Positie PvdA in het Project Vervanging F-16
DEN HAAG, 20081208 -- De laatste weken is er erg veel in het nieuws over het 'project vervanging F-16', ook wel het 'JSF-project' genoemd. Niet voor niets, want het blijft wel de grootste defensie materieelaankoop ooit (bijna 6 miljard Euro), en door de complexiteit van het project zijn er veel vragen. Zo ook over de positie van de PvdA in het project. Daarom hier onder een korte terugblik, de huidige stand van zaken en de visie van de PvdA op de toekomst van het project.
Opvolging F-16 en deelname aan JSF-ontwikkelingsproject
Begin 2002 besloot het Paarse kabinet Kok II op voordracht van de direct betrokken VVD-bewindspersonen om, samen met acht andere landen, deel te nemen aan de eerste fase van de ontwikkeling van een nieuw Amerikaans gevechtsvliegtuig: de Joint Strike Fighter (JSF). Dit toestel zou, zo was de redenering, wel eens een geschikte opvolger kunnen worden voor ons huidige jachtvliegtuig, de F-16. Overwegingen van betrokkenheid van Nederlandse ondernemingen bij deze ontwikkelingen en de uiteindelijke productie van de JSF lagen echter vooral ten grondslag aan het besluit tot participatie in de eerste fase van dit project. Van het destijds gestelde vooruitzicht dat de kosten voor onze deelname aan de ontwikkelingsfase, 800 miljoen dollar, via ontwikkelingsopdrachten ook weer geheel aan het Nederlandse bedrijfsleven ten goede zouden komen, is nu achteraf gebleken nog geen 42% gerealiseerd.
Ook de PvdA vindt dat de F-16 op termijn aan vervanging toe is, maar heeft tot op de dag van vandaag een kritische houding aangenomen bij zowel onze deelname aan als de voortgang van dit gigantische defensie materieelproject. Uitgangspunt voor de PvdA was én is dat we t.z.t. moeten kunnen kiezen voor het beste toestel tegen de beste prijs.
Met de vervanging van onze F-16's zal volgens de huidige verwachting uiteindelijk zo'n ¤ 5,6 miljard gemoeid zijn.
Het kiezen voor een opvolger voor de Nederlandse F-16: een korte terugblik
In het coalitieakkoord voor de huidige kabinetsperiode is als compromis tussen de coalitiefracties afgesproken, dat in 2007 zou moeten worden besloten tot deelname aan de volgende fase in het JSF-project: de testfase. Uiteindelijk door vertragingen in het project is dat pas in mei 2008 gebeurd. En Nederland zou, als deelnemer aan deze fase, pas in 2009 beslissen of ze ook daadwerkelijk overgaat tot de aanschaf van twee testtoestellen.
In het coalitieakkoord werd ook afgesproken dat, voordat een definitief besluit zou worden genomen over de aanschaf van deze twee testtoestellen, in 2008 een actualisering zou moeten worden gemaakt van de zogenoemde business case. Deze business case houdt in dat de Nederlandse regering een deel van de kosten voor de deelname aan de ontwikkelingsfase van het JSF-project (namelijk ¤ 800 miljoen) voor zijn rekening zou nemen, als daarna het Nederlandse bedrijfsleven dit voorgeschoten bedrag weer zou terugbetalen uit de omzet die het zou halen uit geplaatste orders voor onderzoek en onderdelen van de JSF. Herijking is nodig omdat nu beter zicht is op de daadwerkelijke participatie van het Nederlandse bedrijfsleven in het gehele project.
De PvdA is altijd van mening geweest dat deelname aan de ontwikkeling en aanschaf van een nieuw gevechtstoestel nooit duurder mag zijn dan het kopen van een reeds ontwikkeld toestel, oftewel het `kopen van de plank'. De businesscase moet hieraan tegemoet komen: de Nederlandse belastingbetaler draagt uiteindelijk geen cent bij aan de Nederlandse deelname in het JSF-project. Dat was de Zalm-garantie van de toenmalige minister van Financiën. Het eventuele gat wordt namelijk gedicht door het bedrijfsleven en niet door de belastingbetaler.
Tot slot is in het coalitieakkoord afgesproken dat er een nieuwe kandidatenvergelijking komt voor de opvolging van de F-16 tussen de JSF en mogelijk andere toestellen wat betreft prijs, kwaliteit en levertijd, vóór dat in 2010 definitief een besluit genomen wordt over de opvolging van de F-16. Eerder dit jaar heeft de regering toegezegd deze nieuwe kandidatenvergelijking af te ronden nog voordat een besluit over aanschaf van de testtoestellen genomen moet worden.
De PvdA heeft, bij monde van defensiewoordvoerder Angelien Eijsink, met een kamermotie afgedwongen dat de kwaliteit van deze kandidatenvergelijking beoordeeld zal worden door een onafhankelijke, deskundige partij (Rand Europe). Zo hebben we ervoor gezorgd dat niet alleen de meest relevante toestellen worden vergeleken, maar ook dat dit proces onder onafhankelijk toezicht wordt uitgevoerd.
In de Kamer heeft de PvdA-fractie ook de toezegging afgedwongen dat de regering de mogelijkheden van een end-life-update van de huidige F-16-vloot nog eens opnieuw onder de loep zal nemen ten einde de gehele levensduur van 8000 vlieguren (we zitten nu nog niet op de helft) desgewenst daadwerkelijk te kunnen benutten.
Het project `Vervanging F-16': waar staan we nu?
Op dit moment zijn er nog drie toestellen overgebleven: de JSF, de advanced F-16 (beide gebouwd door Lockheed Martin, VS), en de Gripen Next Generation (gebouwd door Saab, Zweden). De Eurofighter en de Franse Rafale haakten eerder af, omdat zij in de ogen van de fabrikanten geen eerlijke kans zouden krijgen van de Nederlandse regering ten opzichte van de JSF. Ons verzoek op ook de Super Hornet van Boeing (VS) te betrekken bij de vergelijking is door de verantwoordelijke staatssecretaris De Vries geweigerd.
Ondertussen loopt het ontwikkelingstraject van de JSF bepaald niet op rolletjes. Door technische tegenvallers zijn van de geplande 5000 testvluchten er bijvoorbeeld op dit moment pas ongeveer 50 gemaakt. Over de technische prestaties (wendbaarheid, snelheid, actieradius, draaglast, exploitatiekosten en geluidshinder) kunnen geen positieve feiten gemeld worden. Ook blijken de kosten keer op keer hoger dan gedacht. Grootste risico's in het voorgenomen projectproces zijn echter gelegen in de overlap van testfase en productiefase die nog voor ons ligt.
Hoe nu verder?
Zoals in het coalitieakkoord is afgesproken zal in 2009 besloten worden of Nederland zal overgaan tot het kopen van twee testtoestellen. Voor dit besluit wordt genomen, zal er eerst een akkoord moeten zijn tussen de regering en het bedrijfsleven over de herijking van de business case. Ook moet zoals gezegd de Tweede kamer nog een hernieuwde kandidatenevaluatie krijgen, net als een uiteenzetting over de mogelijkheden voor een `end-life update' voor de F-16. Al deze zaken worden nog voor het eind van 2008, of in ieder geval begin 2009 verwacht.
Pas wanneer deze informatie beschikbaar is en door de Tweede Kamer is getoetst met deskundigen en betrokken organisaties, zal de Kamer een oordeel kunnen geven over een eventueel besluit van het kabinet tot aanschaf van een 1e JSF-testvliegtuig.
De PvdA zal zich inspannen om maximale neutraliteit, transparantie en zorgvuldigheid in dit afwegingsproces te waarborgen. En met het Coalitieakkoord in de hand zullen we ook de coalitiepartners in de Kamer en in de regering daartoe proberen te overtuigen.
Uiteindelijk wil de PvdA dat Nederland kiest voor het beste toestel voor de beste prijs. Hierbij moet ook worden gelet op de ambitie die Nederland heeft met de krijgsmacht. De PvdA zal daarom zolang het proces duurt een kritische houding blijven aannemen. Zoals we altijd al hebben gedaan.
-----
Uit Coalitieakkoord:
In 2007 wordt het MoU ten aanzien van JSF-testtoestellen ondertekend.
In 2008 wordt de business case herijkt voordat in 2009 besluitvorming
plaatsvindt over de contractondertekening voor de definitieve
aanschaf van testtoestellen. Op basis van de herijking en van
een vergelijking voor wat betreft prijs, kwaliteit en levertijd met
mogelijke andere toestellen zal het kabinet in 2010 besluiten aan de
Tweede Kamer voorleggen over vervanging van de F16 toestellen.
PvdA Tweede Kamerfractie - Angelien Eijsink - Woordvoerder Defensie