4. Motie Van Miltenburg (Kamerstukken II 2008/09, 31550, nr. 6)
Motie Van Miltenburg (Kamerstukken II 2008/09, 31550, nr. 6)
Kamerstuk, 8 december 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ/KZ-U-2899300
Datum 8 december 2008
Betreft motie Van Miltenburg ((Kamerstukken II 2008/09, 31550, nr. 6)
Geachte voorzitter,
Tijdens de plenaire behandeling van de wijziging van de Invoerings- en
aanpassingswet Zorgverzekeringswet in verband met voortzetting van de
subsidiëring van de MEE-organisaties heeft mevrouw Van Miltenburg een
motie ingediend (Kamerstukken II 2008/09, 31550, nr. 6). In deze motie
wordt de regering verzocht het mogelijk te maken dat ook mensen met
een intramurale indicatie (ZZP) voortaan een beroep kunnen doen op de
diensten van MEE en dat dit ook actief kenbaar wordt gemaakt aan deze
mensen. Ik heb met uw Kamer van gedachten gewisseld over deze motie.
En ik hecht eraan u nogmaals aan te geven hoe ik voornemens ben deze
motie uit te voeren als die door de Kamer zou worden aanvaard.
MEE-diensten zijn niet begrensd tot cliënten met een extramurale vorm
van zorgverlening. Zij het dat daar wel de nadruk ligt. Ook mensen met
een intramurale indicatie kunnen nu echter al voor MEE-ondersteuning
in aanmerking komen.
Zoals ik in mijn mondelinge reactie al heb gezegd wil ik de motie niet
beschouwen als een uitnodiging om iedereen met een intramurale
indicatie zo veel mogelijk gebruik te laten maken van
MEE-ondersteuning. Ik ben wel van mening dat MEE-doelgroepen met een
intramurale indicatie niet van MEE-ondersteuning mogen zijn
uitgesloten. Bij intramurale zorgverlening, ook in geval van volledig
pakket thuis, heeft de instelling immers ook een belangrijke rol.
Daarnaast heb ik gewezen op de budgettaire consequenties.
Cliëntenorganisaties en MEE heb ik al eerder gevraagd om met een
voorstel te komen om bij de komst van de zorgzwaartepakketten
ondersteuning te bieden bij het opstellen van een zorgplan, in het
bijzonder voor die cliënten die dit niet (meer) zelf kunnen en die
hiervoor geen beroep kunnen doen op mensen uit hun familie of netwerk.
Hiervoor heb ik ook incidenteel middelen gereserveerd bij de invoering
van de zorgzwaartebekostiging (10 miljoen euro voor 2009). In dat
licht zie ik ook uw verzoek om de cliënten actief te informeren.
Met deze interpretatie van de motie zou ik deze, als uw Kamer deze zou
aannemen, beschouwen als ondersteuning van mijn beleid.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport