Wageningen Universiteit en Researchcentrum
emissiereducties voor 2020; impact op intensieve veehouderij
Mogelijke emissiereducties voor
2020; impact op intensieve veehouderij
8 dec 2008
Onderdeel: LEI
Om de menselijke gezondheid, het milieu en de natuur te beschermen
stelt de Europese Unie per land een maximum aan de uitstoot van
ammoniak, fijn stof, methaan en lachgas. Naar verwachting doet de
Europese Commissie in 2009 voorstellen voor nieuwe nationale
emissieplafonds voor het jaar 2020. Ter onderbouwing van de
Nederlandse positie heeft het LEI, onderdeel van Wageningen UR, in
opdracht van het ministerie van LNV een beleidsverkennende studie
uitgevoerd.
De studie geeft inzicht in de impact van een scala aan mogelijke
maatregelen beginnend bij vasthouden aan bestaand beleid tot aan zeer
ingrijpende volumemaatregelen. Uit de studie blijkt dat zowel de
economische impact op de landbouwsector als de emissiereductie
toenemen als er ingrijpende maatregelen worden genomen. In sommige
geschetste situaties is de intensieve veehouderij niet meer rendabel.
Het is nog onduidelijk welke maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd gaan
worden: eerst moet de Europese Commissie een besluit nemen over de
emissieplafonds. De studie laat wel zien dat het huidige mestbeleid nu
al een substantiële bijdrage levert aan de ammoniakreductie.
Ontwikkelingen
In dit rapport wordt allereerst de vraag gesteld hoe de landbouw in
Nederland zich autonoom zal ontwikkelen tot 2020. De verwachting is
dat het reële sectorinkomen in de landbouw in vrijwel alle sectoren
achteruit gaat. Een tweede verwachting is dat er in 2020 aanzienlijk
minder ammoniak uitgestoten zal worden dan in 2006, als gevolg van
beleid dat al is ingezet. Dit wordt onder andere gerealiseerd door het
aangescherpte mestbeleid en de verplichting van emissiearme stallen.
Wel neemt (zonder aanvullende maatregelen) de uitstoot toe van
methaan, door een hogere melkproductie per koe, en van fijnstof, door
aanpassingen in stalsystemen in de pluimveehouderij. De analyses in
deze studie maken duidelijk dat de technische mogelijkheden om
emissies van de verschillende milieucomponenten te reduceren wel
aanwezig zijn, maar dat dit met name voor de intensieve veehouderij
(varkens en kippen) snel leidt tot hoge kosten en verlies aan
productie en inkomen.
Effecten mogelijke beleidsmaatregelen
Uit het rapport komt naar voren dat emissies (van ammoniak, fijn stof,
methaan en lachgas) veelal met elkaar samenhangen en dat de mate van
reductie per emissie beïnvloed kan worden door beleidsmaatregelen.
Verder komt naar voren dat de landbouw geen homogene sector is: de
draagkracht om de emissies te reduceren verschilt per sector.
Als er gekozen wordt voor volumemaatregelen op basis van verhandelbare
rechten, waarbij de verschillende veehouderijsectoren concurreren om
beperkte hoeveelheden emissierechten voor fosfaat en stikstof, komt
vooral de intensieve veehouderij onder druk te staan. Algemene
maatregelen, zoals volumemaatregelen die gelijkelijk verdeeld worden
over alle subsectoren, zijn echter economisch minder efficiënt.
Pakketten van technische maatregelen blijken veelal economisch het
meest efficiënt uit te pakken. Het is echter lastig om precies te
sturen op het bereiken van het verwachte plafond via technische
maatregelen. Dit komt door de extra kosten van de technische
maatregelen en het effect daarvan op de productie en het aantal dieren
in een sector, oftewel de continuïteit van de productie.
Vergelijking met MKBA
Onlangs is een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd
naar de effecten van de emissieplafonds voor 2020 (Dönszelmann et al.
âMaatschappelijke effecten vermindering luchtverontreinigingâ, Delft
2008). Deze is in september aan de Kamer aangeboden. De MKBA komt tot
een positief effect van de verwachte emissieplafonds op Nederland.
Daarbij zijn de kosten die gemaakt worden om bepaalde emissies te
reduceren lager dan de waarde die wordt toegerekend aan de extra
levensjaren van de mens, als gevolg van de maatregel. Deze kosten
komen terecht bij met name de landbouw. Een belangrijk uitgangspunt
van de MKBA is dat de landbouw de kosten kan doorberekenen aan de
afnemers. Dit is echter maar zeer beperkt mogelijk omdat de
Nederlandse landbouwsector en in het bijzonder de intensieve
veehouderij produceert voor de Europese en wereldmarkt.
Rapport 2008-069 Nationale emissieplafonds 2020; Impact op de
Nederlandse landbouw en visserij
Contact
Hans Vrolijk
Hans.Vrolijk@wur.nl