Vragen van de SP betr. Huur op Maat
publicatiedatum: maandag 8 december 2008
Geachte college,
Vanaf voorjaar 2008 zijn wij door verschillende woningcorporaties en
door u enkele keren geïnformeerd over het SEV experiment "Huur op
Maat". Twee weken geleden was er tenslotte een bijeenkomst bij De
Alliantie waar wij te horen kregen dat het experiment vanaf 1 februari
in Hilversum van start gaat. Dat verraste ons nog al.
De SP fractie heeft een aantal inhoudelijke bezwaren tegen het
experiment, zo wordt er bijvoorbeeld een beroep gedaan op solidariteit
tussen huurders die meer verdienen en zij die een lager inkomen
hebben. Dat lijkt mooi, maar waarom wordt die solidariteit niet ook
gevraagd van huizenbezitters?
Wij maken ons ook zorgen over de effecten van Huur op Maat op met name
de laagste inkomens. Inkomensverbeteringen bij die groep zullen er toe
leiden dat de huurprijs van hun woning stijgt. Dat zal bijvoorbeeld
merkbaar zijn bij die mensen die nu gebruik maken van een
werkeloosheid- of bijstandsuitkering. Aangezien de huurquote op 23% is
gezet, betekent dit dat je zodra je in een "Huur Op Maat"-huis woont,
je elk jaar een kwart van je netto-loonstijging moet gaan inleveren
als huur. Werk vinden levert zo minder op. Dit lijkt ons niet alleen
ongewenst, maar ook in strijd met het collegebeleid.
Voor middeninkomens die er om welke reden dan ook (studie van
kinderen, etc.) voor gekozen hebben om een huis te huren met een iets
lagere huur dan de door het NIBUD vastgestelde huurquote, zullen bij
een eventuele verhuizing geconfronteerd kunnen worden met een forse
huurstijging omdat de huurquote (die in dit experiment zelfs hoger dan
normaal kan uitvallen) als uitgangspunt voor de nieuwe te betalen huur
wordt gebruikt. Ook dat vinden we maatschappelijk ongewenst en het kan
ook nog eens leiden tot een nog grotere stilstand in de doorstroming
op de woningmarkt. Ook dat is ons inziens in strijd met het
collegebeleid.
Al met al zou Huur op Maat er toe kunnen leiden dat inkomensstijgingen
van mensen met een laag of middeninkomen door de woningcorporaties
worden afgeroomd. Omdat dat, zoals wij hierboven al aangaven, niet zal
gelden voor de huizenbezitters, wordt daarmee de kloof tussen arm en
rijk alleen maar groter. Dat beschouwen wij als zeer ongewenst en
onbespreekbaar zolang een dergelijke maatregel niet eerst voor de
hogere inkomens wordt gerealiseerd.
Verder vinden wij het op z'n minst merkwaardig dat in dit experiment
de woningcorporaties zich uitdrukkelijk begeven op het pad van de
inkomenspolitiek. Terwijl de rijksoverheid dat recht nou juist voor
zichzelf reserveert en zelfs lokale overheden dat uitdrukkelijk niet
is toegestaan.
Mede omdat het SEV stelt dat voor het experiment Huur op Maat
goedkeuring van de gemeente vereist is, hebben wij de volgende vragen:
1. Bent u met ons van mening dat voor het starten van het experiment
goedkeuring van de Gemeenteraad noodzakelijk is?
2. Kunt u mij informeren op welk moment en door wie er een besluit is
genomen dat de gemeente Hilversum mee gaat doen aan het experiment
Huur op Maat? Wij zijn van mening dat er in onder andere de
regionale woonvisie en het actieplan betaalbaar wonen weliswaar
over het experiment is geschreven, maar uitsluitend in
informatieve zin.
3. Als dat besluit inderdaad nog niet is genomen, bent u dan bereid
om het experiment niet te starten voordat de Raad daar met u over
van gedachte heeft kunnen wisselen? Kunt u aangeven op welk moment
u die raadsbehandeling verwacht?
4. Kunt u, nu of tijdens de in punt 3 gevraagde raadsbehandeling,
aangeven hoe u aankijkt tegen de effecten van het experiment in
relatie tot het collegebeleid? Kunt u aangeven welke maatregelen u
overweegt te nemen om de negatieve effecten te compenseren?
5. Bent u zich er van bewust dat onder andere de VNG en de Woonbond
zich nogal kritisch opstellen tegenover dit experiment? Hoe kijkt
u aan tegen hun kritiek?
Wij zijn dus van mening zijn dat het experiment niet kan starten
zonder bespreking en goedkeuring in de raad, Daarbij is het ook
van belang om helder te hebben hoe de evaluatie plaats zal vinden.
Ook daarover hebben wij een aantal vragen:
6. Op basis van welke criteria wordt er geëvalueerd?
7. Welke resultaten moeten er precies bereikt zijn om het experiment
een succes te noemen?
8. Welke rol heeft de gemeente en/of de gemeenteraad precies bij die
evaluatie? Kan de Raad, ook tussentijds, besluiten om het
experiment stop te zetten?
9. Welke zekerheden zijn er voor de deelnemers aan het experiment als
na twee jaar blijkt dat het niet succesvol is en dus wordt
stopgezet?
Al met al heeft mijn fractie heel veel vragen over dit experiment en
zijn we er niet van overtuigd dat er op de juiste manier toestemming
is verleend. We zijn uiteraard zeer geïnteresseerd in uw antwoorden,
maar kunnen ons ook voorstellen dat u zich op het standpunt stelt dat
er inderdaad nog geen toestemming is gegeven en dat u nog voor de
start van het experiment behandeling in de raad laat plaatsvinden
waarin u op onze vragen in gaat.
In afwachting van uw reactie,
Namens de SP Hilversum
John van Otterloo, fractievoorzitter
Gemeente Hilversum