Ministerie van Algemene Zaken

TV-gesprek minister-president Balkenende na de ministerraad

Radio / TV-interview | 05-12-2008

De minister-president gaat in het wekelijks gesprek na afloop van de ministerraad in op de verwachte recessie, de kabinetsmaatregelen en de kredietverlening door banken.

SCHILHAM:
Meneer Balkenende, u heeft de afgelopen week gesproken met verschillende topmensen uit het bedrijfsleven. Bent u geschrokken van de verhalen die u hoorde?


BALKENENDE:
Het waren geen mooie verhalen. Ik heb gesproken met mensen die actief zijn in bedrijven die te maken hebben met de staalsector of de automobielindustrie. Bedrijven die het eigenlijk goed deden de laatste tijd, hadden geweldig mooie omzetcijfers, goede winstcijfers, stabiele goede bedrijven. En plotseling worden deze bedrijven nu geconfronteerd met een inzakkende economie op een manier die zij nog nooit eerder mee hebben gemaakt. Ik moet zeggen, het feit dat je ontwikkelingen nu meemaakt die zich niet eerder hebben voltrokken, dat leidt wel tot schrik.

SCHILHAM:
Hoe uit zich dat, wat hoorde u voor soort verhalen? Is er sprake van een totale stilval?


BALKENENDE:
Als een bedrijf zegt van we gaan voor een aantal weken gewoon dicht omdat we te weinig kunnen afzetten, dan doet dat ook mij pijn. Ik heb natuurlijk veel liever dat daar productie is, dat de mensen aan de slag komen. Ik kreeg te horen van deze ondernemers dat ze bijvoorbeeld de tijdelijke arbeidskrachten, uitzendwerk, daarvan wordt nu wel gezegd van we stoppen ermee, we kunnen die niet langer in dienst houden. Of mensen met tijdelijke arbeidscontracten, ook zij krijgen te horen van het lukt even niet. Ik kreeg te horen over orderportefeuilles die enorm aan het afnemen zijn. Het is dus echt zwaar weer op het ogenblik. Dat merk je bij deze ondernemers.

SCHILHAM:
Maar u wist dat het zwaar weer was, was het nog weer erger dan u gedacht had?


BALKENENDE:
Het is heel goed om vanuit de praktijk zelf ook te horen wat er gebeurt. Natuurlijk, ik kom ook werknemers tegen, ik spreek met mensen van de vakbeweging. Soms hoor ik ook wat andere ervaringen, bijvoorbeeld deze week was er ook een prachtige manifestatie op het gebied van innovatie. En dan zie je daar jonge ondernemers die wel degelijk mogelijkheden voor zichzelf zien. Dus dat moet ook worden gezegd. Mensen die ik sprak uit het grote bedrijfsleven, grote ondernemingen, die maken nu ontwikkelingen mee die zij niet eerder mee hebben gemaakt. En dat geeft ook mij eerlijk gezegd wel een reden tot grote zorg.

SCHILHAM:
Dat is de reden dat u vandaag op uw persconferentie het moment gekozen heeft om te zeggen van mensen maak uw stoelriemen maar vast want het wordt echt heel erg zwaar de komende, misschien wel twee jaar?


BALKENENDE:
Ja, de precieze cijfers van het CPB, de cijfers ken ik nog niet. Maandag zullen cijfers worden gepresenteerd van het CPB.

SCHILHAM:
Van het Centraal Plan Bureau, maar goed dat voorspelt weinig goeds te zijn.


BALKENENDE:
De cijfers die we wel hebben zijn van internationale instellingen, de OESO, het IMF of de Europese Commissie. En eigenlijk zien we overal dat de economie een stuk minder mooi functioneert op dit moment. De verwachting is dus ook dat de economische ontwikkeling echt totaal anders is dan we nog een maand of zes, zeven geleden dachten. Toen gingen we uit van economische groei, weliswaar was die al minder dan we zeg één, twee jaar geleden hebben meegemaakt.

SCHILHAM:
En nu gaat u uit van een recessie die er eigenlijk onvermijdelijk aankomt?


BALKENENDE:
Ja, want dat, kijk een recessie is de formulering dat je gedurende twee opeenvolgende kwartalen te maken hebt met een krimpende economie. Dus dan heb je niet meer een positieve groei, dan is de groei negatief. Dan neemt je economie dus af. En we moeten ons erop instellen dat dit wel eens zou kunnen gaan gebeuren.

SCHILHAM:
U spreekt er vaak over op die vrijdagen en mij valt op dat de toon eigenlijk steeds een tikje dramatischer wordt. Is dat expres? Voert u de druk op of bent u de geest aan het rijp maken voor echt een hele zware periode?


BALKENENDE:
Ik vind dat het ook mijn taak is als minister-president om eerlijk te schetsen hoe we ervoor staan, wat de ontwikkelingen zijn, wat de laatste inzichten zijn. Uw waarneming is wel correct. Een aantal maanden geleden hadden we het nog over de vraag van we zien een financiële crisis in de Verenigde Staten, slaat die over naar Europa. Nou, die is overgeslagen. Toen hadden we daarna ook te maken met de aandelenmarkten, dat is ook dramatisch geworden. Daarna kwam de volgende discussie wat betekent dat voor de reële economie, wat gebeurt er met de (onverstaanbaar)-industrie, wat gebeurt er met de diensten, hoe functioneren ondernemingen. En op het ogenblik zien we eigenlijk door de sectoren heen heel kritische signalen. En ik vind het dan op mijn weg liggen om dat ook aan te geven. Ik zeg er tegelijkertijd bij, Nederland is wel een sterk land, we staan er relatief beter voor dan andere landen. Dat komt omdat ons werkloosheidspercentage het laagst is in Europa.

SCHILHAM:
Maar die werkloosheid die loopt weer op zegt u.


BALKENENDE:
Die loopt op, alleen kijk, we hebben een betrekkelijk lage werkloosheid. En het is een feit dat werkloosheid echt heel naar is, en in de eerste plaats voor de mensen om wie het gaat. Alleen we doen het dan altijd nog weer beter dan andere landen waar de ontwikkelingen gewoon slechter zijn.

SCHILHAM:
Dat is een schrale troost, in tijden van rampspoed, het is iets minder erg dan bij de buren.


BALKENENDE:
Precies wat u zegt, want zo beleef ik het zelf ook. Ik heb het liefst dat mensen aan het werk blijven. Dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken over hun werk. Want het allerbelangrijkste is toch dat je gewoon je werk kunt doen, dat je zeker bent van je inkomen voor jou en je gezin. En dat is ook de reden dat wij natuurlijk ook instrumenten kiezen, dat we zeggen nou, laten we zoveel mogelijk zorgen dat mensen aan het werk kunnen blijven. Ook als ze hun baan zouden verliezen.

SCHILHAM:
Het kabinet heeft inderdaad al heel veel maatregelen genomen, maar toch blijven de berichten onveranderd somber. Voelt dat zo langzamerhand niet ook als vechten tegen de bierkaai?


BALKENENDE:
Kijk, als je dat gevoel zou hebben binnen het kabinet dan is het natuurlijk niet goed.

SCHILHAM:
Maar heeft u de indruk dat het wat uithaalt?


BALKENENDE:
Nou kijk, laat ik u even melden wat we de afgelopen tijd hebben gedaan. In de eerste plaats, het begon met de financiële crisis. Nou, u weet we hebben heel veel maatregelen genomen. We hebben banken overgenomen, kapitaalinjecties gegeven aan banken, we hebben waarborgen gegeven zodat banken aan elkaar geld kunnen lenen, want het geld moet wel rollen. Dat is de eerste stap.

SCHILHAM:
Maar daar zeggen de banken nu van dat het misschien wel niet genoeg is, dat er misschien op termijn nog wel een keer zo'n miljardenoperatie nodig is.


BALKENENDE:
Dat zullen we zien, maar ik ben er zeker van dat in ieder geval deze eerste stap absoluut noodzakelijk was, om ook het financieel systeem in Nederland te laten functioneren. Als er meer nodig is, dan zullen we dat met elkaar bespreken. Nu ten aanzien van de economie, kijk wij kunnen niet de hele economie gaan overnemen. We kunnen niet alle onzekerheden voor onze eigen rekening nemen. Dat kan niet, dat mag je niet van de overheid verwachten. We kunnen wel kijken van wat de beste stappen zijn om de economie te stimuleren. Bijvoorbeeld wat we nu een paar weken geleden hebben besloten, bijvoorbeeld wanneer je investeert, dat je nu een vervroegde afschrijving krijgt. Dus is het voor een ondernemer aantrekkelijker om te investeren, dat weer doen. Werktijdverkorting, mobiliteitscentra. Dat betekent dat wanneer mensen hun werk verliezen dat er wel alles wordt gedaan dat ze dan ergens anders kunnen worden ondergebracht.

SCHILHAM:
Het zijn mooie maatregelen, maar ik kan me voorstellen dat de ondernemers die bij u waren van de week zeiden dat het toch niet genoeg is. De werkgeversorganisatie heeft dat ook in een brief aan u geschreven.


BALKENENDE:
Ja, over de werktijdverkorting, daar worden nu ook nieuwe claims over ingediend om het zo maar te noemen.

SCHILHAM:
De regels zouden te streng zijn volgens ondernemers.


BALKENENDE:
Ja, maar er zijn toch op de eerste plaats heel veel bedrijven die er wel gebruik van maken. Er zijn een tal van bedrijven die ook al toestemming gekregen hebben voor dit alles, dus in die zin kun je niet zeggen dat het niet functioneert. Er zullen ongetwijfeld nu verzoeken komen om meer te doen. Dat zul je ook zien het komende jaar.

SCHILHAM:
Maar kunt u zich ook nieuwe maatregelen voorstellen?


BALKENENDE:
Ik heb gezegd in mijn persconferentie vandaag ook, we gaan even niet zomaar beleidsmaatregel op beleidsmaatregel stapelen, wij willen verstandig beleid voeren. Wij hebben nu een aantal belangrijke stappen gezet. We sluiten ook geen andere maatregelen uit, maar we zullen het wel met een goede maatvoering moeten doen. Mag ik het voorbeeld noemen van, dat wordt wel eens gezegd hè, het spaarloon.

SCHILHAM:
Het spaarloon vrijmaken, daar roepen bedrijven maar ook vakbonden bijvoorbeeld om.


BALKENENDE:
Ja. Maar kijk het spaarloon vrijmaken dat kan ik me voorstellen, alleen de vraag is wat is het beste moment.

SCHILHAM:
En gaan mensen het uitgeven.


BALKENENDE:
Op dit moment is het zo, mensen hebben bijvoorbeeld een inkomen dat is gebaseerd op een CAO. Die CAO is afgesproken en daar is rekening gehouden met een hoger inflatieniveau voor het komend jaar. Die inflatie loopt op het ogenblik terug. Het gevolg is dat mensen, werknemers, daardoor meer te besteden hebben. Als de inkomenssituatie van werknemers niet het grootste probleem is, ja dan moet je niet gaan werken nu met het systeem van spaarloondeblokkering. En daar hebt u gelijk in, dan is er het gevaar dat, je kunt het één keer doen, dat kost dan ook geld voor de Staat. Alleen wanneer mensen dat geld niet gaan uitgeven, niet besteden, dan heeft het eigenlijk geen zin gehad.

SCHILHAM:
U houdt het eigenlijk achter de hand totdat het misschien nog slechter wordt.


BALKENENDE:
Tot dat het moment daar is.

SCHILHAM:
U heeft heel veel gedaan voor de banken al. Nu is er groeiende kritiek op de banken dat ze geld zeg maar niet doorsluizen naar de rest van de economie, maar gebruiken om hun eigen zaken op orde te krijgen. Deelt u die kritiek, bijvoorbeeld van uw collega Van der Hoeven van Economische Zaken?


BALKENENDE:
Nou we hebben vandaag ook in het kabinet daar nog eens even over gesproken met elkaar. Het belangrijkste is dat je heel goed de cijfers laat spreken. Wanneer we naar de cijfers kijken van de laatste paar maanden dan is er geen reden nu voor alarmerende conclusies op dit moment.

SCHILHAM:
Dus die banken misdragen zich niet, wat dat betreft?


BALKENENDE:
Ik heb het nu over de cijfers.

SCHILHAM:
U hebt geen bewijzen dat dat aan de hand is?


BALKENENDE:
Nee, ik krijg natuurlijk ook, en dat is de andere kant van het verhaal, ook van het gesprek dat ik deze week had, wel te horen dat het allemaal wat lastiger begint te worden met banken. Nu is het zo dat bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank de rentetarieven heeft verlaagd. Dan is het ook van belang dat dat ook wordt gevolgd door de banksector zelf, dat is één. Twee, we hebben natuurlijk nu het nodige gedaan aan kapitaalinjecties voor banken. We hebben waarborgen nu gegeven, garanties, dat banken aan elkaar geld mogen lenen en die garantie gaan wij dan bieden, dat het geen probleem is met terugbetalen. Met andere woorden, dat zijn stappen die wij hebben gezet juist om het geldverkeer weer mogelijk te maken.

SCHILHAM:
Maar zegt u eigenlijk dat die banken nu ook moeten gaan leveren?


BALKENENDE:
Ja, ik denk dat het verstandig is als banken ook heel goed kijken van wat nodig is. Want als bedrijven wel kunnen functioneren maar ze zouden te maken krijgen met onvoldoende kredietverlening van de kant van de bank, dat is natuurlijk, dat moeten ze echt niet hebben. Maar ik geloof ook dat banken zich daarvan bewust zijn. Banken zijn er ook voor om de economie te laten functioneren. Ze hebben in die zin ook een dienstbare rol. En zeker met de waarborgen die ook banken zijn gegeven, zou het ook goed zijn dat men ook deze rol op zich neemt om te zorgen dat de economie weer kan draaien, dat bedrijven krediet kunnen krijgen.

SCHILHAM:
Een somber verhaal, niet echt een 5-december-gesprek hè?


BALKENENDE:
Nee, ik wens overigens iedereen wel een hele fijne Sinterklaasavond toe...

SCHILHAM:
Onverstaanbaar


BALKENENDE:
Ja, (onverstaanbaar) ook kijken we gaan een lastige periode tegemoet, daar wil ik ook eerlijk in zijn. Tegelijkertijd het is ook weer zo, er zullen ook andere tijden aanbreken. Alleen de vraag is vooral hoe komen we met elkaar deze periode zo goed mogelijk door. Het is mijn overtuiging dat Nederland dat kan. Het gaat niet vanzelf, het wordt keihard knokken, maar we kunnen het wel aan. En dat is dan misschien ook weer een positieve boodschap op deze Sinterklaasavond. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd)