Rekenpeil basisonderwijs langzaam achteruit
9 december 2008
Dit is een gezamenlijk persbericht van de Universiteit Twente en de
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Rekenpeil basisonderwijs langzaam achteruit
Nederlandse leerlingen van groep 6 hebben wederom voor rekenen goed
gepresteerd op een internationale reken- en natuuronderwijstoets, maar
hun prestaties zijn sinds 1995 geleidelijk gedaald. Nederland staat
voor rekenen wel nog steeds in de internationale top tien. De score
van Nederlandse leerlingen op de natuuronderwijstoets is de laatste
twaalf jaar nauwelijks veranderd, maar valt niet meer binnen de top
10. Dit blijkt uit Trends in International Mathematics and Science
Study (TIMSS-2007, http://timss.bc.edu/), waarvan de resultaten
vandaag in Boston (VS) bekend worden gemaakt.
In het voorjaar van 2007 werden voor de derde keer wereldwijd 9- en
10-jarige leerlingen getoetst op hun kennis van rekenen en
natuuronderwijs. Het onderzoek werd uitgevoerd in 36 verschillende
landen. De Universiteit Twente onderzocht de Nederlandse situatie voor
TIMSS-2007.
Nederland rekent op de negende plaats
Sinds de eerste meting in 1995 zijn de rekenprestaties van de
Nederlandse leerlingen in TIMSS geleidelijk afgenomen. Desalniettemin
neemt Nederland met een gemiddelde toetsscore van 535 nog steeds de
negende plaats in op de internationale ranglijst van TIMSS-2007 (het
internationaal gemiddelde van 1995 is op 500 gesteld). Deze lijst van
36 landen wordt aangevoerd door Hong Kong, met een gemiddelde score
van 607. Van de ruim 4300 getoetste Nederlandse leerlingen haalde maar
2% het laagste, basale kennisniveau in rekenen niet. Daar staat
tegenover dat slechts 7% van de leerlingen het meest gevorderde
rekenniveau heeft bereikt. Ter vergelijking: in Singapore behaalde
bijna de helft van de leerlingen het hoogste niveau.
Nederlandse leerlingen hebben vooral moeite met geometrische vormen en
meten. Deze onderwerpen komen in groep 6 ook het minste aan bod.
Leerlingen krijgen per week gemiddeld bijna vierenhalf uur rekenles.
Dit is sinds 1995 nauwelijks veranderd. Het percentage leerkrachten
dat leerlingen tijdens de rekenles geen rekenmachine laat gebruiken,
is gedaald van 71% in 1995 naar 49% in 2007. Ook zijn leerkrachten
minder bijscholing voor rekenonderwijs gaan volgen.
Nederland met natuuronderwijs ingehaald
Doordat Nederland is ingehaald door een aantal landen zoals Engeland,
Italië en de VS, vallen de Nederlandse scores voor natuuronderwijs
niet meer binnen de internationale top tien. De Nederlandse prestaties
in dit vak zijn echter in vergelijking tot 1995 nauwelijks achteruit
gegaan. Bovendien blijkt uit TIMSS-2007 dat Nederland samen met
Oekraïne, per jaar gemiddeld de minste tijd aan natuuronderwijs
besteedt. In groep 6 krijgen natuur- en scheikunde en het uitvoeren
van proefjes en experimenten nog maar weinig aandacht. Vanuit dat
perspectief is de gemiddelde schaalscore voor Nederland (523)
opvallend hoog. Leerlingen uit Singapore hebben de
natuuronderwijsopgaven het beste gemaakt; hun gemiddelde schaalscore
is 587. Jemen sluit de internationale ranglijst met een gemiddelde
score van slechts 197.
Nederlandse meisjes scoren minder dan jongens
Opvallend is dat Nederland tot een relatief kleine groep landen
behoort waar meisjes de TIMSS-toets minder goed hebben gemaakt dan
jongens. In vergelijking tot 2003 is het sekseverschil voor rekenen
zelfs weer iets toegenomen. Vooral voor allochtone meisjes is de
situatie zorgelijk; zij presteren in TIMSS-2007 aanzienlijk minder
goed dan allochtone jongens en autochtone meisjes. In het
leerstofdomein `getallen' scoren allochtone meisjes gemiddeld maar
liefst 51 punten lager dan autochtone meisjes en 32 punten lager dan
allochtone jongens. Meisjes hebben bovendien minder vertrouwen in hun
rekenvaardigheden dan jongens. Allochtone meisjes zijn daarin net zo
onzeker als autochtone meisjes.
Leeromgeving meer `leerling-georiënteerd'
In vergelijking met 2003 heeft het onderwijs in groep 6 in 2007 een
meer `leerling-georiënteerd' karakter gekregen. Zo zijn leerlingen
gemiddeld minder vaak tegelijkertijd met dezelfde leerstof bezig. Ook
werken ze vaker met elkaar samen, kijken ze vaker hun eigen of elkaars
werk na en voeren ze vaker vakoverstijgende taken uit. Leerlingen,
leerkrachten en schoolleiders zijn overwegend positief over het
leerklimaat op hun school. Deze positieve houding is ten opzichte van
2003 nauwelijks veranderd. Leerlingen hebben wel iets minder plezier
in rekenen en natuuronderwijs sinds het vorige TIMSS-onderzoek.
..............................
Voor meer informatie of voor het bestellen van het nationale
onderzoeksrapport kunt u contact opnemen met:
* Dr. M.R.M. Meelissen (Vakgroep Onderwijsorganisatie en
-management, Universiteit Twente)
* t.: +31 (0)53 489 4579
* De internationale rapporten zijn te vinden op http://timss.bc.edu/
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek