Raad voor de Journalistiek

Uitspraak vastgesteld d.d. 19 november 2008
door T.R. Harkema, waarnemend voorzitter, prof. dr. M.J. Broersma, mw. A.C. Diamand, en mw. drs. J.X. Nabibaks, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.

Vereniging tegen de Kwakzalverij / `Uitgedokterd?!' (NCRV) Uitspraak: ongegrond
In het televisieprogramma `Uitgedokterd?!' zijn, in een serie van zes afleveringen, patiënten gevolgd die buiten de gangbare paden van de geneeskunde op zoek gingen naar alternatieve of experimentele geneeswijzen. De verhalen van de patiënten zijn steeds beknopt becommentarieerd door prof. dr. J.M. Keppel Hesselink. De reeks is afgesloten met een tv-debat tussen voor- en tegenstanders van niet-reguliere geneeskunde, onder wie twee bestuursleden en een lid van klaagster. Kern van de klacht is dat verweerder het publiek eenzijdig, en daardoor misleidend, heeft geïnformeerd over alternatieve geneeswijzen.
De Raad stelt voorop dat een journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is dan ook aan de redactie om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Er bestaat geen journalistieke norm die meebrengt dat een (hoofd)redactie bij een uitzending over een bepaald onderwerp (alle) voor- en tegenstanders aan het woord dient te laten. (zie punt 1.2. van de Leidraad van de Raad en vgl. onder meer: RvdJ 2007/76)
Verder overweegt de Raad dat de verhalen van de patiënten en de visie van Keppel Hesselink voor rekening van de betrokkenen zijn gelaten en niet als feit zijn gepresenteerd. In de laatste uitzending - het tv debat - zijn tevens tegenstanders van alternatieve geneeswijzen aan het woord gelaten, die de verhalen van de patiënten en de duiding van Keppel Hesselink hebben genuanceerd. Op de website van het programma is bovendien vermeld dat de Stichting IOCOB - waaraan Keppel Hesselink is verbonden - is betrokken bij het programma.
Volgens de Raad heeft verweerder niet zodanig eenzijdig bericht dat sprake is van misleiding van het publiek c.q. journalistiek onaanvaardbaar handelen. Voor de gemiddelde kijker bestaat voldoende ruimte de hem verschafte informatie te wegen en daaruit een andere conclusie te trekken dan dat de besproken alternatieve geneeswijzen (altijd) uitkomst kunnen bieden bij de aan de orde gestelde ziekten. Bovendien wordt de kijker op geen enkele wijze afgehouden van de reguliere geneeskunde.
Trefwoorden:

· Feitenweergave: misleidende berichtgeving
· Procedure: bevoegdheid, ontvankelijkheid Publicatie op www.rvdj.nl/2008/52

---