Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB08-082
4 december 2008 Inflatie flink lager
9.30 uur
· Inflatie opnieuw lager door sterk dalende brandstofprijzen · Accijnsverhoging tabak dempt daling inflatie
· Inflatie eurozone daalt nog sneller dan Nederlandse inflatie De Nederlandse inflatie is in november uitgekomen op 2,3 procent. Dat is 0,5 procentpunt lager dan in oktober. De inflatie is voor de derde maand op rij lager dan een maand eerder. De daling is vooral het gevolg van fors lagere benzineprijzen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De prijzen voor autobrandstoffen zijn voor de tweede opeenvolgende maand flink gedaald ten opzichte van een maand eerder. Benzine kostte in november 9,6 procent minder dan in oktober. Dit is de grootste prijsdaling in de afgelopen dertig jaar. Diesel was 7,6 procent goedkoper dan in oktober. De daling van de inflatie in november werd gedempt door de verhoging van de tabaksaccijns. Per 1 juli zijn de accijnzen op tabak verhoogd. De effecten hiervan waren tot nu toe nauwelijks zichtbaar omdat er nog voorraden tegen oude prijzen beschikbaar waren. Pas in november zijn de prijzen voor het eerst duidelijk gestegen.
De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) is in november uitgekomen op 1,9 procent. Dit is 0,6 procentpunt lager dan in oktober. Volgens een raming van Eurostat bedroeg de inflatie in de eurozone in november 2,1 procent. Dat is een afname van maar liefst 1,1 procentpunt ten opzichte van oktober, toen de inflatie nog 3,2 procent bedroeg. De daling van de inflatie in de eurozone is een stuk groter dan in Nederland. Dat komt vooral doordat prijzen van gas en elektriciteit in de meeste Europese landen veel directer zijn gekoppeld aan de olieprijs, en ook door de verhoging van de tabaksaccijns in Nederland. De Nederlandse inflatie lag in november nog slechts licht onder die van de eurozone. ln.... Inflatie (HICP) Nederland en eurozone
% 6
sbc.... Eurozone Nederland 5
4
3
w 2
w 1
0
w 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 CBS Persbericht PB08-082xxx pagina 1 van 5

Technische toelichting

Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens.
Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex
Naast de nationale prijsindex publiceert elke lidstaat van de Europese Unie een geharmoniseerde prijsindex. Deze Europese indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het CBS publiceert daartoe voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized Index of Consumer Prices).
Voor Europa zijn er twee met de Nederlandse HICP vergelijkbare inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de groep van landen die de euro hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van consumentenprijzen (EICP) geeft de prijsontwikkeling weer zoals die gemiddeld in de gehele Europese Unie is. De uitkomsten over november 2008 voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 17 december gepubliceerd door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl). Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen).
CBS Persbericht PB08-082 pagina 2 van 5

Inflatie, historische reeks

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar In procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1 1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5 1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9 1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7 1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1 1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7 1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0 1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1 1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2 1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0 1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6 2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5 2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4 2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1 2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2 2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7 2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1 2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 1,9 1,6 2008 2,0 2,2 2,2 2,0 2,3 2,6 3,2 3,2 3,1 2,8 2,3 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 ­ jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100 Van febr. 1994 ­ sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100 Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100

CBS Persbericht PB08-082 pagina 3 van 5

Procentuele veranderingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar

Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index

Alle Alle Nederland Eurozone Europese huishoudens huishoudens Unie afgeleid 1)
jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7 1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3 1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2 2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9 2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2 2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1 2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0 2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0 2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2 2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2 2007 1,6 1,5 1,6 2,1 2,3 maanden
2007 januari 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1 februari 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1 maart 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3 april 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2 mei 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1 juni 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1 juli 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0 augustus 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9 september 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2 oktober 1,6 1,5 1,6 2,6 2,7 november 1,9 1,8 1,8 3,1 3,1 december 1,9 1,7 1,6 3,1 3,2 2008 januari 2,0 1,9 1,8 3,2 3,4 februari 2,2 2,1 2,0 3,3 3,5 maart 2,2 2,0 1,9 3,6 3,8 april 2,0 1,9 1,7 3,3 3,6 mei 2,3 2,1 2,1 3,7 4,0 juni 2,6 2,4 2,3 4,0 4,3 juli 3,2 2,9 3,0 4,0 4,4 augustus 3,2 3,0 3,0 3,8 4,3 september 3,1 2,8 2,8 3,6 4,2 oktober 2,8 2,5 2,5 3,2 *) 3,7 *) november 2,3 *) 1,8 *) 1,9 *) 2,1 *) 1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie- gebonden belastingen en subsidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns, motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB08-082 pagina 4 van 5

Verandering consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep

Artikelgroep Weging Mutatie in % nov '08 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in %-punt

% okt '08 nov '07 okt '08 nov '08 *) 0 Totaal bestedingen 100,0 -0,4 2,3 2,8 2,3 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 0,1 5,0 0,7 0,5 Voedingsmiddelen 10,1 0,1 5,0 0,6 0,5 Brood en graanproducten 2,1 0,3 4,5 0,1 0,1 Vlees 2,2 0,4 5,7 0,1 0,1 Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 0,7 5,3 0,0 0,0 Melk, kaas en eieren 1,5 0,2 6,9 0,2 0,1 Oliën en vetten 0,2 1,0 9,5 0,0 0,0 Fruit 0,8 -2,3 5,6 0,1 0,0 Groenten en aardappelen 1,2 0,3 2,6 0,0 0,0 Suiker, zoetwaren en ijs 0,8 -0,2 5,7 0,1 0,0 Overige voedingsmiddelen 1,1 0,6 2,3 0,0 0,0 Alcoholvrije dranken 0,9 0,3 4,9 0,0 0,0 Koffie, thee en cacao 0,3 1,0 5,5 0,0 0,0 Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 -0,1 4,6 0,0 0,0 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 5,2 9,3 0,1 0,3 Alcoholhoudende dranken 1,2 0,6 4,6 0,0 0,1 Tabak 1,7 8,4 12,5 0,1 0,2 3 Kleding en schoeisel 5,1 -1,3 0,1 0,0 0,0 Kleding en kledingstoffen 4,2 -1,2 -0,1 0,0 0,0 Schoeisel en schoenreparaties 0,9 -1,9 0,8 0,0 0,0 4 Huisvesting, water en energie 24,2 -0,1 3,2 0,8 0,8 Werkelijke huur 6,3 0,0 1,9 0,1 0,1 Toegerekende huur eigen woning 10,1 0,0 1,9 0,2 0,2 Onderhoud en reparatie van de woning 1,6 -0,6 2,7 0,0 0,0 Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,3 0,0 3,1 0,0 0,0 Energie 4,9 -0,1 7,9 0,4 0,4 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 0,1 2,3 0,2 0,1 Meubelen en vloerbedekking 2,8 0,2 3,1 0,1 0,1 Huishoudtextiel 0,5 0,3 2,7 0,0 0,0 Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,8 -0,4 -2,2 0,0 0,0 Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 -0,3 0,9 0,0 0,0 Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 -0,2 1,8 0,0 0,0 Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,5 3,5 0,0 0,1 6 Gezondheid 1,2 -0,1 0,4 0,0 0,0 7 Vervoer 11,4 -3,5 -2,5 0,3 -0,3 Aankoop voertuigen 3,0 0,0 -0,6 0,0 0,0 Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,6 -5,4 -5,5 0,2 -0,4 Vervoersdiensten 1,7 -2,4 5,6 0,1 0,1 8 Communicatie 4,1 -0,1 -2,5 -0,1 -0,1 9 Recreatie en cultuur 10,4 0,2 -0,3 -0,1 0,0 Audio en video, computers en software 2,0 -0,2 -10,5 -0,2 -0,2 Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,0 1,8 0,0 0,0 Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 -0,9 0,4 0,0 0,0 Recreatieve en culturele dienstverlening 2,5 -0,1 4,2 0,1 0,1 Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 2,6 0,7 0,0 0,0 Pakketreizen 1,6 0,0 3,1 0,1 0,1 10 Onderwijs 0,1 0,4 3,0 0,0 0,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 -0,5 4,4 0,2 0,2 Restaurants, cafés en kantines 4,3 0,4 4,6 0,2 0,2 Accommodatie 0,4 -9,4 1,6 0,0 0,0 12 Diverse goederen en diensten 10,8 0,1 3,9 0,4 0,4 Lichaamsverzorging 2,3 0,4 2,4 0,0 0,1 Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 0,3 3,2 0,0 0,0 Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,3 0,0 3,4 0,0 0,0 Verzekering 3,5 0,0 5,4 0,2 0,2 Financiële diensten 1,0 0,0 3,8 0,0 0,0 Andere diensten n.e.g. 1,9 0,0 3,6 0,1 0,1 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 0,0 4,5 0,1 0,1 Consumptiegebonden belastingen 2,5 0,0 5,1 0,1 0,1 Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,7 0,0 2,1 0,0 0,0 14 Consumptie in het buitenland 4,5 -1,3 3,9 0,2 0,2
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-082 pagina 5 van 5

---- --