen een bedrag vooruit, en krijgen in ruil hiervoor het hele jaar verse producten die door de boer worden geteeld. Voordeel voor de consument is een gevarieerd, dagvers, onbespoten groentepakket waarvan hij de herkomst kent. De boer heeft het voordeel van gegarandeerd inkomen en lage kapitaalkosten. Het ontstond in de jaren 60 in Japan. In Amerika werken al een paar duizend bedrijven volgens dit concept. In Nederland een stuk of 10. 16 Vergelijk in Nederland: Marqt, www.marqt.com. De overdekte markten in Amerika zijn groter en losser van opzet.
17 Uit de feedlots, zie voetnoot 1
18 In de VS krijgen de armste bevolkingsgroepen voedselhulp. 19 In de regeringsperiode van Reagan stelde de overheid voor om ketchup voortaan als groente te classificeren, zodat openbare scholen niet meer per se andere groente bij de warme lunch zouden hoeven serveren.
20 In feite stelt Pollan hier dus voor om voedsel dat niet aan de definitie van voeding voldoet, in een hoger BTW-tarief te laten vallen.
21 Electronic Benefit Transfer, elektronisch betaalsysteem waarmee men de overheidstoelage kan besteden aan eten.
22 Zie voetnoot 8 (brief deel 3)
23 Zie voetnoot 15