De Nederlandse Bank
Kwartaalbericht DNB: Economie krimpt in 2009 met 0,5%
Persbericht
Datum 10 december 2008
De gevolgen van de kredietcrisis beginnen voelbaar te worden voor de
Nederlandse economie. Vanaf eind 2008 vallen de bedrijfsinvesteringen
ver terug, neemt de particuliere consumptie af en vertraagt de
exportgroei. Dit leidt tot een krimpende economie in 2009 (-0,5%).
Door afnemende krapte op de arbeidsmarkt en lagere energieprijzen
blijft de inflatie beperkt met 2,1% in 2008 en 2,0% in 2009. Dit
blijkt uit ramingen met MORKMON, het macro-econometrische
structuurmodel voor Nederland van de Nederlandsche Bank waarmee twee
keer per jaar voorspellingen worden gedaan. Vanwege de bijzondere
onzekerheid waarmee de ramingen zijn omgeven worden voor 2010 twee
scenario's verkend. Als de wereldeconomie zich snel herstelt, dan zal
de Nederlandse economie in 2010 weer groeien (0,5%). Blijft herstel
van de wereldhandel uit, stagneert de kredietverstrekking en blijven
consumenten spaarzaam, dan wordt voor 2010 een verdere krimp voorzien.
Behalve deze analyse bevat het jongste Kwartaalbericht zoals
gebruikelijk rapportages over economische ontwikkelingen, prudentieel
toezicht op de financiële sector, betalingsverkeer en financiële
stabiliteit.
Daarnaast wordt extra aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
* Staatsdeelname als uiterste remedie in een bankencrisis
* De kredietcrisis en de reële economie
* QIS4 legt de risico's van verzekeraars langs de meetlat
* Barsten in de voegen van de volkshuisvesting
* Betalen in het eurogebied: nog niet alle wensen vervuld
Staatsdeelname als uiterste remedie in een bankencrisis
In tijden van een bankencrisis nemen publieke autoriteiten vergaande
maatregelen om de financiële stabiliteit te herstellen en zo het
publieke belang te beschermen. Eén van de opties is de overname door
de Staat van een bank-in-problemen. Zo'n overname legt een grote
verantwoordelijkheid op de schouders van de Staat. De ervaring in
andere landen leert dat een voorwaarde voor succesvolle staatsdeelname
een efficiënte, commerciële en prudente bedrijfsvoering is. Daartoe is
het belangrijk dat de Staat bestuurders en commissarissen selecteert
op basis van deskundigheid en in overleg met hen een geloofwaardige
strategie uitstippelt én die helder communiceert. Vervolgens is
gepaste afstand tot de dagelijkse bedrijfsvoering essentieel.
De kredietcrisis en de reële economie
De kredietcrisis wordt gekenmerkt door uitzonderlijke problemen in de
wereldwijde bancaire sector. Hierdoor zullen banken terughoudender
zijn in het verstrekken van kredieten. Moderne economieën zijn sterk
afhankelijk van bancaire intermediatie. Als dit proces hapert, zet dat
een rem op de economische ontwikkeling. In het geval van het
eurogebied, maar ook in het geval van andere regio's in de wereld,
valt de kredietcrisis bovendien samen met een omslag in de
conjuncturele ontwikkeling, waardoor deze laatste wordt versterkt.
QIS4 legt de risico's van verzekeraars langs de meetlat
Afgelopen zomer hebben 125 Nederlandse verzekeraars vrijwillig de
impact van een conceptversie van een nieuw Europees kapitaalraamwerk
(Solvency II) op hun financiële positie berekend. Uit deze
impactstudie (QIS4) blijkt dat de nieuwe kapitaaleisen beter
aansluiten bij de risico's van verzekeraars, en dat vrijwel alle
Nederlandse verzekeraars aan de toekomstige kapitaaleisen kunnen
voldoen. Het nieuwe raamwerk moet in 2012 in werking treden. Door in
het raamwerk de nadruk te leggen op het eigen risicoprofiel van de
verzekeraar wordt goed risicobeheer beloond en wordt slecht
risicobeheer snel duidelijk voor verzekeraar, toezichthouder én
polishouders.
Barsten in de voegen van de volkshuisvesting
De Nederlandse woningmarkt zit muurvast. Illustratief is de impasse in
de sociale woningbouw. De sector dient steeds minder het toegemeten
doel. Bovendien dreigen overheid en woningbouwcorporaties tegenover
elkaar te komen staan. De woningbouwcorporaties voelen zich beperkt in
hun manoeuvreerruimte, de overheid wenst meer greep op dat
manoeuvreren. De druk om de problemen fundamenteel aan te pakken neemt
toe.
Betalen in het eurogebied: nog niet alle wensen vervuld
Nederlanders zijn over het algemeen positief over de bestaande
betaalmogelijkheden, maar toch betaalt men in of naar het buitenland
niet altijd zoals men zou willen. Zo is de tevredenheid over de
acceptatie van de pinpas in andere eurolanden lager dan in Nederland.
De eenwording van de Europese betaalmarkt (SEPA) kan leiden tot meer
grensoverschrijdend betaalgemak. Het vaker en veiliger kunnen betalen
met de pinpas over de grens en het nodig hebben van minder
betaalpassen zouden Nederlanders als concrete voordelen waarderen, zo
blijkt uit onderzoek van de Nederlandsche Bank onder consumenten.
Verder in dit Kwartaalbericht
* Gemiddelde dekkingsgraad pensioenfondsen eind oktober geraamd op
109%
* Kredietverlening in Nederland groeit minder sterk
* Betalen in Europa krijgt gestalte
Einde persbericht.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans
(tel.nrs. 020-524 3100 en 06-524 96 961) en Herman Lutke Schipholt
(tel.nrs. 020-524 2712 en 06-524 96 900).