Vlaamse Overheid
Kinderopvang wordt toegankelijker
Steven Vanackere Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
vrijdag 5 december 2008
Uit een onderzoek dat Kind en Gezin in opdracht van Vlaams minister
van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Steven Vanackere, uitvoerde
bleek dat alleenstaanden, werklozen en laaggeschoolden moeilijker
toegang krijgen tot de gesubsidieerde sector in de kinderopvang. Op
voorstel van minister Vanackere werden vandaag in de Vlaamse Regering
een aantal aangepaste voorrangsregels goedgekeurd die de
toegankelijkheid van de kinderopvang zullen vergroten.
Uit het rapport bleek dat alleenstaanden, werklozen en laaggeschoolden
moeilijker opvang vinden. 36% van alleenstaande ouders vindt geen
opvang. Voor samenwonenden is dat slechts 10%. 44% van de ouders
zonder job vindt geen kinderopvang tegenover 6% van de ouders met een
job. 22% van de lagergeschoolde ouders vindt geen opvang. Voor
minister Vanackere waren deze conclusies een extra argument om in
samenwerking met de sector het opnamebeleid te herbekijken en ervoor
te zorgen dat de beschikbare plaatsen zoveel mogelijk gebruikt worden.
De aangepaste voorrangsregels die vandaag aan de Vlaamse Regering
werden voorgelegd hebben extra aandacht voor:
* Alleenstaande ouders die door werkomstandigheden of het volgen van
een opleiding hun kind overdag niet kunnen opvangen
* Ouders met een zeer laag (arbeids)inkomen
* Ouders met kinderen die in een sociale of pedagogische
crisissituatie leven
* Ouders met een kind van wie broer of zus al in de voorziening
worden opgevangen.
Deze voorrangregels zullen voor tenminste 20% van de opvangcapaciteit
gelden.
De voorzieningen zullen in hun opnamebeleid duidelijk maken hoe ze
deze voorrang realiseren. Ook de ouders zullen hierover ingelicht
worden, zodat gezinnen weten waar ze aan toe zijn wanneer ze opvang
zoeken.
De Vlaamse Regering keurde vandaag op voorstel van minister Vanackere
ook de nieuwe erkenningsvoorwaarden goed voor kinderdagverblijven en
diensten voor onthaalouders. Met deze maatregel komt de minister
tegemoet aan de grote vraag van organiserende besturen om in de
organisatie van de kinderopvang meer flexibel te kunnen zijn.
Kinderdagverblijven krijgen voortaan de mogelijkheid om een bijkomende
vestigingsplaats met minimum 14 plaatsen te realiseren. Zo kan een
kinderdagverblijf van minstens 23 plaatsen, meerdere
vestigingsplaatsen hebben. Hiermee kan kinderopvang aan de stijgende
nood voldoen om zich meer wijkgericht te gaan organiseren. Het aanbod
kan makkelijker daar worden aangeboden waar de noden aan opvang zich
manifesteren, of waar leemten zijn die niet noodzakelijk met een
volledig kinderdagverblijf moeten ingevuld worden.
Ook in (groot)stedelijke gebieden is de norm van 23 plaatsen soms
moeilijk te halen omwille van beperkte infrastructuur. Of de behoefte
aan 23 plaatsen is niet aanwezig omwille van de kleinere omvang van de
dorpen of gemeenten.
De ministerraad hechtte nog zijn goedkeuring aan de invoering van het
systeem dat ervoor zorgt dat ouders ook in de zelfstandige sector
kinderopvang volgens hun inkomen kunnen betalen.
Immers, vandaag betalen ouders in een gelijkaardige leefsituatie toch
erg verschillende prijzen voor de voorschoolse opvang van hun kind al
naargelang de initiatiefnemer die de opvangplaats aanbiedt.
Met de inzet van 42,5 miljoen euro wil minister Vanackere voor meer
ouders een betaalbare kinderopvang garanderen.
Minister Vanackere kondigt aan dat in de week van 15 december alle
zelfstandige initiatieven geïnformeerd zullen worden over de principes
én de mogelijkheden van dit systeem. Vanaf 16 februari zal het systeem
effectief opstarten. Zelfstandige initiatiefnemers die instappen
kunnen hun opvang dan aan ouders aanbieden tegen een tarief dat
rekening houdt met hun inkomen. Wanneer de initiatiefnemer dit wil,
zal Kind en Gezin zowel de berekening van de ouderbijdrage als de
facturering op zich nemen. Om het systeem te promoten ontvangen
initiatieven die instappen een premie wanneer ze minstens 12 maanden
in het systeem blijven werken. Om zoveel mogelijk ouders én
initiatiefnemers te informeren zal begin 2009 een uitgebreide
mediacampagne worden opgezet.
Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:
Harry Vanbuel
Tel: 02 552 64 89
GSM: 0475 89 49 25
Email: persdienst.vanackere@vlaanderen.be