Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Verslag van de Landbouwraad van 28 november 2008

08 december 2008 - kamerstuk

rectie Internationale Zaken
Di

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum IZ. 2008/2190 8 december 2008 onderwerp bijlagen Verslag van de Landbouwraad van 28 november 2008
Geachte Voorzitter,

In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouwraad die op 28 november jl. in Brussel plaatsvond.

De belangrijkste onderwerpen op de agenda waren de toekomst van het Gemeen- schappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2013 en het voorstel voor hervorming van de minstbedeeldenregeling. Over de toekomst van het GLB formuleerde het Franse voorzitterschap zijn conclusies. Over het onderwerp van de minstbedeelden zal verder gesproken worden op ambtelijk niveau.

Toekomst GLB na 2013
(Voorzitterschapsonclusies) In vervolg op de discussies over de toekomst van het GLB na 2013 tijdens de informele Landbouwraad van Annecy van 21-23 september jl., lagen door het Franse Voorzitterschap opgestelde Raadsconclusies ter tafel. Zoals ik uw Kamer schreef in de geannoteerde agenda voor de Landbouwraad van 28 november, was Nederland niet overtuigd van de noodzaak van Raadsconclusies, maar zou unanimiteit niet in de weg worden gestaan als de Raadsconclusies aan zouden sluiten bij de kabinetsstandpunten over de health check (TK 28 625 nr. 54 en nr. 59), de houtskoolschets (TK 28 625 nr. 60) en de EU-begrotings- evaluatie (TK 22 112 nr. 634). Al snel bleek in de discussie dat er bij verschillende lidstaten grote problemen waren met de inhoud van de conclusies. Dat gold ook voor mij.

In de discussie over de Raadsconclusies ben ik er in geslaagd een aantal voor Nederland belangrijke punten zoals innovatie, verduurzaming, de beloning van maatschappelijke waarden en dierenwelzijn opgenomen te krijgen als uitdagingen waaraan in de toekomst via het GLB invulling gegeven moet worden. Ook heeft het Franse voorzitterschap op mijn verzoek een passage opgenomen waarin het belang wordt benadrukt om via het GLB duurzame landbouwontwikkeling in ontwikkelingslanden te stimuleren.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 8 december 2008 IZ. 2008/2190 2

Uiteindelijk heb ik mij - net als een aantal andere ministers - echter niet achter de eindversie van de Raadsconclusies kunnen scharen. Reden daarvoor was onder andere dat op het laatste moment in de tekst werd opgenomen dat er in de toekomst eerlijkere concurrentieverhoudingen moeten komen. Daarmee werden eerdere conclusies van de Europese Raad van juni 2008 aangepast. Het voorzitterschap wilde met deze aanpassing tot uitdrukking brengen dat er een herverdeling van Europese landbouwmiddelen binnen de EU moet plaatsvinden. Omdat ik het niet wenselijk acht om op die manier vooruit te lopen op discussies over de toekomstige verdeling van begrotingsmiddelen (de zogenoemde budget review), heb ik geen steun gegeven aan de Raadsconclusies. Ook een aantal andere lidstaten kon niet met de eindtekst instemmen. Bij gebrek aan de vereiste unanimiteit zijn er daarom geen Raadsconclusies vastgesteld. Het Franse voorzitterschap heeft daarop moeten volstaan met Voorzitterschapsconclusies.

Raadsvoorstel levering voedsel aan minstbedeelden
(Oriënterend debat)
De Raad heeft een eerste oriënterend debat gevoerd over het voorstel voor de regeling voor de levering van voedsel aan minstbedeelden. Dit voorstel is gepresenteerd tijdens de Landbouwraad van september. De discussie in de Raad vond plaats tegen het decor van een meningsverschil tussen de Juridische Dienst van de Commissie en die van de Raad over de rechtsgrondslag van het voorstel. De Juridische Dienst van de Commissie is van oordeel dat het voorstel past binnen de verdragsdoelstellingen van het GLB. De Juridische Dienst van de Raad daarentegen bepleit dat het voorstel sociaal beleid betreft en dat het voorstel daarmee niet in de verdragsdoelstellingen van het GLB past.

Tegen het voorstel voor het nieuwe minstbedeeldenprogramma heb ik een aantal bezwaren geuit. De eerste betreft subsidiariteit. Wat beter door lidstaten zelf geregeld kan worden, moet de EU zich niet mee bemoeien. Het doel van deze regeling is het voeren van sociaal beleid, niet het voeren van landbouwpolitiek. En sociaal beleid hoort thuis bij de lidstaten en niet bij de Gemeenschap. Mede daarom heb ik mij net als een aantal andere lidstaten geschaard achter de opinie van de Juridische Dienst van de Raad. Daar komt bij dat we op 21 november jl. een politiek akkoord hebben bereikt over de health check van het GLB. Dat akkoord behelst belangrijke afspraken over een verdere afslanking van het markt- en prijsbeleid. Interventievoorraden zijn nu al een uitzondering en zullen dat in de toekomst nog meer zijn. Des te meer reden dus om een programma te beëindigen dat primair is gebaseerd op interventievoorraden. Zo'n programma hoort niet meer thuis in het marktgeoriënteerde GLB van vandaag.

Nederland neemt al 20 jaar niet deel aan deze regeling. Dat betekent niet dat wij tegen hulp aan de arme medeburger zijn. Naast de sociale vangnetten in de vorm van financiële overheidsbijstand, huursubsidie en andere financiële en fiscale maatregelen, zijn er liefdadigheidsinstellingen zoals de voedselbanken. De voedselbanken werken met vrijwilligers en krijgen de goederen gratis aangeleverd. Hier is dus voor alle partijen sprake van een win-win situatie. In de huidige Nederlandse situatie is er geen sprake van overheidsgeld, geen bureaucratie en zijn er geen ingewikkelde controles en andere overheadkosten.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 8 december 2008 IZ. 2008/2190 3

Uiteindelijk bleek dat er een blokkerende minderheid van lidstaten net als ik tegen het Commissievoorstel. Het voorzitterschap verwees het dossier daarop terug voor bespreking op ambtelijk niveau. Eventuele besluitvorming in de Landbouwraad is pas mogelijk als het advies van het Europees Parlement beschikbaar is. Naar verwachting zal dat in maart 2009 het geval zijn.

Diversen

a) WTO
(Stand van zaken)
De Commissie gaf aan dat steeds waarschijnlijker wordt dat er tussen 10 en 19 december een ministeriële vergadering bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève zal plaatsvinden. De Commissie wil het `eindpunt' van de afgekapte ministeriële onder- handelingen van juli 2008 als basis nemen voor verdere onderhandelingen. Het voorzitter- schap wees er op dat de vergadering van de G20 in Washington eind november jl. heeft opgeroepen om nog dit jaar een ambitieus en evenwichtig onderhandelingsakkoord te bereiken.

Diverse lidstaten riepen op tot een krachtige opstelling van de Commissie om een akkoord te bereiken. Ik heb aangegeven te hopen op een akkoord voor het eind van dit jaar over landbouw en industriegoederen (NAMA). Dit akkoord moet evenwichtig en ambitieus zijn, zowel de belangen van Nederland en van de Europese Unie garanderen en de ontwikk- elingsdimensie in acht nemen. Verder heb ik een oproep gedaan om eensgezind achter de Commissie te gaan staan.

b) Exportrestituties voor zuivelproducten
(Verzoek van de Poolse delegatie, ondersteund door de Litouwse delegatie) Polen en Litouwen willen de zuivelmarkt ontlasten door het opnieuw instellen van exportrestituties voor boter en magere melkpoeder. De Commissie gaf aan van oordeel te zijn dat het instellen van restituties in de huidige situatie geen of weinig effect zou hebben. Bovendien wil de Commissie afwachten wat het effect zal zijn van de extra steun aan de botermarkt in de EU als gevolg van de vervroegde ingangsdatum van de particuliere opslagregeling voor boter. De Commissie sprak de verwachting uit dat de prijzen voor zuivelproducten zich zullen stabiliseren in de komende tijd en kondigde aan de marktsituatie nauwlettend zullen blijven volgen.

Solidariteit met ontwikkelingslanden
(Lunchdebat)
Tijdens het lunchdebat is in aanwezigheid van Commissaris Michel (ontwikkelings- samenwerking) gesproken landbouwontwikkeling in ontwikkelingslanden in het algemeen en over de Europese Voedselfaciliteit in het bijzonder.

Ik heb het debat aangegrepen om - conform de uw Kamer toegezonden geannoteerde agenda - aan te geven dat Nederland vijf sporen onderscheidt voor de versterking van landbouwontwikkeling in ontwikkelingslanden (productiviteitsverbetering, gunstig klimaat voor investeringen uit de private sector, duurzame ketenontwikkeling, verbeterde markttoegang en voedselzekerheid).

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 8 december 2008 IZ. 2008/2190 4

Ik heb aangegeven voorstander van een gezamenlijke Europese inzet. Nederland heeft veel sympathie voor het idee om op de kortere termijn landbouwontwikkeling in met name Afrika te ondersteunen, door de voorgestelde Voedselfaciliteit. De middelen van de Voedselfaciliteit zouden bij voorkeur besteed worden aan maatregelen die betrekking hebben op de aanbodzijde van landbouwproductie van boeren in ontwikkelingslanden, op de korte en middellange termijn en in de context van duurzame landbouwontwikkeling.

In dat kader heb ik gewezen op de vijf sporenbenadering van minister Koenders en mij zoals verwoord in de beleidsbrief `Landbouwontwikkeling, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid'. Ik verwijs u hiervoor ook naar de geannoteerde agenda, die ik u op 21 november jl. heb toegezonden.
Daarnaast heeft de Raad tijdens de lunch kort van gedachten gewisseld over de hervorming van de Landbouw- en Voedselorganisatie van de van de Verenigde Naties (FAO). De documenten voor deze discussie kwamen dusdanig laat (op donderdagavond) dat een goed voorbereide discussie niet mogelijk was. Gezien het belang van het onderwerp en de waarde die ik hecht aan een degelijk voorbereide discussie over de hervormingsopgave van de FAO en andere onderwerpen die werden genoemd, zoals een mogelijk initiatief van de directeur-generaal van de FAO om in het voorjaar van 2009 een nieuwe summit te organiseren, waar overigens veel bezwaren tegen kwamen, heb ik voorgesteld dit onderwerp als volwaardig bespreekpunt te agenderen op een volgende Landbouwraad.

Grienden op de Faeröer eilanden
Op verzoek van uw Kamer heb ik mijn Deense collega ten slotte aangesproken op de situatie van de grienden op de Faeröer eilanden. Zij zegde mij toe bij de komende Landbouw- en Visserijraad met een reactie te zullen komen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 8 december 2008 IZ. 2008/2190 5

Bijlage: lijst van A-punten

De volgende punten heeft de Raad als A-punt aangenomen, dat wil zeggen zonder discussie.

- Besluit van de Raad inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Barbados, Belize, de Republiek Congo, de Republiek Ivoorkust, de Republiek Fiji-eilanden, de Republiek Guyana, Jamaica, de Republiek Kenia, de Republiek Madagaskar, de Republiek Malawi, de Republiek Mauritius, de Republiek Mozambique, de Federatie Saint Kitts en Nevis, de Republiek Suriname, het Koninkrijk Swaziland, de Verenigde Republiek Tanzania, de Republiek Trinidad en Tobago, de Republiek Oeganda, de Republiek Zambia en de Republiek Zimbabwe inzake de gegarandeerde prijzen voor rietsuiker voor de leveringsperioden 2006/2007, 2007/2008, 2008/2009 en 1 juli 2009 tot en met 30 september 2009 en van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India inzake de gegarandeerde prijzen voor rietsuiker voor dezelfde leveringsperioden;
- Besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Australië inzake de handel in wijn;
- Voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 639/2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten;
- Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2009, van de vangst- mogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;

- Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2009 en 2010, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen;

- Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006;

- Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 76/768/EEG, 88/378/EEG en 1999/13/EG van de Raad en de Richtlijnen 2000/53/EG, 2002/96/EG en 2004/42/EG teneinde ze aan te passen aan Verordening betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, en tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG en Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 648/2004 teneinde deze aan te passen aan Verordening betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en tot wijziging van richtlijn 67/548/EEG van de Raad en Verordening (EG) nr. 1907/2006.


---- --