Wageningen Universiteit en Researchcentrum
ook gevaarlijk voor de mens
Nieuwe dierziekten ook gevaarlijk
voor de mens
1 dec 2008
Onderdeel: Centraal Veterinair Instituut
Door toename van de internationale diertransporten,
klimaatverandering, groeiend toerisme en het toenemende risico van
bioterrorisme neemt de kans op introductie van nieuwe dierziekten die
ook gevaarlijk zijn voor de mens toe. Insecten die de ziekten
overbrengen spelen daarbij een belangrijke rol. Nieuwe exotische
dierziekten hebben zich de laatste 10 jaar gevestigd in regioâs waar
ze voorheen niet voorkwamen of waren uitgeroeid. Voorbeelden hiervan
zijn het blauwtongvirus in Noordwest-Europa en het Westnijlvirus in
Noord-Amerika. De kans op nieuwe (dier)ziekten in Nederland is
duidelijk vergroot. Dit was de conclusie van het symposium over nieuwe
exotische (dier)ziekten dat afgelopen vrijdag werd gehouden op het
Centraal Veterinair Instituut van Wageningen UR in Lelystad.
Kansen op nieuwe vectorziekten
De afgelopen 10 jaar is West-Europa opgeschrikt door uitbraken van een
aantal infectieziekten die door insecten en teken worden overgedragen.
Willem Takken (Wageningen Universiteit en Research Centrum) meldde dat
deze trend zich ook in Nederland kan voordoen, versterkt door
toegenomen handelsverkeer, menselijk reisverkeer en opwarming van de
aarde. Hij pleit voor het instellen van een waarschuwingssysteem,
waarbij ook preventieve maatregelen meegenomen worden.
Blauwtong eerste waarschuwing
In 2006 werd blauwtong type 8 geïntroduceerd in Noordwest-Europa. Het
is helaas nog steeds niet bekend hoe het virus is geïntroduceerd. Wat
wel snel duidelijk werd was dat de aanwezige knuttensoorten zeer goed
in staat bleken te zijn het virus te verspreiden. Tot nu toe zijn er 3
knuttensoorten gevonden in Noordwest-Europa die het virus kunnen
verspreiden: Culicoides dewulfi, C. chiopterus en C. obsoletus.
Verwacht werd dat de epidemie zou doodlopen omdat de knut, het insect
dat dit virus verspreidt, de winter niet zou overleven. De epidemie
kwam echter in het voorjaar van 2007 weer op gang, waarschijnlijk
omdat het virus aanwezig was in kalveren die in het voorjaar zijn
geboren uit moeders die laat in 2006 geïnfecteerd zijn geraakt, zo
vertelde Armin Elbers van het Centraal Veterinair Instituut van
Wageningen UR. De epidemie verspreidde zich in 2007 explosief en
veroorzaakte behoorlijke schade in melkvee (m.n. dip in melkproductie
en vruchtbaarheidsproblemen), schapen (sterfte) en in mindere mate in
geiten. Blauwtong is overigens niet gevaarlijk voor de mens.
In 2008 werd een vaccinatiecampagne gestart in Noordwest-Europa. Het
aantal klinische uitbraken in 2008 werd in de meeste landen vrijwel
tot slechts enkele tientallen beperkt. In die zin kan gezegd worden
dat de vaccinatiecampagne in 2008 een groot succes is geworden, en dat
er veel dierenleed is voorkomen. Er is echter bezorgdheid over de
situatie in Frankrijk en Spanje: in deze landen breiden zowel serotype
1 als serotype 8 infecties zich nog steeds uit en lijkt het erop dat
vaccinatie er niet snel en adequaat genoeg wordt ingezet.
Bestrijding African Horse Sickness ligt gevoelig
José Sanchez Vizcaino van de Veterinaire Faculteit van Complutense
Universiteit in Madrid stelde dat African Horse Sickness binnenkort in
Noordwest-Europa verwacht kan worden. Het risico is vooral dat
geïnfecteerde muggen via zandstormen vanuit Marokko naar Europa
overwaaien. Deze ziekte, die niet gevaarlijk is voor de mens, kan tot
zeer hoge sterftepercentages leiden (70-95%). De ziekte is in de
laboratoria goed te diagnosticeren, maar een veilig vaccin is er
helaas nog niet. En als er een veilig vaccin zou zijn, dat is het nog
een hele toer om paarden gevaccineerd te krijgen. Paarden zijn immers
geen landbouwhuisdieren. Rondom paarden is veel emotie, en een vaccin
dat mogelijk bijwerkingen heeft, zal niet zonder slag of stoot aan
deze edele dieren worden gegeven.
Westnijlvirus al beter onder controle
In 1999 werd het Westnijlvirus (WNV) geïntroduceerd in Noord-Amerika
(in de staat New York). Het virus verspreidde zich daarna door heel
Noord-, Midden-, en Zuid-Amerika. Dit virus veroorzaakt veel ziekte
bij paarden, vogels en mensen. Inmiddels is er een aantal vaccins
ontwikkeld die paarden beschermen tegen nieuwe infecties en nieuwe
vaccins zijn onderweg, meldde Richard Bowen van de Colorado State
University, USA. Vaccins voor mensen zijn er helaas nog niet. Bowen
gaf aan dat dit mogelijk te maken had met het feit dat daarvoor
onderzoek met apen nodig is, en dat is nu eenmaal een lastig traject.
Risicoâs Westnijlvirus voor Europa nu nog klein
Marion Koopmans van het RIVM vertelde dat na de introductie van
Westnijlvirus in Noord-Amerika de vraag opkwam in hoeverre mensen in
Europa risicoâs lopen. Het bleek echter ondoenlijk om die
risicoanalyse te doen omdat daarbij zeer veel aspecten een rol spelen.
Daarom ligt de focus nu op monitoring. Het westnijlvirus komt voor op
verschillende plaatsen in Europa, maar er is zeer waarschijnlijk een
onderschatting van het aantal gevallen omdat de ziekte door artsen
niet wordt herkend. Koopmans verwacht dat het risico op een echte
uitbraak klein is, maar klimaatverandering kan leiden tot een langere
activiteit van muggen in de herfst waardoor het risico kan toenemen.
Het is daarom belangrijk de monitoring voort te zetten. Een betere
coördinatie hiervan is echter wel dringend nodig om de risicoâs voor
de humane gezondheid beter in te schatten en om beter voorbereid te
zijn op een eventuele uitbraak.
Crimean-Congo dichtbij
Onder Ergonul van de Marmara University in Istanbul, Turkije, wees op
de risicoâs van het Crimean-Congo Hemorrhagic virus dat verspreid
wordt door teken. Dit virus komt voor in Afrika, Azië,
Zuidoost-Europa en het Midden-Oosten. Het kan bij 5-40% van de mensen
die geïnfecteerd raken tot sterfte leiden. Volgens Ergonul is de
opwarming van de aarde de belangrijkste oorzaak van de dramatische
toename van infecties in Turkije. Er is op dit moment nog geen goed
vaccin beschikbaar. Persoonlijke bescherming tegen teken is op dit
moment de beste methode om de kans op infectie te minimaliseren. Het
virus komt ook voor bij runderen, schapen, paarden, wilde zwijnen,
bepaalde vogelsoorten en hazen, maar veroorzaakt daar geen ziekte. Het
vaccineren van de veestapel draagt volgens hem niet bij aan de
oplossing van het probleem voor mensen: de teken zijn de overbrengers
van de ziekte, en ook zonder ziek vee kunnen zij het gevreesde
Crimean-Congo (soms ook wel het Europese Ebola genoemd) verspreiden.
Wereldwijd zorgen om Riftvalleivirus
âDe hele wereld moet zich zorgen maken over de introductie van
Riftvalleivirus.â Dat zei Janusz Paweska van het National Institute
for Communicable Diseases of the National Health Laboratory Service in
Johannesburg, Zuid-Afrika. Dit virus komt oorspronkelijk uit de Rift
vallei in Kenia en wordt verspreid door steekmuggen. Het is op dit
moment een belangrijke bedreiging voor herkauwers en mensen in Afrika.
Bij herkauwers veroorzaakt het virus abortus en een hoge sterfte van
jonge dieren. Bij mensen is het ziektebeeld doorgaans mild, maar het
virus leidt bij een beperkt aantal patiënten tot ernstige ziekte en
in sommige gevallen zelfs tot sterfte. Paweska verwacht dat
klimaatverandering, verspreiding van geïnfecteerde muggen door de
wind, illegale import van levende dieren, export van besmette
dierlijke producten en het reizen van zieke mensen leidt tot
verspreiding van deze ziekte buiten Afrika.
Indirecte kosten hoger dan directe kosten
Ron Bergevoet, senior onderzoeker bij Wageningen UR, stipte de
sociaal-economische consequenties aan van de introductie van nieuwe
dierziekten. De schade van de introductie van een nieuwe exotische
dierziekte bestaat uit directe schade (productieverliezen,
controlemaatregelen, ruimingen), controlekosten (diagnostiek,
beschermende kleding, desinfectiemaatregelen, vaccinatiekosten als dat
mogelijk is), waardedaling van de dierlijke producten en kosten ten
gevolge van transportverboden. De indirecte schade kan echter veel
groter zijn dan de directe schade. Deze kan bestaan uit prijsdalingen,
gevolgen voor het toerisme en dienstensector als ook beschikbaarheid
van voedsel. De schade ten gevolge van de blauwtonguitbraak in
Nederland in 2006 en 2007 moet geschat worden op 78 miljoen euro. De
kosten van de SARS-epidemie in Azië in 2003 zijn geschat op 13
miljard dollar. Mocht er een pandemie uitbreken van hoog-pathogene
Aviaire Influenza (vogelpest) dan moet de wereldeconomie rekening
houden met een schadepost van 2 000 miljard dollar.
Om de gevolgen van uitbraken van nieuwe dierziekten te beperken is een
snelle opsporing bij de bron belangrijk. Hiervoor is internationale
samenwerking op gebied van communicatie, veterinaire en humane
gezondheid noodzakelijk.
Bescherming via vaccinatie
Rob Moormann, projectleider bedreigende vectorgebonden virusziekten
van het Centraal Veterinair Instituut, benadrukte dat de moeilijkheid
van het bestrijden van al deze dierziekten (die ook gevaarlijk zijn
voor de mens) zit in het feit dat ze worden overgedragen door een
tussengastheer, een insect. Hij is van mening dat introductie van deze
ziekten bij de mens kan worden verminderd door een goede bescherming
van de dierpopulatie door vaccinatie. Als de dieren niet ziek worden,
kunnen insecten deze ziekten immers niet overdragen op de mens. Het
Centraal Veterinair Instituut investeert de komende jaren daarom fors
in de ontwikkeling van nieuwe vaccins voor bescherming van dier (en
daardoor indirect de mens) en in diagnostische testen om deze ziekten
vast te kunnen stellen. Binnenkort opent het instituut een nieuw
speciaal laboratorium waardoor het meer onderzoek op dit gebied kan
uitvoeren.
De presentaties staan op
http://www.cvi.wur.nl/NL/onderzoek/dierziekten/EVBD/.
Contact
Contact
Erna Balk, voorlichting CVI
Erna.Balk@wur.nl