Brussel, 3 december 2008
Asielzoekers krijgen een centrale plaats in een humane en billijke
procedure: de Europese Commissie stelt voor het gemeenschappelijk Europees
asielstelsel te wijzigen.
De Europese Commissie heeft vandaag voorstellen aangenomen om drie van de
bestaande rechtsinstrumenten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel
te wijzigen: de richtlijn betreffende opvangvoorzieningen voor asielzoekers;
de Dublinverordening waarin wordt vastgesteld welke lidstaat
verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek; en de
Eurodac-verordening, een gegevensbank met vingerafdrukken van asielzoekers
die de werking van de Dublinverordening ondersteunt. Deze wijzigingen zijn
de eerste door de Commissie ingediende concrete voorstellen om het
Asielbeleidsplan en het Pact inzake immigratie en asiel uit te voeren.
Het doel ervan is ervoor te zorgen dat alle asielzoekers billijk en gelijk
worden behandeld, ongeacht waar in de EU zij hun asielverzoek indienen, en
de doeltreffendheid van het EU-asielstelsel te verbeteren.
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie en commissaris voor
justitie, vrijheid en veiligheid verklaarde: "Wij willen de
asielzoekers centraal stellen in een humane en billijke procedure. Wij
moeten zorgen voor hogere beschermingsnormen, gelijke behandeling en
een doeltreffender systeem". Hij voegde daaraan toe: "Door de
richtlijn betreffende opvangvoorzieningen te wijzigen, verbeteren wij
de levensomstandigheden van asielzoekers, is bewaring van asielzoekers
nog slechts op een beperkt aantal gerechtvaardigde gronden mogelijk en
zelfs verboden in het geval van minderjarigen, en wordt naar behoren
rekening gehouden met de behoeften van kwetsbare personen, zoals
slachtoffers van foltering. Door de Dublinverordening en de
Eurodac-verordening te wijzigen wil ik ervoor zorgen dat het Europees
asielstelsel doeltreffender en billijker wordt. Ten slotte heb ik, als
een eerste teken van interne solidariteit, voorgesteld om een
mechanisme in te stellen op grond waarvan Dublinoverdrachten kunnen
worden opgeschort om te voorkomen dat lidstaten die bijzondere druk
ondervinden op hun asielstelsels, nog extra worden belast."
De richtlijn opvangvoorzieningen
Het voorstel beoogt met name:
* ervoor te zorgen dat bewaring alleen in uitzonderlijke gevallen
wordt gebruikt en er juridische waarborgen zijn dat bewaring niet
willekeurig plaatsvindt en dat gewaarborgd wordt dat kinderen niet
in bewaring worden genomen, tenzij dit in hun eigen belang is
(niet-begeleide minderjarigen worden nooit in bewaring genomen);
* ervoor te zorgen dat op nationaal niveau mechanismen worden
vastgesteld waarmee vroeg in de asielprocedure personen met
bijzondere behoeften kunnen worden opgespoord en te waarborgen dat
een passende behandeling beschikbaar is;
* de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken en te
waarborgen dat door de lidstaten toegepaste verdere beperkingen de
werkelijke toegang tot arbeid niet verhinderen.
De Dublinverordening
Het voorstel:
* bevat een mechanisme op grond waarvan Dublinoverdrachten in een
beperkt aantal gevallen kunnen worden opgeschort om te voorkomen
dat lidstaten die bijzondere druk ondervinden op hun
asielstelsels, nog extra worden belast;
* zorgt ervoor dat asielzoekers niet naar lidstaten worden gezonden
die hun geen adequate bescherming kunnen bieden, met name wat
opvangvoorzieningen en toegang tot de asielprocedure betreft;
* verduidelijkt de omstandigheden en procedures om bepaalde regels
toe te passen, zoals die waarmee lidstaten uit mededogen of om
humanitaire redenen de verantwoordelijkheid kunnen aanvaarden voor
een asielzoeker;
* stelt aanvullende waarborgen vast betreffende het recht om een
overdrachtsbesluit aan te vechten, zodat het recht op een
doeltreffende voorziening in rechte is gewaarborgd;
* versterkt het recht op gezinshereniging, met name wat de
hereniging betreft van een verzoeker met verwanten waarmee er een
afhankelijkheidsrelatie bestaat en met mensen met de subsidiaire
beschermingsstatus;
* preciseert de regels die op niet-begeleide minderjarigen van
toepassing zijn om hun belangen te beschermen.
De Eurodac-verordening
Het voorstel:
* bevat regels om een echte snelle toezending van vingerafdrukken
naar de centrale eenheid van EURODAC te waarborgen om ervoor te
zorgen dat correct wordt vastgesteld welke lidstaat op grond van
de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van
een verzoek;
* bevat technische regels om te waarborgen dat lidstaten gegevens
wissen die niet langer nodig zijn voor het doel waarvoor zij zijn
verzameld en om te waarborgen dat de Commissie de eerbiediging van
de gegevensbeschermingsbeginselen beter kan controleren;
* verduidelijkt de bepalingen die waarborgen dat de toegang van
nationale autoriteiten tot EURODAC-gegevens doeltreffend wordt
gecontroleerd door de Commissie en de Europese Toezichthouder voor
gegevensbescherming (EDPS).
Voor nadere informatie over deze drie voorstellen, zie de
desbetreffende MEMO's Memo/08/758, Memo/08/759, Memo/08/760
---
COM(2008) 360.
European Union